den moet; een Volk dat zwanger van schoonheid, bewust van zijn grootheid en waardigheid, de glorie verwacht.
Heel zijn oeuvre is de heilbrengende voorbode der bevrijdende glorie die nog straalt uit onze kathedralen en belforten die hun grootschheid in jubilatie uitzingen naar God!
Die glorie, het is de uitstraling van heel het volk in de kunst, heel de dietsche kunst in den laaienden lichtenden gloed der volksopenbaring die straalt uit het werk van den fijngevoeligen Jan Van Eyck, die woelt in den fantastischen Jeroen Bosch, die jankt in den zoo tragischen Pieter Breughel; het is de glorie van het licht van Rembrandt van Rijn, het is de eenvoud die hangt over het oeuvre van Jacob Smits, die glorie, het is de ‘geestblije-levensdrift’ die ons bespringt van uit het stoere, taaie, gezonde werk van Prosper de Troyer.
Prosper de Troyer, gezant van de glorieuze traditie onzer Dietsche kunst;
Heraut der Volksopstanding;
Priester der Schoonheid; ge zijt niet welkom binnen de muren dezer Stad, waar eenmaal kunstenaars werden genoodigd en als prinsen waren te gast; daar vermeien zich nu de officieele beheerders en verpolitiekte artisten met de gezanten der volksontbindende machten. Ze ploeteren lijk zwijnen in den dras van hun verwording en sleuren het volk ten gronde door den modder van hun verval.
Prosper de Troyer, ge zijt niet welkom onder de doodgeborene burgers dezer stad, evenmin onder de levenden die u evengoed miskennen en schuwen omdat ge niet waart in hun rangen toen de heilige overerving van ons volkswezen werd versjacherd of ingeruild voor ersatz van verdacht allooi.
Prosper de Troyer, steen des aanstoots voor de politieke schildersgasten; akademische ververs van portretten van onbenullige historische helden en zelfverwaande politische Jan-klazen!
Niets dan vijandschap voor u in deze vervloekte bezeten stad van den verglaasden waanzin, waar de honingzoete verliefdheid op gepolychromeerde heiligenbeeldjes of de bedwelmende extase voor doorschijnende naaktpostuurkens de basis vormen waarop alle Schoonheid wordt neergehaald en ontwaard.
Prosper de Troyer, ge zijt niet welkom in deze demokratische metropool waar het intellectueel en politiek gespuis het monopolium houdt der prostitutie aller schoonheid, waar de kunstenaars zooals de volksdemagogen, sluipmoordenaars geworden zijn van onze Dietsche Volksziel! Wij wenschen er u geluk om!