Volks-liedjens, uitgegeeven door de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen (5 delen)(1789-1807)–Anoniem Volks-liedjens van het Nut– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 59] [p. 59] Weldoen en Vrolijk zijn. Wijze:Wie heeft ooit grooter gek gezien. Nu zing ik eens een vrolijk lied. Wijkt zorg en smart, wijkt uit mijn hart, Verstoort mijn vreugde niet. Geen groote staat, geen geld noch goed, Geen pragt, die aan het oog voldoet, Maar een gerust en blij gemoed, Is 't daar mijn ziel naar haakt. Dan is mijn lot volmaakt. Wat baat het, dat ik zucht' en klaag'? En droevig schreij', om 't geen ik lij, Vermindert dit mijn plaag? ô Neen! en daarom, wijl ik weet, Dat niemand hinkt aan 's anders leed, Dus waar' het nutt'loos tijd besteed, En 't leven is te kort, Dat 't zo versleten wordt. [pagina 60] [p. 60] Kom lustig dan met frisschen moed Mijn pligt volbragt, dat lust en kragt, Op nieuw herleeven doet. Men leeft niet voor zich zelv' alleen, Maar ook tot nut van 't algemeen; Zo gaan de dagen vrolijk heen. En van geen kwaad bewust, Slaap ik des nachts gerust. Ik ben te vreden met mijn deel, Is 't breed of smal, genoeg is 't al, Is 't weinig, of is 't veel: Mijn hart dat ieder mensch bemint, Dat zich aan 's naasten dienst verbindt, In weldoen zijn genoegen vindt, Hoe ook mijn toestand zij; Is vrolijk, vrij en blij. Ma.V.H. Vorige Volgende