Vlissings redens lust-hof, beplant met seer schoone en bequame oeffeningen
(1642)–Anoniem Vlissings Redens lust-hof– Auteursrechtvrij
[Folio Ff3v]
| |
Stemme: Psalm 103. Ofte/ Gelooft zy Godt die my heeft uytverkoren.
Ga naar margenoot+DEn waren Godt die uyt niet wist te stichten
Dit groote Ront, met al des Hemels lichten
Ga naar margenoot+Is voor sijn volck, in noot een sterckt en schilt:
Ga naar margenoot+Die veel genaed doet aen sijn lieve kind'ren,
Ga naar margenoot+Soo dat geen dinck hun schaden kan of hind'ren
Als hy sijn jonst en hulp haer toonen wilt.
Ga naar margenoot+2. Hy kan de kracht des felle pijlen stutten,
En voor de sieckt, des middaeghs hitt' beschutten:
En voor 't gemelt dat inder nacht geschiet,
Van pest of doodt, die sluypend' ons bestrijden,
Ga naar margenoot+Kan sijne hulp ten besten ons bevrijden:
Ga naar margenoot+Want Isr'els Godt en slaept noch sluymert niet.
Ga naar margenoot+3.Of groot getal van menschen hun bewegen
Om met gewelt sijn hulp te strijden tegen,
't Is te vergeefs: hy weet in grooten noot
Ga naar margenoot+Door 't diepe nat een ruymen wegh te maken,
Ga naar margenoot+Waer langhs sijn volck kan heyligh over raken,
Ga naar margenoot+In tegendeel de aend're aen hun doodt.
4. Voor hongers noot, en tegen 't dorstigh sticken,
Ga naar margenoot+Kan sijne hulp bequame spijs beschicken,
Ga naar margenoot+En uyt een rots om drincken volheydts vloet:
Ga naar margenoot+O waerde Rots! Die neffens 't tijdtlijck leven,
Ga naar margenoot+Den besten dranck ter zaligheydt kunt geven,
Ga naar margenoot+Niets hindert ons als ghy u hulpe doet.
Besluyt.
Ga naar margenoot+5. In 't kort geen dinck en kan sijn hulpe keeren:
Ga naar margenoot+Mits hy een Godt en Heer is aller Heeren,
Ga naar margenoot+Die 't al vermacht, en hulpe geeft alleen.
Ga naar margenoot+Die laet ons elck in ootmoet tot hem treden,
En om sijn hulp aenhouden met gebeden:
Ga naar margenoot+Want die is nut een yeder oock 't gemeen.
In vreede vruchtbaer. A. van Oevel, Niet te hoogh. |
|