Volk. Jaargang 1(1935-1936)– [tijdschrift] Volk– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 118] [p. 118] Ferdinand Vercnocke: Ruusbroec Aangezicht dat hunkrend naar de hoogten schouwt, bleek en spraakloos in den droom verzonken, wat onthult het eeuwig woud, o minnedronken ziener, dat uw beeltenis ons hart benauwt? Dor en beendrig is uw wang, en wrang uw mond. Moeizaam heft uw voorhoofd twee gebroken oogen Godewaarts. O Wonderbare, was uw hooge min zoo machtig, dat de ziel uw jeugd verslond? Brandt het fel visioen uw vleesch, o godgezant? Gods geheim verteert! o Ruusbroec, gij geboren uit ons bloed, uw woord ontspringt als vlammend koren aan de lenden van uw Brabantsch heuvelland! Vorige Volgende