Volks-liedjens, uitgegeeven door de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen (5 delen)(1789-1807)–Anoniem Volks-liedjens van het Nut– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 10] [p. 10] Klaagzang. Stem: Ps. 77. of, Wat is ons al vreugd gegeeven. Goede God! die uit den hoogen, Met ontfermend mededoogen, Al uw schepslen gadeslaat; Zie ook onzen jammerstaat. Zie, hoe 's waerelds tegenspoeden, Vol verschrikking op ons woeden; Hoe ons afgefolterd hart, Schier bezwijkt van angst en smart. Hier zien we ons door booze menschen, Drukkende ongeneuchtens wenschen; Daar dreigt ons de bittre haat, Met verachting, schande en smaad; Ginds tracht m' ons onze eer te ontrukken, Nu zien we onze vlijt mislukken; Dan weêr schijnt ons gansch bestaan, t' Eenemaal te niet te gaan. [pagina 11] [p. 11] Was ons in dit treurend leven! Slechts gezondheid bijgebleeven; Maar helaas! daar ziekte en pijn, In ons huis gedrongen zijn, Weigren eertijds trouwe vrienden, Zij die ons in voorspoed dienden, Toen geen heil ons scheen te ontvliên! Ons in 't onheil aan te zien. Konden we, in geloofsvertrouwen, Op uw liefde, ô Vader, bouwen, Daar ge u in uw dierbren Zoon, Als verzoend hebt aangeboôn: Dan zou 't ziele-grievendst lijden, Ons voor zelfverwijt bevrijden; Daar ons hart ons zelf verklaagt, Ons voor uwen rechtbank daagt. Ach! waar zullen we ons toch wenden, Midden in de bangste ellenden, Dan tot u, ô God! ons oog Heffen wij tot u om hoog. Schoon we uw wetten stout verachtten; Thans bijna van druk versmachten; Schoon wij hooploos zijn; gij weet Uitkomst in het bangste leed. [pagina 12] [p. 12] Niets kan uwe gunst beperken. Doe ons dan die gunst bemerken. Hoed ons voor vertwijfeling, Midden in uw tuchtiging. Laat geen armoede ons genaaken. Blijf voor onzen welstand waaken. Schenk ons uwen geest. Geleid Ons door hem ter zaligheid. D.B. Vorige Volgende