De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 21
(1891)– [tijdschrift] Vlaamsche Kunstbode, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd
[pagina 480]
| |
Boekbeoordeeling.I.
| |
[pagina 481]
| |
II.
| |
III.
| |
[pagina 482]
| |
Frankrijk. Doch op onzen tijd, begint men naar minder kostelijke boeken uit te zien. De intellektueele benoodigdheden zijn vele: men moet, benevens zijne speciale vorming, nog een zekere algemeene wetenschap bezitten, en de boekenkast is ruim en het budget weinig aanzienlijk. Velen zouden er tegen opzien, voor een zulker groote encyclopaedieën een paar honderd frank uit te geven, en dat is de reden waarom zulke werken nooit zeer verspreid zullen geraken; jammer genoeg dat al het goede dat zij bevatten, ongenaakbaar blijft! Toch blijft het encyclopaedisch handboek een behoefte voor iedereen, en vooral op onzen tijd. Vóór men aanspraak kan maken op den titel van een ‘beschaafd man’, moet men ten huidigen dage geen geringe mate van kennis in zich hebben opgenomen. Hoevelen zijn er dan ook niet, welke, zich vergenoegend met hun speciale wetenschap te kennen die hun het brood verschaft, als onwetenden worden aangemerkt? In hun vak zijn het gewis knappe lui, doch daarnevens moet men hen niet ondervragen. Zulke leveren het bewijs, dat de beschaafde op onzen tijd ook een zekere algemeene kennis bezitten moet. Ik beschouw het dus als een goed werk, een weldaad voor de wereld der kleine beurzen - en zij zijn talrijk - dat de vooruitgang der boekdrukkunst den ondernemenden uitgever A.W. Sijthoff in staat heeft gesteld, een middenweg in te slaan tusschen het al te beknopte handlexikon en de omstandige encyclopaedie. Zijn Woordenboek voor Kennis en Kunst is berekend op 10 deelen, van bij de 600 bladzijden ieder op twee kolommen. Hoewel tamelijk dicht gedrukt, is de gekozen letter toch zeer duidelijk, en het uitzicht van het boek sierlijk. De typographische uitvoering mag, als van alles wat Sijthoff levert, goed gelukt heeten. Dit punt meen ik hier te moeten doen uitkomen, wegens den ongemeen lagen prijs tegen welken het boek is verkrijgbaar gesteld. De Vlaamsche lezer, gewoon aan zijn berekening van 1 centiem per bladzijde die in Vlaanderen een eerste vereischte is voor het succes van een boek, heeft wellicht reeds in zich de gedachte voelen opkomen, dat het hier aangekondigde Woordenboek aan deze vereischte niet kan voldoen. De wakkere uitgever, die reeds zooveel heeft gedaan ter verspreiding onzer beste auteurs, heeft ook deze ‘Kaap der Stormen’ omzeild. Het ‘Woordenboek voor Kennis en Kunst’ kost slechts fr. 0.55 per aflevering van 96 bladzijden, dat is, veel minder dan één centiem per bladzijde. Het geheel wordt geraamd op 60 afleveringen, en zal in geen geval | |
[pagina 483]
| |
meer kosten dan gl. 15 of fr. 32. Voor zoo weinig geld mag zich niemand, die leest en zich wat aan de kultuur van den geest gelegen laat, hetvoordeel van een werk ontzeggen, waarin bericht wordt omtrent de algemeene wetenschap. Deze encyclopaedie nu beveelt zich in 't bijzonder aan, omdat zij nog altijd beknopt is en toch zooveel brengt. Eerst uit het gebruik van het boek leert men, hoeveel in de twee dichte kolommen dezer bladzijde vervat is. Het schijnt wel, bij nader onderzoek, dat de uitgever zich voor de samenstelling van dit woordenboek tot de rechte mannen gewend heeft. Althans voldoen de twee voorliggende deelen volkomen aan de eischen, die men van het wetenschappelijk standpunt mag stellen. Ongemeen rijk is het boek aan allerhande inlichtingen, die zeer welkom zullen zijn aan den lezer, welke slechts in 't voorbijgaan zich over een naam, of een datum of een ander feit wenscht te vergewissen, of den studeerende, die zijn geheugen wil opfrisschen. Voor wat ons land betreft, schijnt deze encyclopaedie merkelijk hooger te staan, voor wat nauwkeurigheid en welingelicht-zijn betreft, dan andere soortgelijke werken, ook Winkler Prins niet uitgezonderd. Algemeen, zooals men weet, is steeds geklaagd geworden van Vlaamsche zijde, dat België door de Hollanders behandeld wordt als ware het een geheel Fransch land. Het feit valt niet te loochenen, dat doen zij ook. En in 't voorbijgaan, het is de schuld der Vlamingen zelve. Nog op 't laatste Nederlandsch Congres te Gent, hoorden wij de Noorderbroeders, die eens de stad waren rondgewandeld, uitroepen: ‘Maar is dát die oude Vlaamsche stad Gent! 't Is hier ook alles Fransch: opschriften, advertentiën, kranten en de rest! De flaminganten zelven spreken onder elkander Fransch!’ Zij hadden nogmaals gelijk te over! Het moet dan ook niet verwonderen zoo de Hollanders onze plaatsnamen onder hun Franschen vorm drukken. Ik verklaar mij het feit, zonder het daarom te verschoonen: een gebrek blijft het in een boek. Voor zooveel ik in het verschenen gedeelte van Sijthoffs woordenboek heb kunnen oordeelen, bestaat het gebrek hier minder dan bij anderen. Laat ons hopen dat het ook in de volgende deelen zal vermeden worden. De nauwkeuriger kennis van Vlaanderen, die bij de samenstellers van deze encyclopaedie schijnt aanwezig te zijn, moet in het oog van den Vlaming een verdienste zijn waarop gewicht mag gelegd worden. De twee volkeren, tusschen welke | |
[pagina 484]
| |
eene toenadering zoo gewenscht, ja, tot hun behoud zoo noodig is, moeten elkander nauwkeurig leeren kennen. Kan men het niet uit eigen aanschouwing, - het beste middel is zeker een reisje te ondernemen in het land zelf - men doe het uit de boeken. Daarom zeg ik den Vlaming: Wenscht gij een encyclopaedisch handboek aan te schaffen, kies onder de Hollandsche voorhanden werken. In de andere, in den vreemde verschenen, beslaat Nederland de plaats niet, waarop het in onzen voorraad van kennis recht heeft. Zij zijn met betrekking tot onze geschiedenis, onze letterkunde, onze aardrijkskunde niet uitvoerig of nauwkeurig genoeg. Geen dan een Hollandsch werk zal in dit opzicht voldoen, en geen onder de Hollandsche werken van dezen aard meer dan Sijthoff's Woordenboek voor Kennis en Kunst.
Aug. Gittée. |