| |
| |
| |
Kroniek.
XXIe Nederlandsch Taal- en Letterkundig Congres. -
Wij hebben de eer U te berichten, dat door de Bestendige Commissie der Nederlandsche Taal- en Letterkundige Congressen de stad Gent werd aangewezen als de plaats, waar dit jaar het XXIe Congres zal worden gehouden.
Te Gent in 1849 gesticht, hebben die vreedzame bijeenkomsten van letterkundigen, geleerden en voorstanders der ontwikkeling van den Nederlandschen volksstam reeds twintig vergaderingen beleefd, die ongetwijfeld tot het heil van Noord en Zuid hebben gestrekt.
De eenheid van Spelling, het op touw zetten van het groot Woordenboek der Nederlandsche Taal, de vrije invoer van boeken in Nederland en België, de afschaffing van het dagbladzegel in Noord-Nederland, de verlaging van het posttarief, de eenheid van uitpraak, de opbeuring van het nationaal tooneel, de verbetering van het onderwijs der Nederlandsche taal in de beide landen, de uitbreiding van den Nederlandschen boekhandel en niet het minst eene steeds innigere toenadering tusschen de taalbroeders van Noord en Zuid, ziedaar wat de Nederlandsche taal- en letterkundige Congressen zoo niet uitsluitend hebben tot stand gebracht, dan toch krachtig hebben behartigd of gedeeltelijk helpen verwezenlijken,
Reeds vier jaren zijn verloopen, sedert dat het laatste Congres zoo schitterend te Amsterdam werd gehouden.
Zou het nut der Nederlandsche taal- en letterkundige Congressen verminderd zijn, en een deel van de droomen hunner stichters eene werkelijkheid zijn geworden?
Wij denken het niet.
Het Noorden heeft er stellig een stoffelijk en zedelijk belang bij, dat onze drie miljoenen Vlamingen getrouw aan de gemeenschappelijke moedertaal blijven, dat de Nederlandsche letterkunde ook ten zuiden van den Moerdijk bloeie, dat de Nederlandsche boekenmarkt zich uitstrekke van Duinkerke tot aan den Dollart, dat de Nederlandsche stam in België niet verbastere.
Voor Vlaamsch België is het belang zoo mogelijk nog grooter; want voor ons Vlamingen geldt de strijd, dien wij voeren, ons eigen bestaan en ons eigen behoud; en in dien strijd kunnen wij den zedelijken steun, de wetenschap, de beschaving onzer taalbroeders uit het Noorden niet missen.
Daarom hopen wij, dat Gij het aanstaande XXIe Congres, welk in de laatste dagen van Augustus in onze stad zal gehouden worden, met uwe tegenwoordigheid zult vereeren.
Als naar gewoonte, zullen de beraadslagingen gewijd zijn aan alle vraagstukken, die het behoud van den Nederlandschen stam aanbelangen, en in de eerste plaats aan de Nederlandsche taal- en letterkunde, de Nederlandsche geschiedenis en oudheidkunde, het Neder- | |
| |
landsch tooneel, den Nederlandschen zang en den Nederlandschen boekhandel.
Behalve de beloofde verslagen over vraagpunten, in het vorig Congres opgeworpen, zullen geene geschrevene redevoeringen worden toegelaten, waarvan de voordracht meer dan een vierde uurs zou vorderen.
Bij eene gewenschte wrijving van meenigen, wordt het bespreken van eenig punt van godsdienst of van staatkunde, in verband met het doel der Congressen, niet ontzegd, mits strenge eerbiediging van de overtuiging van andersdenkenden.
De Regelingscommissie zal geene moeite sparen om de Congresleden te Gent het gulhartigste onthaal voor te bereiden.
Vermindering van vrachtprijzen op de spoorwegen zal zij voor de deelnemers trachten te verkrijgen, alsook vrijen toegang tot de kunstschatten en andere merkwaardigheden onzer stad.
Aangenaam zou het ons zijn vóór 1en Juli te vernemen, of Gij voornemens zijt het lidmaatschap van het Congres te aanvaarden. Het is gesteld op 5 frank (f2,50).
Gelief ons ook, met uw antwoord, de punten op te geven, die Gij op het Congres wenscht te bespreken, of de vragen, die Gij aan de vergadering zoudt willen zien onderwerpen.
| |
Namens de regelingscommissie:
Het Bestuur:
Jhr. A. de Maere-Limnander, voorzitter; Dr. H. Claeys, pastoor St. Nicolaaskerk, lid der Koninklijke Vlaamsche Academie; Mr. Julius Vuylsteke, uitgever, voorzitter van het Algemeen Bestuur van het Willemsfonds, ondervoorzitters; Dr. Ad. De Ceuleneer, hoogleeraar, voorzitter van den Vlaamschen Kath. Landsbond voor Oost-Vlaanderen; Edmund Fabri, ingenieur, voorzitter van den Snellaertskring; P. Geiregat, letterkundige; G.D. Minnaert, paedagogisch best. van het stadsonderwijs; A. Siffer, uitgever, lid van het Hoofdbestuur van het Davidsfonds; Mr. Fl. Van Duyse, krijgs, auditeur, toonkundige; J. Vercoullie, leeraar aan de hoogeschool, leden; Dr. Paul Fredericq, hoogleeraar, Mr. Julius Obrie, rechter, lid der Koninklijke Vlaamsche Academie, secretarissen.
| |
Letter- en tooneelkunde.
- Onze medewerker Medard Verkest heeft een vlugschrift uitgegeven, waarin hij al zijne artikelen over Kerstmis, Nieuwjaar en Dertiendag, vroeger in een weekblad van Tongeren veschenen, heeft bijeengekracht. Het is een zeer verdienstelijk werk, dat aan allen, die zich met volkskunde bezig houden, zeer welkom zal zijn.
- Op tweeden Sinksendag heeft de Tooneelschrijvers-bond te Antwerpen eene algemeene vergadering gehouden. Uit het verslag van den algemeenen sekretaris M. Isidoor Albert, blijkt dat de Bond goed werkt en, voor een eerste jaar, een allerbesten uitslag heeft bekomen. Er is gedurende dit eerste proefjaar gebleken, dat het innen der schrijversrechten voor het opvoeren van tooneelstukken, waarvoor velen dachten dat dit eene onmogelijkheid zou zijn geweest, zeer gemakkelijk is gegaan.
| |
| |
Wel hebben tooneelgezelschappen en troepen er in het begin tegen gemord, maar zij hebben geëindigd met rede te verstaan en zich te onderwerpen aan het betalen dier rechten, wat niet meer dan billijk is.
Verscheidene der goed gekende tooneelschrijvers van Noord-Nederland, waartusschen de heeren Rosier Faassen, Marcellus Emants, De Vos, Delamar en andere, hebben zich laten inschrijven als lid van den Bond.
De heer Paul Billiet stelde voor, de Stadsbesturen te verzoeken, om in de lastkohieren eene bepaling te voegen, welke zegt ‘dat van het getal der oorspronkelijke bedrijven elk jaar ten minste een derde of de helft nieuwe (nog niet vertoonde) zullen moeten zijn.’ dat is 20 of 30 op de 60.
Dit voorstel vond algemeen bijval en werd, met toejuiching, verzonden naar het Middenbestuur, dat zal onderzoeken, welke maatregelen dienen genomen te worden om er de verwezenlijking van te bekomen.
- Van onzen trouwen medewerker Victorien Van de Weghe ontvangen wij de eerste reeks zijner Verzamelde Gedichten, een lief boekdeel van 216 bladzijden, op stevig papier netjes gedrukt.
Eenige dezer gedichten verschenen over 20 jaar; vele onzer lezers zullen ze derhalve niet kennen. Wij raden dan ook iedereen aan met de poëzie van Van de Weghe, eenen onzer oudste en kloekste strijders, kennis te maken.
Wij hopen later meer breedvoerig op dezen bundel terug te komen.
| |
Beeldende kunsten.
- Op 27 Mei werden de verscheidene proeven van den voorbereidenden prijskamp van Rome in Beeldhouwkunde beoordeeld.
Zestien mededingers hadden aan den prijskamp deelgenomen, tusschen deze heeft de Jury zes medekampers uitgekozen, die binnen kort zullen overgaan tot het bearbeiden der eenige proef van den grooten prijskamp.
Ziehier de namen der zes aangenomenen:
1o De Haan, leerling der Kunstschool van Brussel; 2o Boncquet, idem; 3o Dupon, leerling van het instituut van Antwerpen; 4o Rombeaux, leerling van Brussel en van M. Jozef Lambeaux; 5o Van Emelen, leerling van den H. Van der Linden; 6o Delbek, leerling van het instituut van Antwerpen.
- De beoordeeling der verscheidene proefwerken van den voorloopigen prijskamp van Rome in graveerkunst leverde den volgenden uitslag op: 1. de heer Sterckx, van Antwerpen; 2. de heer Greuse, van Bergen; 3. de heer Van Loei, van Antwerpen; 4. de heer Dudley, van Gent; 5. de heer Meunier, van Brussel; 6. de heer Bennier, van Bergen.
| |
Toonkunde.
- De Charlotte Corday van Peter Benoit werd onlangs door het Antwerpsch Nederlandsch tooneel met overgrooten bijval te Amsterdam en te 's Hage uitgevoerd.
- Op het 5e leerlingenkoncert der Antwerpsche Muziekschool werden door de leerlingen van de klas van Mev. Degive 13 Nederlandsche oude volksliederen, en evenveel kunstliederen van Zuid- en
| |
| |
Noordnederlandsche komponisten ten gehoore gebracht, een bewijs dat onze zangers, als ze maar willen, goede Vlaamsche liederen genoeg kunnen vinden, om de flauwe Fransche romancen te vervangen.
- Binnen kort zullen de inschrijvers van het Willems-Fonds het eerste deel van het lang verwacht Nederlandsch Liederboek ontvangen, bevattende 43 vaderlandsche en historische zangen.
In het tweede deel, dat ter perse ligt, zal eene keus uit de oude en nieuwe balladen, verhalende liederen, minneliederen, studentenliederen, kinderliederen en luimige liederen te vinden zijn.
| |
Vlaamsche belangen.
- Wij vernemen met genoegen dat de vrije hoogeschool van Brussel besloten heeft een Vlaamschen leergang van strafrecht in te richten en deze taak heeft toevertrouwd aan den heer H. De Hoon, substituut van den procureur des konings te Brussel.
Al wie den heer De Hoon kent, weet dat deze leerlang in goede handen berust, en dat de nieuwe professor zich op uitstekende wijze van zijne taak zal weten te kwijten.
- Mr Obrie, rechter te Gent, lid der Vlaamsche Academie, heeft op Donderdag 4en Juni, in de Vlaamsche Balie van Gent eene voordracht gehouden over de rechtstaal, inzonderheid met betrekking tot het strafrecht.
Met zijne welbekende bevoegdheid, sprak hij vanoverdreven taalzuivering die zoo vaak in taalbederf ontaardt, enz. Met het smeden van nieuwe woorden, dient men zeer voorzichtig te werk te gaan; bij eene samenkoppeling van woorden, hebben meest alle onderdeelen eene vaste beteekenis, die moeilijk gewijzigd kan werden.
De jongere onder de advocaten waren vooral talrijk opgekomen. Voor hen heeft spreker op het einde van zijne rede eenige woorden van aanmoediging, van opwekking gehad. De jeugd vooral moet door dit grootsche werk, de heropbeuring van ons volk, aangewonnen worden, zij vooral moet helpen verwezenlijken wat de oudere hebben gedroomd, van haar alleen hangt de toekomst af: dit heeft Mr Obrie uitstekend begrepen daar hij zich steeds met voorliefde tot haar wendt. Zij, overigens, heeft het edele van zijne pogingen leeren waardeeren, terwijl zij hem als leermeester, zoo wel te Luik en te Gent hoogschat.
Mr Alb. Fredericq, die de zitting voorzat, heeft den redenaar onder de toejuigingen der toehoorders overzijne voordracht geluk gewenscht.
| |
Sterfgevallen.
- M. Aug. Gondry, hoogleeraar en raadsheer bij het Beroepshof van Gent, sedert 1880 algemeene sekretaris van het Willemsfonds, en een overtuigd kampioen voor onze Vlaamsche rechten, is op 26 Mei te Gent overleden. Bij zijn graf werd door Jul. Vuylsteke eene prachtige lijkrede uit, terwijl Karel Bogaerd een gedicht voordroeg.
- J. Worp, een zeer verdienstelijk Nederlandsche toonkunstenaar, schrijver van eene Algemeene Muziekleer, van Zangboeken voor kinderen en verscheidene mannenkoren, is in 70 jarigen ouderdom te Groningen gestorven.
|
|