| |
| |
| |
Erik de Zweth: ‘Kampioen’ (fragment).
Dien avond vulde de groote massa het sportpaleis. Rondom den ring, in wijder wordende kringen, zij aan zij, de lichamen van de sportmenschen. Vlak bij de arena, de dagbladschrijvers, de juryleden, de vooraanstaande persoonlijkheden uit de boksbeweging. Kringvormig uitloopend, de geldmenschen van de stad, waarvan de autos buiten geduldig hunne verzadigdheid aan sensatie afwachtten; verder verwijderd, op de goedkoopere plaatsen de massa onbekenden zonder auto. Boven, op het balkon hing het plebs als in trossen te hijgen in de hitte en rook en bralde ent schreeuwde tegen elkaar op als om het rumoer te overtroeven. De deuren van de beide ingangen zwaaiden onophoudelijk menschen binnen, die een oogenblik besluiteloos rondkijkend, tusschen de rangen zittenden drongen en zoo de volheid der zaal en het rumoer nog vergrootten. Bovenuit dit alles den ring, vreemd en verlaten. De witbestrooide plankenvloer met de vier hoekpalen, de met roode stof omwonden touwen deden denken aan voorbereidselen tot publieke foltering tijdens de middeleeuwen. Straks zullen de beulen verschijnen die elkaars lichaam zullen afmartelen. De gong klonk, de lichten doofden uit, de booglamp boven den ring hulde dit kleine eiland temidden van de koppenzee in schitterend licht. Het was plots als verdikte de lucht, als werd ze tastbaar door de spanning van de duizenden oogen, hunkerend op de arena gericht. Enkele liefhebberskampen - die juweeltjes der bokssport - werden gestreden, daarna een beroepskamp van tweeden rang.
Het enge kleedkamertje met enkel in 't midden een massagetafel en één kapstok aan de kale wanden, leek Rumba koel en afstootend bij zijn binnenkomst tijdens de pauze. Fred Palos wachtte hem reeds op en goed gehumeurd, klopte hij hem met de vleezigdikke vingers op de schouders en verwelkomde hem met zijn krachtigscherpe stem - zulke stem uit het vette lichaam verbaasde steeds - en heupte zich op zijn korte beentjes door de deur om ‘zijn laatste schikkingen te treffen’. Joe Raes hielp Rumba bij het ontkleeden en somde hem onophoudelijk zijn tien raadgevingen op, soms ophoudend en opzijspringend en voordoend de slagen en ontwijkingen. Daarna bond hij hem zorgvuldig, bijna moederlijk teeder, de handen in met nieuwe windsels. Rumba gevoelde zich eigenaardig kalm. Al die vorige dagen had hij in spanning geleefd
| |
| |
en nu plots vroeg hij zich af, waarom toch al die drukte. Hij leefde buiten die dingen rond hem. Eerst keek hij naar de naakte muren; zijn oogen volgden gedachteloos een vlieg, terwijl hij op de massagetafel lag. Joe streek hem met de handpalm langs de bilspieren, kneep hem de armen, behakte tweehandig snel zijn rugspieren. Eens, toen Joe's gelaat voorbij het zijne schoof, kreeg hij diens neus en ooren in 't oog en verwonderde hij zich over de haren die daarin en daarop groeiden. Hij kende nochtans Joe sinds lang en toch had hij dit nooit zóó gemerkt. Misschien blonken de haren zoo door het scherpe licht. Joe was opmerkelijk in zijn schik en deed verbazend druk. Hij mocht Rumba graag en dacht dat deze droomde. Nu, straks zou hij wel wakker geschud worden. Zoolang hij maar niet aan Anita begint te denken, dan kon hij zijn ‘poulain’ wel vertrouwen. Toen de deurlijst de vierkante gestalte van Palos als een schilderij omlijnde, was Rumba verwonderd dat deze hem reeds kwam halen; hij lag hier zoo rustig en het kneden en wrijven deed hem het lichaam met warmte doorstroomen. Reeds vroeger had hij het genot beleefd van een horizontaal uitgestrekt lichaam. Gevoelloos, nog in zaligheid voortlevend de gedachtelooze momenten van zooeven, gleed hij geluidloos op de buffelhuidgezoolde boksschoenen, het bijna naakte lichaam omsloten door zijn badmantel, dwars door de rijen starende oogen. Enkele handen schenen zich te heffen als in gebed, doch kwamen met een klets tegen mekaar en als op signaal volgden alle anderen, in crescendo opgevoerd tot hij het houten ringtrapje opbeende en zich soepel door de koorden scheerde. Nu golfde hem een oorverdoovend handgeklap in de ooren en drong hem in de hersenen tot hij meende dat het hem pijn deed, binnenin den kop aan de oogen. De handen gevouwen tot een handdruk boven het hoofd verheffend, groette hij naar alle kanten, terwijl zijn blik over de vreemde koppen gleed. De zaal scheen naar alle kanten
uit te puilen door de massa, als een gezwel gereed om te bersten; hier en daar herkende hij een gelaat in de omringende rijen en groette hij met de hand. Die menschen moet ik groeten, dacht hij snel. De meesten waren het niet waard, maar Palos drukte er steeds op dat hij het toch doen moest. Neder gezeten in zijn hoek, leunde hij tegen de hoekpaal, de armen losjes hangend op de touwen. Bedaard keek hij naar de andere zaalhoek, waar nu juist zijn tegenstrever verscheen; waarom werd ook hij met hetzelfde daverend handgeklap begroet? Is het omdat enkelen het doen dat allen als gefascineerd volgen. Jaak Verbist, in de wandeling ‘Jimmy’ geheeten - hij had in Amerika gebokst - klom in zijn hoek, groette, ging zich zetten. De twee paar nieuwe handschoenen, op de witte handdoek in het midden van den ring, vormden een
| |
| |
hoopje bruin, waarrond mannen kruis of munt wierpen. De handschoenen werden Rumba over de hand gewrongen; hij kneep ze toe tot zijn voorarmspieren zijn huid zijachtig golfden en een gevoel als van alvermogende kracht zwol hem in de lenden. Langzaam steeg het van uit zijn onderbuik, hooger tot zijn tanden zich opeen klemden om niet te moeten opspringen en brullend zich op zijn tegenstrever te werpen. Een droge mep tegen de kaak, Joe's aanmoediging, met het lachende gezicht en de goedige, uitpuilende oogen boven hem, gaf hem plots de kalmte weer. Zijn spieren ontspanden zich en hij zakte terug in de bescherming van paal en touwen.
De koppenmassa rondom den ring, wemelende duisternis vol geheimzinnigheid, was vervuld van vermoede spanning. De booglamp deed de twee naakte lichamen glimmen, met dien geelgouden glans van gezonde huid onder flikkerend licht. De gong galmt den aanvang van den eersten round. Beide mannen richten zich op, gaan op elkander toe; nu, een seconde, stilstaand lijken zij twee beelden van warm marmer. Handdruk en gedekte aanvangshouding. En nu begint het eeuwige spel der ruwste instincten. Van over de handschoen gluurt Rumba Jimmy in de oogen en ontmoet hun harde uitdrukking. Snel blitsen gedachten hem door het brein: gevecht om den titel, Anita, Amerika, vrouwen. Enkele toetsen, verkenning. Plots ontduikt Jim een linkerdirekt, en loopt in. En beiden staan ze nu schouder tegen schouder, de hoofden elkander rakend, de armen als in één kronkeling. Snel volgen de korte uppercutslagen zich op, treffen een rib, zoeken de maag. Rumba's gezichtskring omvat slechts de twee ruigbehaarde beenen van Verbist. Zooveel haar op beenen had hij nog nooit gezien. Het was één gekrul en gestrengel dooreen, op de knieën afgesleten, een open plek midden het bosch. En hoe hooger zijn blik lang de dijen gleed hoe langer de haren werden. Een gevoelige uppercut tegen de kin deed hem plots achteruitspringen uit de clinch, dan terug vooruit met een linkerdirekt op den neus. Gong. Tweede round, inloopen van beiden, nu vuriger, beginnend te zweeten. Rumba drijft Jim in een hoek, beukt op hem los, treffend met beide armen, onverpoosd als stoomstangen, met korte hoekslagen op ribben en gelaat. Jim tracht uit den hoek te geraken; als oude ringrat heeft hij zich toch laten verrassen. Een halve rechtsche draaipas en zijn rechter vuist schiet uit, tegen Rumba's kin. Rumba's oor suisde, een floers kwam hem voor de oogen, zijn heele lichaam verlangde naar slaap. Een, twee seconden. Hij ziet Jim's grijnzend gelaat voor zich met de felbollende oogen, de hoekige trekken,
nog gescherpt door de inspanning, het wreede masker als incarneerend alle barbaarschheid. Hij zoekt heil in de clinch. Beiden hangen
| |
| |
ze weer tegen elkander als in teedere omhelzing, terwijl de hijgende, stokkende ademhalingen de stooten onderlijnen. En de idee van zijn overmacht, het gevoel van zijn jeugdiger lichaam overviel hem, juichte in hem, bracht hem in vervoering. Dezelfde bedwelming als in de danszaal, als zijn bedwongen kracht langzaam over den vloer gleed, in gemeten passen, geheel gehuld in de klankenrythmen van deinende saxofoon of tokkelend banjo. De dans op den ring, met de uitbarsting van kracht, de dans op jazzmuziek, met het lichaam in bedwang; twee vormen van genot, twee atmosfeeren met éénzelfde doel: de bedwelming. Dubbele wulpschheid van het lichaam en vernietiging van den geest. Round drie, vier, vijf, negen. De spanning in de zaal nam toe, men voelde de starre glinstering van de hunkerende blikken, opzuigend elke slag van de boksers en na elke hevige phase van het ruwe spel steeg een goedkeurend gebrul uit de donkerste hoeken der zaal. Rumba beukte op Jim los, trof hem telkens opnieuw op de onbedekte plaatsen en in zijn hersenen brandden de hem toegebrulde woorden: ‘Slaat hem dood’. Jim verzwakte zichtbaar. Hij was veel ouder dan Rumba. Zijn techniek was wel beter en geen trucs waren onbekend aan die ringrat, maar de duur van de kampen was hem te veel. Zijn adem stokte, zijn gelaat was rood, opgedrongen, het zweet liep hem in dikke druppels langs de oogen, langs de lippen, zijn tong likte ze binnen. Zijn bewegingen werden langzamer, zijn armen loom. Zijn voetenspel was uiterst karig en hij draaide slechts in 't rond, zoekend naar die ééne opening in de dekking van zijn tegenstander die hem zou toelaten den fatalen slag te plaatsen. Hij wist bij ervaring dat hij reeds verloren had op de punten en zocht dus zijn heil in de harde slagen. Droog pletsten zijn handschoenen op het lichaam van Rumba. Maar Rumba beet de harde meppen goed door. Hij gevoelde zich monter, danste rond die oude vechtmachine, telkens en telkens
opnieuw toetsend, punten ophoopend. Zijn ijdelheid zwol met elk hem uit de zaal toegeroepen aanmoedigingswoord. Hij voelde rondom zich de massa, netjes als haringen in rijen geperst, met de hunkerende gezichten, hem volgend, slag op slag, hem de nieuwe kampioen. Hij wist ook dat Palos hem zag, dat Anita haar groote kijkers op hem gericht had. Nu gezeten in zijn hoek, met een halve citroen tusschen de lippen gewrongen, terwijl hem zijn verzorger de borst afwiesch met een spons, terwijl hem een andere de kuitspieren tusschen de snelle vingers rolde, dacht hij aan de dagbladen. Hij zag zijn beeld op het omslag van het volgende sportblad, zijn geest spelde de vette letters die zijn naam den lezers in de oogen zou drukken. En plotseling, zonder overgang, overviel hem een gevoel van woede tegen Jim. Die vertegen- | |
| |
woordigde de versperring naar het doel. Vermorzelen zou hij hem, zijn overwinning zou totaal zijn. De gong scherpte nog die gedachte en vol overmoed sprong hij uit zijn hoek, recht op Jim af, met een zegevierenden grijns in de oogen. Boksers lachen bijna niet op den ring. Alleen de oogen spreken. Zij vertellen den tegenstander die lezen kan, wanneer de aanval begint, branden hem het gevoel van haat in het hart, schreeuwen hun hulpeloosheid bij een afstraffing, hun wee bij de harde slagen op de organen. Jim zag nu dien grijns en wachtte. Hij zag hoe Rumba zich onblootte om paradestooten te geven, vol als hij was van hoogmoedig vertrouwen. Jim's rechter sloeg uit, met al de kracht van zijn gespierd lichaam achter den schouder, trof Rumba tegen de kaak, juist op de punt onder het oor. Rumba zakte door de knieën, als een beeld van smart, om deernis schreiend. Lag nu op den ringvloer, de knieën opgetrokken. En terwijl men boven hem de seconden telde, was de ademstilte in de zaal hoorbaar. Een, twee, drie, vier. Joe, hangend over de paal in Rumba's hoek; zweetdroppels gleden hem langs de slapen. Vijf, zes, het lichaam op de planken bewoog
moeizaam. Zeven, acht. Rumba, hoorde nu het tellen, de zeven van heel ver, de acht plots dreunend in zijn hoofd. De beteekenis van die acht prangde hem het hart, joeg hem het bloed sneller rond, prikkelde zijn zenuwen. Op negen was hij recht, ontweek een uppercut, hing in de armen van Jim, belette hem de slagen, hield zich aan hem vast. Gedurende heel de ronde hing hij Jim aan het lijf, werd rond den ring gedreven. Maar zijn jeugdige taaiheid hield het uit tot de gong hem van verdere afstraffing redde. Joe's verwijten pletsten als een dikke regen hem over den kop, men wiesch hem de gekloven wenkbrauw, de bloederige gezwollen lippen; de zweetnatte, nu roodplekkige borst. Een verzorger woei hem lucht in de longen, met veel gebaar van handdoekwaaien snel heen en weer, een andere kneep hem de billen en de kuiten. De stem van Joe leek hem ver weg. Hij kon niet denken. Alleen herinnerde hij zich steeds opnieuw de ontloopen vernedering, de vreeselijke afstraffing. En toen de gong hem opnieuw ten strijde gebood, was het een andere Rumba dan daareven die vooruitrukte. In gebogen garde, gesloten gedekt, ving hij nu slag op slag op en volgde, het tempo snel opvoerend. Hij zou nu Jim eruit krijgen door tempo, de oude rakker de lucht uit de longen beuken, tot zijn armen te moe zouden zijn om nog te kunnen volgen en dan... Round elf en twaalf verrichtten hun slopenden arbeid. Jim's verdediging werd gaandeweg zwakker, en het was in die merkwaardige twaalfde round, bijna op het einde, dat Rumba's rechter met een lange hoekstoot Jim's maag zocht en het ruige lichaam ten gronde smakte. Nu deerniswekkend, met
| |
| |
pijnvertrokken gelaat, rolde de man heen en weer, de beenen hoog opgetrokken, de handen op den buik, kreunend en krochend, met den rechter boven hem, tellend tot tien - out - en de huilerige menigte verrukt, opgezweept brullend zijn voldoening over de overwinning van het nieuwe idool. De nacht omsloot Rumba en Anita in eenzelfde omarming. De morgenbladen keelden het groote nieuws over het land.
|
|