brusselsch model verbasterden kan niet kultureel vruchtbaar worden. En nochtans heeft de katholieke aktie om zich een kultureele dampkring noodig om haar taak wezenlijk te vervullen. Want zij beoogt toch meer dan het inlijven van leden, het houden van optochten, het veredelen van hare kernen. Zij moet door een nationaal godsdienstige kultuur de wezensvreemde ersatz-civilisatie vervangen. Vlaanderen is een der laatste landen in het Westen waar dit nog mogelijk is. Zooals ten tijde der Hervorming kan Vlaanderen ook op dit keerpunt der tijden een stevig bolwerk vormen waarin het katholicisme zich kan terugtrekken en op het geschikte oogenblik de tegenaanval inzetten. De liberale maatschappij is volop in ontbinding, en het hangt van ons af, of de totalitaire staat die alhier de plaats zal innemen, de uitdrukking van onze volkswil zijn zal, of een ons vijandige oppermacht die door haar totalitairen aard zelf, geen andere geest dan de hare zal dulden.
Hoe men het ook beschouwe, het katholicisme heeft een stevige Vlaamsche kultuur dringend noodig, en om hare katholieke aktie tot volledige wasdom te brengen, én om het gevaar te keeren in een vreemde kultuurkreits te worden meegesleurd zooals wij 't in Duitschland zien gebeuren. Kunst is de opperste bloesem eener kultuur. Maakt men ze van deze laatste los, zooals het de laatste decenniën het geval was, dan spat zij noodzakelijk in zooveel ismen uiteen als zij bestanddeelen bevat, van d'een naar d'ander evolueerend op het rhythme van overspannen zenuwen en geblaseerd gemoed.
De tijd is nu gekomen dat elk katholiek kunstenaar van dit land te kiezen heeft: óf in een wereldvreemd individualisme volharden en verstarren, of wereldverbonden in innige gemeenschap met zijn volk en zijn geloof kultuurstichtend werk verrichten. Dit is heel iets anders dan zich aan apologetisch geschrijf bezondigen, aan folklore of patriotische bombast. Dit beteekent terugkeer tot de zuivere bronnen zelf van elke waarachtige kunst.
De kritiek der laatste jaren is overdreven belang aan vormpurisme gaan hechten. Wij weten nu wat zuivere poëzie, zuiver tooneel, zuivere vertelkunst is. Het wordt tijd dat men dit purisme op het begrip kunst zelf ga toepassen. Wij moeten een scherpe scheiding trekken tusschen het kunstmatige en het kunstige en, in het domein der kunst zelve, tusschen het volksverbondene en het parasiteerende, tusschen het kultuurstichtende en het ontbindingskiemen bevattende. Wij moeten het ware rhythme van dezen tijd aanvoelen. Het wordt niet aangegeven door levensvreemde dilettanten maar door de scheppers van de nieuwe wereld die alom in wording is.