Boekbeoordeeling
Droeve dagen, volksverhaal door René Vermandere. Borgerhout. Drukkerij J. Leemans. 1890.
‘Het is een droevig, droevig lied’
‘En 'k weet wel niet of ik het zingen zoude.’
Zóó zong ergens dichter Antheunis, meen ik. Dienzelfden weemoedigen toon, datzelfde droevig, droevig lied, heeft ons René Vermandere, in proza laten hooren. Wij merkten reeds vroeger op dat schrijver eene voorliefde heeft voor het schetsen van die donkere lijdenstooneelen; waar de christene gelatenheid en onderwerping echter een bemoedigend lichtstraaltje doorheen flikkeren laat. Hoe roerend schoon is het beeld dier moeder weduwe, die na den dood haars echtgenoots trouw bleef aan de liefde, welke zij hem eens in heilvolle dagen voor het altaar zwoer, en wier liefde als in een brandpunt samenstraalt op het hoofd van haar Jantje, een aanminnig zoontje, dat later door de onmenschelijke kwaadaardigheid van den afgewezen minnaar blind wordt! O wat een lijdensweg betreedt die moeder! Wat vurige liefde wederzijds van moeder tot Jantje! Zie, er komen daar bladzijden in voor, die het hart innig treffen en het oog doen vochtig worden. - Meer wil ik er u niet van vertellen: men leze het werkje met aandacht, men bewondere de kracht en kleur waarmede de schrijver de natuur schildert; zoodat bij het afmalen van een winterlandschap men als de koude op het lijf voelt vallen. Vaak treffen u ook de rijke verbeelding en grillige fantazij des schrijvers. Het is kortom een goed volksboek; een boek voor de huiskamer; een boek voor moeders; een boek voor dochters! 't Is geschreven in dien toon, dien wij in vele oude volksliedjes aantreffen, een toon van stille weemoed, die eigentlijk een karaktertrek van ons onverbasterd Vlaamsche volk is. Wij danken den schrijver om 't genot dat hij ons schonk, en hopen dat zijn eenvoudig boekje in geene enkele bibliotheek ontbreken moge.
Laat ons eene enkele taalbemerking toe: het gebruik van deze, dezen, in de plaats van het verbogen persoonlijk vrnw. van den derden persoon, hij, is voor ons onuitstaanbaar.
E. Van Langenhoven.