Volk. Jaargang 1(1935-1936)– [tijdschrift] Volk– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 282] [p. 282] Karel Vertommen: Schippersliedeken - ‘Zeg schipper, waarheen man? Waarheen gaat de reis?’ - ‘Eruit, naar de vlakte; de lui zijn niet wijs!’ - ‘Hou zee dan, vaarwel!’ Hij zette zijn hand als een schelp aan de mond: ‘Hou jij je maar stevig vast aan de grond!’ - ‘Dat doen we wel!’ De lui zijn niet wijs maar de grond is mild, De schipper verstandig, de zee is wild En de vlakte wijd. We spotten wel, schipper, met grote mond, Dat we liever dolen de zeëen rond, Maar het heimwee bijt. En we kijken aan 't roer over golven verloren En we denken aan 't goudene, golvende koren, En een heel oud lied. Met een lendenduw gaan we 't roer omwenden, en de meeuwen gaan we als boodschappers zenden van een zoet verdriet. - ‘Zeg schipper, wat nu man? Je zei toch vaarwel?’ - ‘Och kerel, de lui zijn hier nog niet zo kwaad, als je 't wél Van op zee beziet!’ Vorige Volgende