| |
| |
| |
Kroniek.
Letter- en tooneelkunde.
- Onze trouwe medewerker, de heer Gustaaf Segers, leeraar aan de Normaalschool van den Staat te Lier, zal zijne Studiën over Joost Van den Vondel opnieuw uitgeven.
Het verslag der Vondelfeesten, hetwelk de heer Gustaaf Segers voor een paar jaren uitgaf mocht zich in eenen onverhoopten bijval verheugen. Men vond er de vrucht der studiën in, die de leeraar gedurende jaren aan de werken van den grooten dichter had gewijd.
Het nieuwe boek zal echter geen eenvoudige herdruk van het eerste wezen. De schrijver heeft het omgewerkt, verbeterd en volledigd; het zal thans omtrent vierhonderd bladzijden in groot 8o tellen. Ziehier overigens de studiën, die er in voorkomen:
Vondel als Humorist, Vondel als Kunstvereerder, Vondel en zijn Tijd, Vondels Spreukenschat, Vondel en Oldenbarnevelt, Vondel de Heldenzanger van Nederland, Vondel als Dichter en als Mensch, Het Karakter van Lucifer, Twee Karakters uit Vondel, Vondel en Milton, Vondel en Bilderdijk, Eenige Schoonheden uit Vondels Werken, De Vondelfeesten te Antwerpen.
Ten zeerste bevelen wij deze uitgave bij onze lezers aan.
- Vlaamsche Akademie. - In zitting van 19en Maart 1890, drukte de Vlaamsche Akademie, op verzoek van den heer bestuurder E. Hiel, den wensch uit dat, ter verheerlijking der Nederlandsche taal en der Vlaamsche kunst, de stedelijke muziekschool van Antwerpen tot Koninklijk Conservatorium zou verheven worden.
De kommissie van redactie voor de vak- en kunstwoorden werd bepaaldelijk samengesteld als volgt: de heeren Coopman, Dr. A. De Vos, Dr. Obrie, Michiels en Prayon-Van Zuylen. Die redactie mag zich zooveel leden uit Zuid- en Noordnederland toevoegen als zij noodig oordeelt.
Het verslag dat over de uitgaven van vak- en kunstwoorden werd opgesteld door den heer Coopman, zal, op last der Koninklijke Vlaamsche Akademie, in de a.s. aflevering der Mededeelingen worden gedrukt.
Eerlang zal een algemeen schrijven gericht worden tot allen, die zich met de studie bezig houden, ten einde hunne pogingen met die der Commissie van de Academie te willen vereenigen.
De commissie van geschiedenis bracht insgelijks verslag uit over hare eerste werkzaamheden; zij heeft aanvang gemaakt met het samenstellen der voorloopige lijst van de namen der schrijvers die beurtelings zullen besproken worden in het ontworpen biographisch woordenboek.
Op voorstel van den dichter Daams, zal de commissie voor nieuwere taal- en letterkunde onderzoeken op welke wijze de Bloemlezing uit de XVIIe en XVIIIe
eeuwsche schrijvers moet uitgegeven worden. De Koninklijke Vlaamsche Akademie verlangt dat haar ten spoedigste een bepaald plan van uitgave wordt voorgelegd.
- In het museum van Aken bezit men in de verzameling dagbladen een exemplaar van de grootste gazet van de wereld, namelijk de in 1859 te New-York verschenen Illuminated Quadruple Constellation. Zij is zoo groot als een billard: 8 1/2 voet hoog en 6 voet breed. De reuzengazet verscheen op den dag van het onafhankelijksfeest en bevat acht bladen van 13 kolommen.
Het papier van het blad, dat slechts alle honderd jaren eens verschijnt is
| |
| |
zeer sterk; het weegt per riem 3 centenaars (150 kil.) 14 personen hebben gedurende 8 weken gewerkt om dat eerste nummer klaar temaken.
Bij de uitgave kostte het nummer 50 cents (2 fr 50 c.) en het werd op 28,000 exemplaren gedrukt, waarvan er tegenwoordig denkelijk niet veel meer voorhanden zijn. De tekst van het blad, 't welk ook zeer schoone houtsneeplaten bevat, zou een groot kwartoboek uitmaken; zonderling genoeg, er staat geene enkele reklame in.
De kleinste gazet van de wereld is de El Telegrama verschijnende te Guadalajara, Mexico; zij is 200 maal kleiner dan de reuzengazet.
- De heer Smits Van Acker, beeldhouwer te Eecloo, heeft de koninklijke Vlaamsche Academie een door hem vervaardigd en, naar getuigenis van bejaarde Eecloonaren, zeer gelijkend borstbeeld van den dichter K.L. Ledeganck ten geschenke gestuurd.
- Prijskampen. - De Koninklijke Vlaamsche Akademie heeft de volgende prijsvragen voor 1891 uitgeschreven: 1. Oud Germaansche letterkunde: de geschiedenis van den infinitivus in de oud-Germaansche dialecten. - 2. Middennederlandsche taal- en letterkunde; Welke is de rol. die in het middeleeuwsch drama werd toegewezen aan het booze beginsel, onder den naam van Lucifer, Sanatas, Sinnekens, enz.? Wat zijn daarvan de algemeene en in sommige werken de bijzondere karaktertrekken? - 3. Nieuwere taal- en letterkunde: Prudens van Duyse beoordeeld als taal- en letterkundige. - 4. Geschiedenis: de geschiedenis van het gebruik der Nederlandsche taal in het (lager, middelbaar en hooger) onderwijs in België van 1830 tot heden. De schrijver zal de officiëele oorkonden: wetten, koninklijke en ministeriëele besluiten, omzendbrieven, programma's, enz. bekend maken, ontleden en desnoods toelichten.
Ter gelegenheid van 's konings jubelfeest 25ste verjaring der troonbeklimming van Z.M. Leopold II), opent de Akademie eenen prijskamp voor een gedicht.
- Bij koninklijk besluit van 11 Maart is een prijskamp uitgeschreven voòr het opstellen van een handboek van gezondheidsleer, ten gebruike der openbare besturen. Het werk mag in 't Fransch of in 't Vlaamsch opgesteld zijn. Een prijs van 3000 frank is uitgeloofd. De werken van Belgische schrijvers alleen kunnen in den prijskamp mededingen en moeten in het ministerie van landbouw ingezonden worden voor 1 october 1891.
- De Klas der Schoone Kunsten van de Koninklijke Akademie van België heeft de volgende prijsvragen voor 1891 uitgeschreven:
| |
Letterkundig gedeelte:
1e | vraag: Maak de geschiedenis der Bouwkunst, die bloeide in Belgie gedurende de 15e en het begin der 16e eeuw, bouwkunst, die zooveel burgerlijke gebouwen deed ontslaan, zooals hallen, stadhuizen, belforten, gildehuizen, gerechtshoven, enz.
Beschrijf den aard en den oorsprong der Bouwkunst van dit tijdperk, met teekeningen en schetsen als bewijsstukken. Prijs: Gouden medalie van 1000 fr. |
2e | vraag: Beoordeel de rol der gravuur in de 19e eeuw. Bepaal, bijzonder voor de koperplaatsnede, de toekomst aan deze kunst voorbehouden onder de afbeeldingsmiddelen. Prijs: Gouden medalie van 600 fr. |
3o | vraag: Welke rol is aan de schilderkunst voorbehouden in hare samenwerking met de bouwkunst en de beeldhouwkunst als middelen tot versiering der gebouwen? Bepaal den invloed dezer samenwerking op de algemeene ontwikkeling der beeldende kunsten. Prijs: Gouden medalie van 800 fr. |
4e | vraag: Maak de geschiedenis der Muziek in het oude graafschap Vlaande- |
| |
| |
| ren tot aan het einde der 16e eeuw en voornamelijk die der godsdienstige en burgerlijke toonkundige instellingen. Bijzondere en vorstelijke kapellen en muzieken, koraalscholen, gilden, enz. Prijs: gouden medalie van 800 fr. |
Antwoorden in het Nederlandsch, Fransch of Latijn in te zenden voor 1 Juni 1891 aan M. Liagre, bestendigen sekretaris der Akademie te Brussel.
Toegepaste Kunst. Muziek. Men vraagt de samenstelling van eene symfonie met groot orkest. Belgen alleen worden toegelaten. Prijs: 1000 fr. In te zenden voor 1 September 1891.
Bouwkunst. Men vraagt een ontwerp van kolom of obelisk ter herdenking eener regeering van vrede.
Het gedenkteeken, op een belangrijk voetstuk geplaatst, zal te midden eener openbare plaats aan het uiteinde eener laan liggen en 50 meters hoog zijn.
Plan, doorsnede en opgang zullen op de schaal van 1 centimeter zijn. Belgen alleen worden toegelaten. Prijs: 600 fr. In te zenden voor 1 Oktober 1891.
| |
Vlaamsche belangen.
- Bezoek van het hoofdbestuur der Vlaamsche Landdagen aan Minister Beernaert. - Het hoofdbestuur der Vlaamsche Landdagen werd op Zaterdag, 5 April, in gehoor ontvangen door den heer Beernaert, Minister van Financien en hoofd van het kabinet. Waren tegenwoordig de heeren Dr. Goffin, De Beucker, Prayon-Van Zuylen, Heuvelmans en Van der Mensbrugghe. De heeren Reinhard, Van Steenkiste en de Visschere hebben zich laten verontschuldigen.
De afvaardiging heeft aan den heer minister de besluiten overhandigd van den Landdag te Brussel, den 23 Februari laatstleden gehouden.
Elk punt werd afzonderlijk en breedvoerig besproken.
Wat de Vlaamsche gemeenten betreft, heeft de heer Beernaert erkend dat de lijst moet herzien worden, bepaaldelijk met het oog op plaatsen, gelijk St-Truiden en Berchem-bij-Antwerpen.
De minister denkt nochtans dat het voorbarig ware, reeds nu Brussel als eene Vlaamsche gemeente te beschouwen.
Betrekkelijk het rechtswezen heeft de heer Beernaert de afgevaardigden verzocht hem kennis te geven van alle overtredingen der taalwet, welke hun ter oore zouden komen en heeft beloofd dat de regeering onmiddellijk maatregelen zou nemen om alle misbruiken te doen ophouden, die zouden kunnen spruiten uit de verkeerde opvatting van de bepaling der wet, aangaande het recht van de rechtbank om in buitengewone omstandigheden het gebruik der Fransche taal bij de pleidooien toe te laten.
De heer Beernaert voegt er bij dat, naar aanleiding van de klachten der Vlaamsche pers, de prokureur-generaal bij 't beroepshof van Brussel door den minister van Justicie werd ontboden, bij wien hij zich waarschijnlijk op dezen oogenblik bevond en bevel zou krijgen een streng onderzoek in te stellen nopens de aangeklaagde feiten.
Wat het onderwijs aangaat, is de minister van meening dat de nieuwe wet van aard is voortaan te beletten dat er in de Vlaamsche gewesten veeartsen zouden aangesteld worden die de Nederlandsche taal niet machtig zijn.
Overigens zullen de vakwoorden in de school te Kuregem in de twee talen worden onderwezen.
De minister heeft verder bevestigd dat er, behalve te Vilvoorde, ook te Gent eene Vlaamsche land- en tuinbouwschool zou worden ingericht en laten hopen dat er later nog dergelijke scholen zullen kunnen ontstaan.
Sprekende over het recht der Vlaamsche studenten, om hunne examen in
| |
| |
hunne moedertaal af te leggen, heeft de heer minister zich verbonden die vraag zeer ernstig te zullen onderzoeken.
Een theoretische en practische leergang van Vlaamsche rechtspleging zal eerlang te Gent worden geopend. De afgevaardigden hebben den wensch uitgedrukt dat die leergang door eenen alleszins bevoegden rechtsgeleerde zou worden gegeven en dat men hem den rang en den titel van hoogleeraar zou toekennen.
De heer Beernaert zal dat verzoek met de vereischte aandacht in overweging nemen en aan zijne kollegas mededeelen.
Daarop was het verhoor ten einde en de afgevaardigden vertrokken, nadat de heer minister nog eens zijne belangstelling in de Vlaamsche zaak had betuigd en zijn voornemen te kennen gegeven om al de Vlaamsche taalgrieven trapsgewijze te doen verdwijnen.
| |
- Uitvoering der Taalwet van 3n Mei 1889.
- Het hoofdbestuur van het Verbond der Vlaamsche liberale vereenigingen heeft besloten een onderzoek in te stellen naar de wijze, waarop, in de Vlaamsche arrondissementen, de laatste taalwet van 3 Mei 1889 op het gebruik der talen in strafzaken wordt toegepast.
Al de belangstellenden worden opgeroepen om aan den heer algemeenen secretaris Arthur Cornette (Delinstraat, 92, te Antwerpen) antwoorden in te zenden op de volgende vragenlijst:
1) | Worden, in de gemeenten van uw arrondissement, de processen-verbaal, voorzien in artikel 1 der wet van 3 Mei 1889, in het Nederlandsch opgesteld?
Worden die verklaringen opgenomen in de taal in welke zij afgelegd werden? |
2) | Wordt de verdediging van Vlaamsche betichten in het Fransch voorgedragen, zonder dat die betichten het uitdrukkelijk aan die rechtbank gevraagd hebben. |
3) | Wanneer een enkele betichte voor de rechtbank verschijnt en hij niets anders dan Nederlandsch verstaat, is het Openbaar Ministerie verplicht in het Nederlandsch te rekwireeren, zelfs wanneer de verdediging in het Fransch voorgedragen wordt.
Wordt die regel nageleefd? |
4) | Wanneer de betichte Nederlandsch en Fransch verstaat, moet het Openbaar Ministerie in het Nederlandsch rekwireeren, indien de verdediging in die zelfde taal is gebeurd.
Wordt die regel nageleefd? |
5) | Wanneer verschillige betichten samen in dezelfde zaak voor de rechtbank verschijnen, en zij allen de beide landstalen verstaan, is het Openbaar Ministerie verplicht het Nederlandsch te gebruiken, indien er van die taal gebruik is gemaakt geworden voor de verdediging van een of meer der betichten.
Wordt die regel nageleefd? |
6) | Wanneer verschillige betichten samen vervolgd worden en zij dezelfde taal niet begrijpen (Vlamingen en Walen), moet het Openbaar Ministerie de taal van de meerderheid der betichten gebruiken. - Diensvolgens, indien de meerderheid uit Vlamingen bestaat, moet het Openbaar Ministerie het Nederlandsch gebruiken, ten ware al de betichten, zonder uitzondering, zich in de Fransche taal deden verdedigen.
Wordt die regel nageleefd? |
7) | De Burgerlijke partij moet gebruik maken van dezelfde taal, die verplichtend is voor het Openbaar Ministerie.
Wordt die regel nageleefd? |
| |
| |
| |
Arondissement Brussel.
Worden de bepalingen van artikelen 13 en 14 der wet van 3 Mei 1889 nageleefd?
Zooniet in welke bijzonderheden worden zij miskend?
| |
Toonkunde.
- Onze Vlaamsche Muziekschool. - De zaak van het verheffen der Vlaamsche muziekschool van Antwerpen tot koninklijk conservatorium is weeral voor de Kamer gekomen en is weeral van de hand gewezen.
De bespreking greep plaats in zitting van 31 Maart ll.
De heeren De Winter, Coremans, de Borchgrave en Helleputte hadden een amendement neergelegd, strekkende om Peter Benoit's heerlijke stichting eindelijk op denzelfden voet te behandelen als de muziekscholen van den staat te Brussel, Luik en Gent.
Opvolgend verdedigden de heeren De Winter en Coremans het voorstel, dat door Minister De Volder en M. Eeman van Gent bestreden werd.
Te Antwerpen nochtans bloeit eene eigenaardige nationale Vlaamsche kunstinrichting, die Peter Benoit er sedert 1867, sedert bijna het vierde eener eeuw, heeft doen geboren worden en die de roem van het Vlaamsche land is geworden.
Aan Antwerpen en aan Peter Benoit een koninklijk Vlaamsch Conservatorium weigeren en het te Gent onder de leiding van den heer Samuel tot stand willen brengen, is waarlijk niet ernstig.
Maar ziet! er zijn geene wapens te grof of te oneerlijk om aan Peter Benoit en aan de Vlaamsche muziekinrichting hare plaats onder de zon te ontzeggen.
Aanstonds greep de heer minister De Volder deze onzinnigheid bij de haren en verklaarde met een ernstig gelaat:
‘Ik weiger niet de zaak te onderzoeken, maar toch houd ik er aan te doen uitschijnen, dat, daar wij te Gent een Conservatorium hebben, waar reeds verschillende leergangen in 't Vlaamsch worden gegeven, men dat Conservatorium desnoods (!) nog een weinig (!) zou kunnen wijzigen, om 't beoogde doel te bereiken.
Doch ik zie de noodzakelijkheid niet in om de school van Antwerpen te hervormen. Wij zouden overigens twee Vlaamsche Conservatoriums hebben (!!!) en dat zou overgroote sommen kosten.’
En welk oogenblik kiest de Minister uit om dergelijken onzin uit te kramen? De week zelve, waarin Peter Benoit te Londen in de Philharmonie Society eenen nieuwen triomf gevierd heeft, waarop het Engelsch publiek, anders zoo koel en terughoudend, hem onder daverend handgeklap verscheidene malen teruggeroepen heeft en eene kolossale ovatie heeft gebracht, die door eenen buitenlandschen componist zelden in Engeland werd behaald.
Het spreekwoord zegt te recht: Geen sant in zijn eigen land.
Welke toonzetter kan in ons land met Peter Benoit vergeleken worden?
Zijne eerste schepping Lucifer was een zoo kolossaal succes, dat de oude Fetis, alsdan bestuurder van het Brusselsch conservatorium en zoo weinig Vlaamschgezind als mogelijk, in bewondering uitriep: ‘Ce chef-d'oeuvre fera le tour de l'Europe.’
En die voorspelling werd reeds bewaarheid, niet alleen voer Lucifer, maar voor veel andere grootsche gewrochten van Peter Benoit.
De Rubenskantate werd in den Haag, te Rotterdam en te Arnhem uitgevoerd; de Lucifer te Amsterdam, te Parijs, te Londen en te Bradfort; de Schelde te Rotterdam; de Kinderkantate te Haarlem, te Dordrecht, te Rotterdam, te Amsterdam, te Leiden, te Arnhem en in verschillige kleinere Hollandsche plaatsen:
| |
| |
de Oorlog te Amsterdam; de Rijn in den Haag; verledene week een deel van Charlotte Corday te Londen, enz.
Wanneer de Vlamingen van geheel het land, met het Willems-Fonds aan hun hoofd, sedert lange jaren vragen, dat Peter Benoit's Vlaamsche muziekschool eindelijk tot den rang van koninklijk conservatorium zou verheven worden, weigert het Staatsbestuur hardnekkig.
Minister Rolin zegde, dat er geen geld was; Minister de Moreau gaf een ontwijkend antwoord; verleden jaar verklaarde Minister De Volder in den Senaat, dat eene Vlaamsche muziekschool geene leerlingen zou hebben (N.B. de Antwerpsche telt er 1138!) en nu verklaart hij, dat men te Gent ‘des noods’ het Vlaamsch conservatorium zou kunnen inrichten met den Waal Samuel als bestuurder!
Is die algemeene schreeuwende ondankbaarheid jegens Peter Benoit niet walgelijk?
Hoelang nog zullen de Vlamingen hem ongestraft laten miskennen?
- Peter Benoit te Londen. - De Guide Musical kondigt aan, dat de Philharmonic Society van Londen, de oudste muzikale instelling in de Engelsche hoofdstad, die weleer eene reeks kunstwerken aan Beethoven bestelde, nu aan den Antwerpschen maëstro Peter Benoit het schrijven van een symfonisch stuk heeft opgedragen.
Peter Benoit beloofde met dit werk tegen het volgende seizoen gereed te zijn.
Op 't einde van Maart heeft de Philharmonic Society te zijner eere en onder zijn bestuur talrijke brokstukken uit zijne opera Charlotte Corday laten uitvoeren.
- Den Zondag van halfvasten werd te Antwerpen, in de groote zaal der Harmonie eene nieuwe kinderkantate: ‘Het Weezenlied’ uitgevoerd door de jongens en meisjes der weezengestichten en het orkest van den Franschen Schouwburg. Dit werk, opzettelijk voor de weeskinderen vervaardigd door den Heer Jac. Stinissen voor de woorden en den Heer Alb. de Vleeshouwer voor de muziek, werd door ongeveer 200 uitvoerders onder de leiding van den toondichter ten gehoore gebracht en oogstte eenen geestdriftigen bijval in.
Aan beide schrijvers werd hulde gebracht door den Heer schepene Gits, die hun eenige woorden van welverdiende lof toesprak en hun elk een prachtigen palmtak, te midden der algemeene toejuichingen ter hand stelde.
Ook de Heer Burgemeester heeft, in naam der stad, al de artisten en de schrijvers der kantate hulde en dank gezegd voor hunne medewerking aan dit feest der weezen.
| |
Beeldende kunsten.
- De Antwerpsche afdeeling van den Drukpersbond richt tegen half Juni een feest in ten voordeele der hulpkas van den Bond.
Onder kunstopzicht zal dit feest ook eene eigenaardigheid opleveren, daar men eene tentoonstelling van waterverfschilderingen zal inrichten, waaraan zoo niet alle, dan toch het meerendeel der Antwerpsche kunstschilders zullen deelnemen. Er zijn zelfs kunstenaars, die nooit akwarellen hebben gemaakt, die zulks voor de Pers zullen doen. Derhalve zal deze tentoonstelling zeer eigenaardig zijn. Dat zij ook belooft schitterend te zijn, kunnen wij opmaken uit de volgende schilders, die reeds hunne medewerking hebben toegezegd, namelijk de heeren:
Anthony, Anthonis, Baetens, Berckmans, Boland, Boom, Bource, Cap, Colsoulle, Coppens, Crabeels, De Brakeleer, Dejans, Delbeke, Delfose, Delathouwer, Delin, Desmet, Elsen, Farasyn, Godding, Hallez, Hanno, Hoeben, Joors, Lamorinière, Looymans, Luyten, Mortelmans, Montgomery, Muller, Ooms,
| |
| |
Ratinckx, Redig, Rosier, Rumfels, Seghers, Timmermans, Van Aken, Van den Bussche, Van der Ouderaa, Van Havermaet, Van Hove, Van Kuyck, Van Luppen, Verhaert, Fr. Vinck en G. Vinck.
| |
Sterfgeval.
- M.F.A.G. Campbell is den 2 April in Den Haag overleden. Hij was een der beroemdste boekengeleerden in Europa, wiens naam in éénen adem werd uitgesproken met dien van wijlen Bradshaw van Cambridge, Leopold Delisle van Parijs, onzen Ferdinand Van der Haeghen en weinige andere.
Te Kampen den 15 October 1819 geboren was hij dus 71 jaar oud, maar nog in 't bezit van al zijne geestvermogens en met onverzwakte werkkracht begaafd.
In 1838 begon hij zijne wetenschappelijke loopbaan aan de Koninklijke Bibliotheek van 's Gravenhage, waar hij in 1868 zijnen schoonbroeder en leermeester Holtrop als hoofdbibliothecaris opvolgde.
Zijne minzaamheid en hulpvaardigheid werden in Holland en in het buitenland door du zenden geleerden te recht geroemd. In 1875 verhief hem de Hoogeschool van Leiden, tijdens haar groot eeuwfeest, tot docter honoris causa.
Hij schreef veel Nederlandsche verhandelingen en een standaardwerk in 't Fransch: Annales de la typographie Nêerlandaise au quinziéme siécle (1874), waarvan hij talrijke bijvoegsels uitgaf.
Van den Nederlandschen Spectator was hij met Vosmaer een der steunpilaren. Dankbaar herdenken wij hem ook als eenen goeden trouwen vriend der Vlamingen en der Vlaamsche Beweging in het Noorden.
| |
Nieuwe Uitgaven.
| De Belgische Conscrits in 1798 en 1799 door Augustyn Thys. In 8o, 436 blz. Leuven, Karel Peeters.
Prijs: fr. 3.50 |
- | Jaarboek van het Taalverbond Tweede jaargang 1890. In 8o, 208 blz. Gent, Jul. Vuylsteke.
Prijs: ? |
- | Kunstenaarszielen. Drie novellen door Frans Van Cuyck. In 8o, 164 blz. Hasselt, W. Klock.
Prijs: ? |
- | Mops. Blijspel in 1 bedrijf door René Vermandere. In 8o, 40 blz. Antwerpen, Jan Boucherij.
Prijs: fr. 0.75 |
|
|