Vlaamsche belangen.
- Algemeene Vlaamsche Landdag te Brussel.
Vlamingen!
Het is juist een jaar geleden dat wij te Antwerpen na onze schitterende zegepraal feest vierden en de namen toejuichten van Edward Coremans en Julius Devigne, de vaders der wet op het gebruik der talen in strafzaken.
Sinsdien wat is er gebeurd?
Te gelijk met de wet verscheen er een koninklijk besluit, waarbij 29 Vlaamsche gemeenten, waaronder Brussel, met ruim 400.000 inwoners, van het Vlaamsche land werden gescheiden en aan het Walendom overgeleverd.
Wat de wet zelve betreft, vernam men spoedig van alle kanten dat de magistratuur dezelve noch eerlijk noch stiptelijk toepaste. Door de rechtbanken van Dendermonde (13 Juli), van Veurne (23 September), van Oudenaarde (23 November), van Kortrijk (21 Januari ll.) en door het Hof van Verbreking (6 Januari ll.) werden vonnissen geveld, die met de feitelijke wegcijfering van eenige der voornaamste bepalingen der wet gelijk staan.
Te Brussel gaat het nog erger. Dààr worden bij voortduring Vlaamsche betichten alle dagen uitsluitend in het fransch vervolgd, ondervraagd, beschuldigd en gevonnisd, volstrekt alsof er geen art. 13 der taalwet bestond. En de Regeering doet niets om aan die wraakroepende misbruiken paal en perk te stellen!
Zullen wij dat nog lang dulden?
En bij de herziening der wet over het hooger onderwijs, dat nu door en door Fransch is, wat wordt er gedaan om onze grieven te herstellen?
De zoo gematigde voorstellen Coremans, die niets anders waren dan de practische bekrachtiging der wet van 15 Juni 1883 over het middelbaar onderwijs, werden, niettegenstaande het kloekmoedig optreden der Heeren Buls en Janson, door de Kamer van de hand gewezen.
De voorstellen Helleputte, Lippens, Colaert, die in de toekomst, van notarissen en magistraten in Vlaamsch-België de kennis der landstaal vergen, werden ja gestemd, maar ditmaal ook heeft men de hoofdstad uitgesloten: het schijnt dat men het nutteloos vindt te Brussel Vlaamschsprekende notarissen en rechters te hebben!
Wij vragen het nog eens: zullen wij dat dulden?
Het wordt tijd dat het Vlaamsche volk zijne machtige stem late hooren en aan zijne vertegenwoordigers herinnere dat zij naar de Kamers werden gezonden om den wil van hunne lastgevers te doen eerbiedigen.
Naar den Landdag dus, die te Brussel den 23 Februari wordt gehouden!
Naar den Landdag! Dat de betooging grootsch, indrukwekkend, onweerstaanbaar zij!
Vlamingen! komt op in uwe duizenden; komt allen op, liberalen zoowel als katholieken, want het geldt hier geen partijbelang: het geldt onze nationale zaak, de gansche toekomst van ons land, de vraag of het Vlaamsche volk zal zijn of niet zijn!
Brussel, den 9 Februari 1890.
Namens het Hoofdbestuur der Vlaamsche Landdagen: J.I. De Beucker