Volks-liedjens, uitgegeeven door de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen (5 delen)(1789-1807)–Anoniem Volks-liedjens van het Nut– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 45] [p. 45] De voorzigtige Jongeling. Wijze: Een man die mij een droom slegts baard, &c. Ik ben een vrij en eerlijk man, Die werken kan; Mijn staat is wel niet groot; Maar 'k win mijn daaglijksch brood: 'k Leefde dus vrolijk en te vreên, Was ik maar slechts niet zoo alleen. Een man alleen is toch niet goed! Die arme bloed, Keert hij vermoeid naar huis Of drukt hem smart of kruis, Klaagt hij zijn leed den stommen wand, Niemand biedt troostend hem de hand. Als ik mijn trek dus volgen zou, Ik nam een vrouw, Een vrouw, die mij beviel; Die, als mijn tweede ziel, Kon deelen in mijn vreugd en smart, Met een getrouw en teder hart. Dan waar vind ik een hartvrindin, Zoo naar mijn zin, Dat nooit die keuz' mij rouwt; Maar dat ik grijs en oud, Nog met vermaak gedenken mag Aan mijn' gewenschten Bruiloftsdag? [pagina 46] [p. 46] 'k Heb zoo veel meisjens reeds gezien, Maar onder tien Zag ik er nog niet een, Die was zoo als ik 't meen; Daarom verklaar ik vrank en vrij, Nooit zag ik nog een vrouw voor mij. Lizette is luchtig naar den trant, En zeer galant; Zij schikt zich daag'lijks op. Gelijk een mode pop. En zij verandert als de wind; Neen! zij wierd nooit door mij bemind. Marton is schoon en fraai besneên Van lijf en leen; Haar oogjes zijn als git; Haar vel is lelijwit; Maar zij heeft oordeel noch verstand; Nooit bied ik haar als vrouw mijn hand. Lucinde heeft een vluggen geest, Zij schrijft en leest, En spreekt zelfs als een boek; Maar ach! haar hart is t' zoek, Zij ziet, verblind door trotschen waan, 't Edelst gevoel voor laagheid aan. [pagina 47] [p. 47] Eer ik mijn lot verbinden zou Aan zulk een vrouw, Die van geen pligten weet, Draag ik aleen mijn leed; Neen! hoe het ga, geloof mij vrij, Zulk eene vrouw is niet voor mij. Een vrouw, die net en zedig is, Gezond en frisch, Verstand en zachtheid heeft, Getrouw en deugdzaam leeft: Dit is een schat, geloof mij vrij; Zulk eene vrouw zoek ik voor mij. 1805. Vorige Volgende