Volk. Jaargang 2(1936-1937)– [tijdschrift] Volk– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 260] [p. 260] Andre Demedts: Het schoone licht In morgenlicht. De aarde ën een kleine man, door lente en geheimen doorruischt en bewogen, door herinnerings leed voor immer bevlogen, geschud en gezift als het graan in den wan, en zich bitter verwerend: laat mij met rust, ik wil u niet zien en uw zingen niet hooren, uw schoonheid zal nooit mijn vrede meer storen, ik blijf aller dingen begrenzing bewust; ik weet hoe uw lokkende lied eens zal enden, ik weet waar de handen en de bloemen vergaan; laat mij alleen en beslist mijn man blijven staan, en mijn blik van de aarde niet wenden. Het morgenlicht speelt, langs de ploegscharen rint, als water zoo schoon, als water zoo diep, en het hart dat zich zelf het verzaken toeriep, wordt vloeibaar als licht, en licht als de wind. Vorige Volgende