rijkdom onzer literatuur in elk vak, verworven niettegenstaande eene halve eeuw van strijd, minachting en allerlei hinderpalen, maar tevens om de gapingen te doen zien, welke nog bestaan in wetenschappelijke vakken - hoe zeer deze ook door de Zuid-Nederlanders meer beoefend werden dan de voorstanders der verfransching van ons volk weleens beweren.
In het betrouwen, geachte Heer, dat Gij ons Uwe zeer gewaardeerde medewerking tot bereiking van dat loffelijke doel niet zult weigeren, bieden wij U de verzekering aan onzer beste gevoelens.
De bestendige secretaris. Fr. de Potter.
Model No 1. - Conscience (Hendrik), In 't Wonderjaar (1566) Historische tafereelen uit de XVIe eeuw. Antwerpen, Wed. Schoesetters, 1837, 8o, 191 blz. Met 10 platen buiten tekst.
- Tweede uitgave. Antw., L. de Cort, 1841, 8o, 180 bl.
- - Phantazij. Antwerpen, L. de Cort, 1837, 8o, 194 bl.
Model No 2. Kent gij wel? Duetto. Gedicht van Frans de Cort, muziek van J. Van den Plassche. Gent, Ch. de Vylder, 1861.
P.S. - Men gelieve de mededeelingen te zenden aan den Bestendigen Secretaris der Akademie, Godshuizendreef, 29, Gent.
- Prijskampen der Vlaamsche Akademie. - In onze voorgaande aflevering hebben wij die prijskampen medegedeeld. Wij laten hier nu de voorwaarden volgen:
Voor de wedstrijden worden enkel handschriften en niet te voren uitgegeven stukken aanvaard. De werken moeten leesbaar in het Nederlandsch geschreven zijn.
De schrijver stelt zijnen naam op zijn opstel niet; hij voorziet dit slechts van eene kenspreuk, welke hij met opgave van zijne naam en woonplaats, in een gesloten briefje, dat dezelfde spreuk tot opschrift heeft, herhaalt. Voldoet hij aan de laatste bepaling niet, dan kan de prijs hem geweigerd worden.
Eene belooning van 600 franken, ofwel een gouden gedenkpenning van gelijke waarde, zal gegeven worden aan den schrijver van elk bekroond werk.
De mededingende handschriften over de vier eerste onderwerpen moeten ten huize van den bestendigen Sekretaris (de heer Fr. De Potter, Godshuizendreef, 29) vrachtvrij ingezonden vòor den 1 Augustus 1891. Het uiterst tijdstip voor het inzenden des gedichts is vastgesteld op 15 Juni 1890. De stukken, na de voorgeschreven dag ontvangen, of zulke, welker opstellers zich op eenige manier zullen doen kennen, worden uit den prijskamp gesloten.
De Akademie eischt voor de prozawerken de grootste nauwkeurigheid in de aanhalingen en vraagt uit dien hoofde, dat de mededingers de uitgaven, alsook de bladzijden der door hen aangehaalde boeken, zouden aanduiden. - Zij meent den mededingers te moeten berichten, dat al de handschriften, aan haar oordeel onderworpen, als haar eigendom in hare archieven bewaard blijven, en zij zich het recht voorbehoudt deze geheel of gedeeltelijk, in druk te geven.
Van de niet ter uitgave aangenomen stukken zullen de mededingers, te hunnen koste, een afschrift kunnen bekomen, mits overeenkomst met den bestendigen Sekretaris.
- Prijskamp. De Belgische Bond der Genootschappen van werkmeisjes en werkjongens, schrijft voor 1890 eenen nieuwen tooneelprijskamp uit, met eenen 1en prijs van 250 fr.; eenen 2en prijs van 100 fr. en eervolle meldingen (diplomas) voor de beste, niet bekroonde stukken.
De handschriften moeten ingezonden worden voor 20n September, aan den