dan anderen; omdat het verlangen naar het volmaakte hen onverbiddelijk voerde naar geestelijke schoonheid en omdat die alleen in de mystiek vinden is. Die mystiek was er de vorige eeuw, die mystiek is niet meer.
Ik wil schrijven over den artist - het gevreesde, belachelijke woord -,die eeuwig zoekt naar het ideaal, naar de volmaakte schoonheid, die de kwellingen van het vagevuur, van de hel doorstaat, om haar te vinden, en dan ineenzakt, zijn machteloosheid en zijn onwaardigheid uitweent, omdat zijn vlucht niet meer hooger gaat.
Over diegenen eindelijk, waarvan in dit laatste stadium de zoekende geest buiten tijd en ruimte zich beweegt, die doordringen tot bij God. Alleen de mystiek kan hen dit losmaken van zichzelf brengen; de schoonheid die zij uitstraalt is rijker en nog minder te omschrijven dan die van den kunstenaar, want zij is niet aan vormen gebonden. Georges Sand omschreef het zoo puntig:
‘L'art: la soif de la perfection, le besoin de l'infini restent les mêmes, éternellement avides, éternellement inassouvis. L'enthousiasme, la passion, la rêverie, la douleur, n'ont pas d'expression suffisante dans le domaine de l'art, quelque soit l'artiste. Nous avons le désir inextinguible du beau idéal; donc le désir d'un but. Ce but n'existe nulle part à notre portée, ce but est l'infini, ce but est Dieu’.
Weinigen echter wagen zich aan dit grootste van alle avonturen: de tocht naar de schoonheid die waarheid is, de waarheid die God is. Gekken of helden? Ieder heeft dat voor zichzelf uit te maken.
De dichter, staat die het dichtst bij God?
Terwijl de meesten hun hoogste denkkracht bereikten tusschen 30 en 40 jaar, had Rimbaud sinds lang het slotakkoord gevonden voor zijn symphonie. Rimbaud en het Symbolisme zijn één. Hijzelf is het symbool van het geloof van het mystiek suggestievermogen der woorden, die volgde na de moeraskoorts van het Naturalisme. Hij baarde een nieuwe poëzie. Rimbaud, zoo subliem van gedachten als van woorden, zoo goddelijk van muziek als van komisch voelen, is misschien wel de grootste dichter der vorige eeuw. Hij is nog te weinig ontdekt. Zooals Baudelaire was hij een meester van het woord. Maar waar Baudelaire's ‘Voyage sans retour’ een aardsche reis is geweest, evenals die van Gerard de Nerval, was die van Rimbaud een tocht naar God.
‘Le poète est chargé de l'humanit'e, des animaux même, il devra faire sentir, palper, écouter ses inventions. Ce qu'il faut changer c'est l'homme et c'est Dieu’.
Snel bereikte deze geniale dichter wat anderen in een heel leven niet vermochten: het hoogtepunt der zinnelijke schoonheid. De verzen van