Sterfgevallen.
- De heer Jan Dodd, letterkundige, werkend lid der Koninklijke Vlaamsche Akademie, is Vrijdag 9 November, schielijk te Brussel overleden. Hij werd te Antwerpen, den 20 September 1821 geboren.
De heer Dodd heeft zich in de letterwereld bekend gemaakt door eenige dichtbundels, (Liedjes en Deuntjes, 1858; Liefde, Lief en Leed, 1860) alsook door tooneelstukken en verhandelingen over kunstgeschiedenis. Vroeger was hij archivaris der burgerlijke godshuizen van Brussel.
- Jan Van Beers, geboren te Antwerpen, den 22 Februari 1821, is in zijne geboortestad overleden den 14 Novemb. 1888.
Jan Van Beers, tot aan zijn overlijden lid van het personeel der gestichten van middelbaar onderwijs, begon zijne loopbaan als leeraar te Mechelen, en later in de normaalschool van Lier, vanwaar hij verplaatst werd naar het Atheneum van Antwerpen, zijne geboortestad. Hij was de stadgenoot en persoonlijke vriend van wijlen J.F.J. Heremans en Hendrik Conscience.
Nog te Lier zijnde, gaf hij, onder den titel Jongelingsdroomen, zijn eersten bundel gedichten uit, die zijnen grooten bijval vooral verschuldigd was aan de talentvolle en treffende wijze waarop de dichter, op letterkundige vergaderingen en feesten, zijne gewrochten wist voortedragen.
Geen wonder dan ook dat de begaafde man, naar Antwerpen geroepen, bij de muziekschool aldaar als leeraar van deklamatie werd aangesteld, welken post hij nog tot over eenige jaren waarnam. Door zijne kundige lessen heeft hij in Antwerpen een gansch geslacht goede deklamators gevormd, welke geheel met den ouden rederijkerstoon hebben afgebroken en, door hunne meer natuurlijke uitgalming en gebaren, zich als echte kunstenaars doen bewonderen.
Te Antwerpen gevestigd volhardde Van Beers, langzaam maar met immer rijpend talent, in zijnen dichterlijken arbeid. Beurtelings verschenen van hem nog verschillende dichtstukken, later in twee boekdeelen: Levensbeelden en Gevoel en Leven verzameld: zijn laatste bundel verschenen onder den titel Rijzende Blaren.
Onder de verdienstelijkste zijner dichtstukken noemen wij De Bestedeling, zijn bekroond gedicht op Van Maerlant en het oratorium De Oorlog, door Peter Benoit op muziek gebracht.
Als leeraar wist hij zijne jeugdige leerlingen steeds de liefde tot de moedertaal in te planten; als flamingant stond hij overal en altijd op de bres, om de rechten der taal en de vervlaamsching van het onderwijs te eischen.
Behalve de 4 dichtbundels gaf hij nog een spraakleer met oefeningen en twee leesboeken voor het middelbaar onderwijs uit.
Zijn afsterven is een wezenlijk verlies voor de Nederlandsche letterkunde.