Volk. Jaargang 2(1936-1937)– [tijdschrift] Volk– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 309] [p. 309] [Nummer 10] Dirk Vansina: Vlaanderen Vlaanderen, Moeder Vlaanderen. Ik kan uw naam niet uitspreken dan met een huiver in mijn hart; dan met een hartstocht in mijn stem; dan met een optillen van heel mijn wezen naar U. Waar ik ook zijn moge: in de wijdsche grootschheid uwer bijbelsche landouwen, in de bergschaduw uwer titanische torens, in de purperen zee uwer heiden, aan d'oneindige vlakten uwer wiegende Noordzee, steeds overstroomt mij een verrukking om Uw schoonheid. Zie, ik wist niet dat mijn heimwee naar U zoo fel kon zijn voor ik U had verlaten. Ik wist niet dat mijn liefde zoo groot was voor ik U had weergevonden. Moeder, Moeder Vlaanderen, laat mij u zeggen hoe ik van U hou; laat mij u zeggen hoe ik op U roem [pagina 310] [p. 310] om de veelheid uwer dagen; om de veelheid uwer kinderen. Zij zijn uw tooi en uw siersel zij zijn uw rijkdom en uw vreugde en uw trots. Ik denk aan de vele geslachten die ge gewiegd hebt op uw schoot, en die voor U gebeden hebben en geleden en die voor U gewrocht hebben en gestreden zooals wij nu bidden en strijden werken en lijden om U, Moeder Vlaanderen, en onze liefde om U stellen als een wake in Uw nood. WIJ blijven U bij verre of nabij; of d'oceaan zich strekke tusschen ons; of we leven aan Uw boezem onze liefde blijft aan Uw zij; omdat Ge oud zijt van dagen en eeuwig jong; omdat zij U hoonen en vervolgen in Uw beste zonen U Uw lieve dooden willen rooven en Uw levenden dooden; omdat Gij onze moeder zijt en wij Uw kinderen. Vlaanderen Moeder Vlaanderen. Zij kunnen Uw eeuwig wiegelied niet versmoren met hun hoongelach. Zij kunnen Uw stralend gelaat niet verbergen achter d'aaneengenaaide kleuren eener vlag. Hun smalen blijft machteloos als hun dood. MOEDER, Gij zult zegepralen door de vruchtbaarheid van Uw schoot. [pagina 311] [p. 311] Lodewijk van Velthem schrijft zijn kroniek over den Slag der Guldensporen. Teekening van Alfred Ost. Vorige Volgende