Volks-liedjens, uitgegeeven door de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen (5 delen)
(1789-1807)–Anoniem Volks-liedjens van het Nut– Auteursrechtvrij
[pagina 24]
| |
Hij lagche dan, en juich' en zing':
Want blijdschap is gewin;
De blijdschap is een lafenis
Voor alles wat bestaat.
Dat dan dat vergenoegen ons nooit verlaat',
Ons nooit verlaat' - ons nooit verlaat'.
Wanneer het aardrijk, jaar op jaar,
Zoo mild zijn vruchten geeft,
Waar van het landvolk met elkaar,
Zoo regt gelukkig leeft;
Wanneer men om den blijden disch
Zijn liefdepanden ziet:
Wat wonder dat men vrolijk is,
En zulk een vreugd geniet?
De blijdschap is een lafenis
Voor alles wat bestaat.
Dat dan dat vergenoegen ons nooit verlaat',
Ons nooit verlaat' - ons nooit verlaat'.
Gij, brave Landman? die mijn wensch
Voor uw geluk ontvangt,
De hemel schenke u 't geen de mensch
Ooit als geluk erlangt!
Zie steeds uw huisgezin verheugd,
Gezond en vergenoegd,
| |
[pagina 25]
| |
En leer den stedeling, hoe vreugd
Aan vlijt en onschuld voegt.
De blijdschap is een lafenis
Voor alles wat bestaat.
Dat dan dat vergenoegen ons nooit verlaat',
Ons nooit verlaat' - ons nooit verlaat'.
Dat welvaart op uw huisgezin
In ruime mate vloeij',
De vruchtbre stam der huwlijksmin
'Er altijd welig bloeij'!
Het aardrijk zegen' uwen vlijt!
Uw arbeid zij voldaan
En breng' u, ten bepaalden tijd,
Gewenschte vruchten aan!
De blijdschap is een lafenis
Voor alles wat bestaat.
Dat dan dat vergenoegen ons nooit verlaat',
Ons nooit verlaat' - ons nooit verlaat'.
Geniet nog lang het ruim genot
Diens zegens met elkaar,
En leeft, te vreden in uw lot,
Nog menig volgend jaar.
Na d'arbeid brenge vrolijkheid
En onschuld u bijéén!
| |
[pagina 26]
| |
Zoo blijven hart en hand gewijd
Tot nut van 't algemeen.
De blijdschap is een lafenis
Voor alles wat bestaat.
Dat dan dat vergenoegen ons nooit verlaat',
Ons nooit verlaat' - ons nooit verlaat'.
1802.
|
|