Volks-liedjens, uitgegeeven door de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen (5 delen)(1789-1807)–Anoniem Volks-liedjens van het Nut– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 20] [p. 20] Het bedrogene Meisje. Wijze: Femmes voulez vous eprouver. Colijn, een brave boerenzoon, Het puikje van de dorpelingen, Arbeidzaam, welgemaakt en schoon, Dorst naar Lisettes hand te dingen. Het meisje, schoon ook een' boerin, Had echter, soms, de stad bekeken, En hier door was haar hart en zin Van veld en kudde gansch geweken. Neen, sprak de fiere, zeker, neen! Geen boer zal ooit mijn hart verwinnen! Colin trad nu gramstorig heen, En ging de zachte Filis minnen. Nu dorst geen enkle boer aan haar Te denken, noch veel min te vragen. Zij wachtte dus van jaar tot jaar, Daar ook geen steêman op kwam dagen. [pagina 21] [p. 21] Thans is zij veertig jaren oud; Haar schoon gelaat is gansch bezweken, En 't meeste, dat haar bezig houdt, Is, kwaad van jonge liên te spreken. Zij gloeit van spijt en felle smart, Als zij Colijns geluk hoort roemen, Daar zij, in 't heimlijk, in haar hart, Zich om haar dwaasheid zelf moet doemen! Meisjes, die gaarne waart getrouwd! Laat u Lissett' een voorbeeld wezen, Dat ge op geen dwaze hoop vertrouwt, Wijl gij dan ook haar lot moogt vrezen! Als 't u een brave jongen vraagt, Laat hem dan ook u hand verwerven, Terwijl gij anders ligtlijk waagt, Als oude vrijsters nog te sterven. 1802. Vorige Volgende