Volks-liedjens, uitgegeeven door de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen (5 delen)(1789-1807)–Anoniem Volks-liedjens van het Nut– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 8] [p. 8] Avondzang. Stem: Ps. 25. Lof betaamt uw gunstelingen! Wij, aanbidlijke Opperheer! Roemen uwe zeeningen, Juichen uwen naam ter eer. 'tIs door uwe liefde alleen, Dat we in dit kortstondig leven, Voor veel leeds en tegenheên, Gunstig zijn bewaard gebleeven. Deezen dag, ô eeuwig Weezen! Kroonde ge onze zorg en vlijt, Hoede ge ons voor angstig vreezen, Hebt ge ons hart door vreugd verblijd. Gij sloegt ons goeddaadig gaê. Voorspoed, rust, gemak en vrijheid. Smaakten wij, door uw genaê, Wekken ons tot dankbre blijheid. [pagina 9] [p. 9] Maar wij moeten schreiend klaagen, Klaagen met een waar berouw, Dat wij u en ons mishaagen; Want wij zijn u ongetrouw: Daar we om onzer zonden schuld, Ons uw gunst onwaardig achten, Hebben we op uw taai geduld, Rechter! eenmaal straf te wagten. Maar uw liefde doet ons hoopen, Op uw teêrbeminden Zoon. Ach! zet ons den toegang open, Tot uw zegenrijken troon. Scheld ons onze schulden kwijt. Hoed ons voor een slaap der zonden. Geef dat we aan uw dienst gewijd, Schuldloos leeven t'allen stonden. Daar onze afgematte leden, Hijgen naar een zachte rust, Smeeken we u, verkwik ons heden Door den slaap, en schenk ons lust, Om u met een dankbaar hart, Voor uw liefde en tedre zorgen; Voor 't behoên van leed en smart. Te eeren op den dag van morgen. D.B. Vorige Volgende