Kroniek.
Koninklijke Vlaamsche Akademie.
- Ofschoon de ongesteldheid van M. den bestuurder, J. De Laet, niets onrustwekkends heeft, had hij afgezien van het uitgedrukte voornemen, de eerste Akademische zitting van 1889, voor te zitten; het was de tweede bestuurder, M. Em. Hiel, die het presidentschap waarnam.
Een aantal officiëele stukken en brieven werden ter tafel gebracht. Onder ander vermeldde de bestendige secretaris het antwoord des Konings op den heildronk, gebracht door Jhr. de Pauw aan Leopold II en dezes familie, tijdens het banket der Academie in december laatstleden.
Z.M. was zeer gevoelig, zoo luidde het antwoord, aan den heildronk van den bestuurder en dankte hem en al de leden der Koninklijke Academie voor de vaderlandslievende gevoelens jegens den Koning-beschermheer en de Koninklijke familie uitgedrukt.
De Nederlandsche taalgeleerde M. De Vries, een der opstellers van het Nederlandsch Woordenboek, zond zijn verslag in over de uitgaaf van dit belangrijke werk, dat zooals men weet, met ondersteuning van het Belgische gouvernement, en door bemiddeling onzer Vlaamsche Akademie, wordt uitgegeven.
Aan de Akademie wordt door M. Broeckaert officieus bericht gegeven, dat er te Dendermonde eene commissie is gevormd, met het doel een standbeeld op te richten aan dichter Prudens Van Duyse.
De mededeeling ontmoet eene algemeene bijtreding, en zal op het dagorde verschijnen der volgende zitting.
Na het afhandelen van geldelijke vraagpunten, gaat de Akademie over tot het benoemen eener kommissie van drie leden, tot nazien van het financiewezen en eene van vijf leden voor het opmaken der prijsvragen van 1890.
Tot leden van laatst genoemde kommissie, en na verschillende stemmingen, werden benoemd: MM. Willems, Roersch, Van Droogenbroeck, Jhr. de Pauw en De Potter. Het staat aan elk lid vrij onderwerpen van prijsvragen aan al de leden der kommissie voor te leggen.
Tot leden der eerste kommissie werden genoemd: MM. Mathot, Obrie en Jhr. de Pauw.
Eene belangrijke mededeeling werd aan de Akademie gedaan door M.Th. Arnold, buitenlandsch eerelid, over het onlangs bekroonde werk ‘Nederlandsche