Prof. J. Modest Lauwerijs: Totius (ps. van Dr. J.D. du Toit.)
Voor zoover mij bekend heeft geen onzer vlaamsche tijdschriften, noch onzer vele Geschiedenissen der Letterkunde voldoende aandacht geschonken aan de rijke, zeer hoogstaande literatuur uit Zuid-Afrika. Deze jonge loot aan den Nederlandschen stam behoort nochtans evengoed aan de Ned. letterkunde als de Zweedsche aan de Noren en de Noordsche aan die van Denemarken. In Zuid-Afrika is de liefde voor de Nederlandsche letterkunde oprecht, zij kennen niet het ‘edelmoedig begrijpen’.
‘De Nederlandsche taal’ zegt Prof. Dr. J. Smith ‘is gemeenskappelik goed en sal dit altijd blij, solang die twee taalvorme onderling verstaanbaar is. Die ‘Vos Reynaerde, van Maerlant, van Ruusbroeck is ewegoed cultuur eiedom van Suid-Afrika als Caedmon, Chaucer of Shakenspeare voor de Engelschen. Het intellectueel Vlaanderen is de officieele literatuurgeschiedenis lang vooruit en weet dat Zuid-Afrika op een reeks dichters en prozaschrijvers mag wijzen, waarop allen die tot de Ned. taalgemeenschap behooren, terecht trots mogen zijn.
Het is dan ook verheugend dat een tijdschrift als ‘Volk’ de aandacht wil vestigen op Totius, een der beste vertegenwoordigers van de tweede Afrikaansche taalbeweging, ter gelegenheid van zijn zestigsten verjaardag. Heel Zuid-Afrika maakt zich klaar zijn dichter te vieren, en Vlaanderen sluit zich daarbij van harte aan.
Totius (ps. van Dr. J.D. du Toit) werd in 1877 in het prachtig dorpje Paarl (K.P.) geboren. Als zoon van een der grootste bezielers der Eerste Afrikaansche taalbeweging maakte Totius van jongs af kennis met de nooden en de achteruitstelling van zijn landgenooten. In zijn huis werden de geheime vergaderingen gehouden, saam met Prof. Dr Hoogenhont en Prof. Pannevis.
Zijn vader Dr. S.J. du Toit stichtte de bekende ‘Genootskap van opregte Afrikaners’ en bij middel van het tijdschrift ‘Ons Kleintjie’ en ‘Die Patriot’ werd de strijd aangebonden tegen de verdrukkers der landstaal. Dit alles gebeurde in het huis van dichter Totius.
Geen wonder dat Totius een diepe vereering voor zijn vader had en evenals van Deyssel wijdde Totius ontroerende bladzijden aan zijn vader, in zijn boek ‘Dr. S.J. du Toit in weg en werk’.
Totius ontving zijn eerste onderricht van zijn vader zelf. Daarna gaat hij naar de ‘Duitsche Zendingschool’ in Rustenburg.