Dan is het den volgenden dag trouwdag. Dat is ook al niet zoo'n groot feest, sedert de oudste zuster van den bruidegom haar moeder is komen te vervangen. Maar daar eet ge niet minder goed om en de bruid is een knappe jonge vrouw. Daar heeft ieder zoo zijn genoegen aan.
Daar is alleen de oude boer: die wordt al een dagje ouder, al heeft hij de zestig nog niet bereikt. Men zegt, dat dien het water van het meer in het lijf is gestegen. En dat kan wel waar zijn, want hij begint reeds krom te zijn in den rug. Dat is men niet gewend bij de Doorns.
Die jonge boer is blij als hij zijn zuster goed weet uit te huwelijken aan een degelijken man uit den omtrek. Die twee vrouwen konden met elkander niet best overweg, en daar beleeft ge als man zoo geen genoegen mee. En dan zit zij daar op een verre boerderij - die er in zijn soort ook wezen mag! - en zet haar eigen huishouden op touw; en daar komen kinderen.
Daar mankeert het ditmaal aan op 't Doorn: als het huwelijk drie jaar oud is, zijn er nog niet meer dan drie bewoners van 't Doorn buiten de knechts en de meiden. Dat kan de oude boer niet best verzetten, - en de jonge al evenmin; dat merkt hij wel, als hij er zich eens een woordje over laat ontvallen. ‘Nee’, zegt de jonge boer dan langzaam en trekt een diepen haal uit zijn pijp, dien hij bedachtzaam uitblaast: ‘dat is ook niet zoo best’. En daarbij blijft het.
Het is den ouden boer een groote vreugde, als hij dan na vier jaar ziet, dat zijn schoondochter in de blijde verwachting is; en hij steekt dat niet onder stoelen en banken. En dan glimlacht zij wat verlegen, en voelt dat zij zeer te kort geschoten is.
Maar dat verandert allemaal weer, als het een miskraam wordt; en de vrouw ziet er witjes uit, als zij eindelijk uit de kraamkamer komt. Dat brengt weer somberte in 't Doorn: als de groote menschen oud worden en het nieuwe leven wil maar niet komen...
Daar komen zorgen over 't Doorn, als de boerin het groot huishouden niet zoo goed meer aan kan en bovendien de marktprijzen dalen.
En dan komt slag op slag, alsof er een hagelbui trekt over 't Doorn. De oude boer gaat heen, en de jonge boerin volgt hem na een paar maanden in het graf.
Dan wordt het stil op 't Doorn, en de tucht verslapt op het erf. Daar moet een meid worden weggezonden, die moeder zal gaan worden; en een knecht volgt een paar weken later om een ruzie. 't Doorn wordt oud. En daar is de krisis, die het boerenbedrijf aantast. De jonge boer voelt het als een diepe schande, als er een hypotheek komt op 't Doorn. Hij