staande venster van een uiterst nederig boerenhutje eenen grijsaard en een klein kind.
En nochtans geen twijfel was mogelijk: het was die man, welke mij aldus komen verrassen was! Niemand buiten hem, geene enkele andere woning was er in 't vlakke, open veld te bespeuren.
Ons lustig, vroolijk lied, gansch onze zorgelooze, levendige jaren weergevende in den mond van dien ouderling, waarop de dood reeds met zijnen akeligen blik scheen te loeren!
En steeds meer verstomd trad ik zachtjes nader en bekeek nieuwsgierig den grijze.
Zijn gezicht, met eenen witten baard bedekt, was zoo mager dat de beenen schier zichtbaar waren onder de verrimpelde huid; zijne oogen waren zonder glans, als uitgedoofd; zijn schedel was bijna gansch haarloos.
Gemeene slordige kleederen, eerder lompen, bedekten zijn ziekelijk lichaam, welk gedurig als door de rillingen eener hevige koorts geschokt werd. De linker arm hing bijna beweegloos aan zijne zijde en de rechter hand was verwrongen en verdraaid!
En niettemin iets onuitlegbaars scheen te verraden, dat die man eene zekere opvoeding moest ontvangen hebben en vroeger alle ontbering hem onbekend was.
En nog altijd zong hij met eene gebroken, stervende stem ons vreugdig lied, zich van tijd tot tijd onderbrekend om op het hem toevertrouwd kind te passen. En dan opnieuw weergalmden flauw en doof de lustige woorden het nederig kamertje door.
- Ju! Ju! klonk het plots gebiedend uit den mond van 't jongensken, dat op de knieën van den oude geklommen was; ju! ju! Peerdeken ju!!
En de laatste tonen van het lied stierven ratelend in de keel van den grijsaard, terwijl twee tranen langzaam op zijne verdroogde wangen rolden!
- Ju! ju! Peerdeken ju! En het kind, kwaad wordend, sloeg met zijn klein vuistje op den naakten schedel van den ouderling. Deze scheen eensklaps te ontwaken; woest staarde hij den verschrikten kleine aan; maar weldra verdween alle uitdrukking van toorn op zijn gezicht:
- Ju! ju! Peerdeken ju! murmelde hij op zijne beurt, eene laatste traan wegpinkende, terwijl een bittere spotlach zijne kleurlooze lippen plooide: ju! ju! Peerdeken ju! en zijn