Volks-liedjens, uitgegeeven door de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen (5 delen)(1789-1807)–Anoniem Volks-liedjens van het Nut– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Gods voorzorg. Wijze: Waar heen? mijn ziel! waar heen? Wat leed! helaas! wat leed! Wanneer men nimmer weet, Zich naar zijn lot te voegen; Men delft zijn eigen graf, En rooft zich al 't genoegen, Dat ooit het leven gaf. ô Hemel! laat mijn hart, Geduldig in zijn smart, Standvastig 't leed verduuren! Dat toch niet eeuwig blijft; Daar eens, na weinige uuren, De dood mijn rouw verdrijft. [pagina 16] [p. 16] De tijd, de vlugge tijd, Die altoos voorwaards glijdt, Slijt ook verdriet en kwelling, En al wat mij ontmoet, Staat onder Gods bestelling, Die 't muschjen zelfs behoedt: Mijn lot is in zijn hand. Zijn onbeperkt verstand, Zal voor mijn welstand zorgen; 'k Ben van zijn trouw bewust; En wagt getroost den morgen Van eindelooze rust. Ma.V.H. Vorige Volgende