hemel, de uitzichten der natuur, de gestalten van plant en dier en mensch en hunne verbondenheid in de atmosfeer en het licht. Het kunnen moet, naar zijn beste inzicht, volledig gelijk zijn aan het willen, zóó dat niet alleen de uiterlijke verschijning wordt wedergegeven, maar eene boven de verschijning uitrijzende werkelijkheid gestalte krijgt in de schepping van den kunstenaar, en 'n nieuwe geestelijke inhoud aan de natuurgetrouwheid en het leven wordt gegeven.
Het hoogste stadium der technische volmaaktheid in elken kunstarbeid is daarenboven van zoo een aard dat de arbeid niet zeer zichtbaar is, niet meer na te speuren valt, als het ware wegzinkt en verdwijnt achter het beoogde resultaat, het kunstwerk zelf, dat ons dan voorkomt als een soort natuurverschijnsel, een onverklaarbaar wonder dat ons inneemt, waar wij van genieten, zonder ons nog af te vragen hoe het tot stand kwam, met welke moeite of krachtsinspanning het werd gemaakt. Die technische volmaaktheid schijnt mij het deel te zijn van den begenadigden kunstenaar die Victor Delhez is. Wanneer men bedenkt hoe moeilijk de vakkenis der houtsnede is, hoe de voor te stellen gedachte volledig tot klaarheid moet gekomen zijn, hoe zij in hare geringste bijzonderheden moet zijn vastgesteld, hoe ieder kerfje in het blok, bij de verwezenlijking beslisend wordt, hoe elke retouche nagenoeg uitgesloten blijft, dan gaat men van zelf bewondering gevoelen voor die gave afdrukken waar, met het wit van een blad papier en het zwart van den inkt, ons de meest fantastische verbeeldingen voor oogen worden getooverd met vlakten, bosschen, bergketens en zeeën, met fabelachtige ruimten van tempels en paleizen, waar indrukwekkende gestalten leven en bewegen.
De xylographie van Victor Delhez is nochtans een gelukkige combinatie van houtsnede met houtgravure. Door het toonburijn vermag hij de fijnste lijntjes zoo dicht bij elkaar te plaatsen dat halftinten worden verkregen. Niet alleen zwart en wit worden aldus tegen elkaar afgewogen, maar grijze tinten ontstaan waarmede eindelooze ruimten worden geschapen die, als in ‘De Ster der Wijzen’, vervuld zijn van een zilverachtig licht vol mysterie en poëzie.
Deze houtsneden zijn teekeningen met een soort van schilderkunst vermengd. Hunne uitdrukkingsmacht ligt hoofdzakelijk in de lijn die zwart op wit het papier doet leven. Zonder kleur wordt ons de eindelooze verscheidenheid van gestalten en landschappen voor oogen getooverd. De houtsnijder werd een schilder die, met de middelen en het gebaar van de teekening, de verbondenheid der dingen onder elkaar in de ruimte wedergeeft. Wat door zuivere teekening zoó niet kan worden bereikt, -