Volk. Jaargang 2(1936-1937)– [tijdschrift] Volk– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 22] [p. 22] Albe: Aan mijn kerubijn Ik bouwde in uw nabijheid een droom van eindeloze weelden wijl elk mijner gepeinzen zich duizendvoudge vreugden beelden doorlevend passieloze stonden haast mijn beklijvend lijf ontbonden. Wen 'k uw genaderijk nabijzijn uitzinnig wou ontkomen doorkorven mij duizenden angels van dierlike demonen: 'k weet deze woekerende pijn voortaan als schimmel in uw schaduw staan. Mij rest de grenzeloze leemte die eens mijn weidse droom besloot, mijn ijle zoeken 't grauwe deemster van ogen domig brekend vóór de dood nog levend aan een laatste vezel pijn: een beurse vrucht bij uwe hand te zijn. (Uit: Kerubijn en mens). Vignet van FRANS MERTENS Vorige Volgende