Volks-liedjens, uitgegeeven door de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen (5 delen)(1789-1807)–Anoniem Volks-liedjens van het Nut– Auteursrechtvrij Vorige Volgende [pagina 39] [p. 39] Morgenlied van een Arbeidsman. Wijze: als Febus met gloeijende straalen. Daar zie ik het daglicht weêr rijzen, Kom, lustig! ten bedde uit gestapt. Wie zou toch den arbeider prijzen, Wien 't licht op zijn leger betrapt? Ik moet van mijn pligten mij kwijten, Mijn hart zou mij altoos verwijten: Gij hebt tot uw schande geleefd. Zou 'k droomend' die uuren verslijten: Die God om te werken mij geeft. Ik sliep dezen nacht zonder zorgen, Mij kwelde geen ziekte noch smart. Bij 't rijzende licht van den morgen, Verheft zich nu vrolijk mijn hart. ô Schepper en Heer van mijn leven! Gij hebt mij gezondheid gegeeven, En mij als een vader behoed; Dies roem ik, door liefde gedreven, Uw gunst met een dankbaar gemoed. [pagina 40] [p. 40] Wil mij dezen dag ook bewaaren, Uw zegen bekroone mijn vlijt! Bevrij mij voor alle gevaaren, Behoed mij voor wangunst en nijd! Laat mij in mijn lot steeds te vreden, Mijn kragten met ijver besteeden, Zo word' ik van ieder bemind. En breng' ik voor u mijn gebeden Verhoor dan, ô Vader! uw kind. Ma.V.H. Vorige Volgende