De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 18
(1888)– [tijdschrift] Vlaamsche Kunstbode, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermdI. Novellen:
| |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 303]
| |||||||||||||||||||||||||||||
| |||||||||||||||||||||||||||||
II. Tweezangen.
- Eerlang zal het 4e deel van de Vaderlandsche Historie van David door het Davidsfonds uitgegeven worden. - Van de volledige geïllustreerde uitgave van Dr Aug. Snieders zijn tot hiertoe 30 afleveringen verschenen. Elke afl. kost 0.10 fr. - Dit jaar zal de algemeene feestelijke vergadering van het Davidsfonds te Kortrijk gehouden worden. - De laatste uitgaaf van het Willemsfonds is een volksboekje: Simon Stevin door A. De Cock. - Het Woordenboek der Nederlandsche Taal. - Tot medewerker aan dezen reuzenarbeid van den heer prof. De Vries, te Leiden, is benoemd Dr. J.W. Muller, leeraar in de Nederlandsche taal- en letterkunde en in de vaderlandsche geschiedenis aan het Gymnasium te Haarlem. Onze lezers weten reeds een en ander van dat machtige werk, door prof. De Vries zoo moedig begonnen: ‘het ontwerp is gereed en in bijzonderheden uitgewerkt, de moeilijkste vraagstukken zijn opgelost, en alles wacht slechts op de noodige werkkrachten, om het geheel te ordenen en uit te werken. De ouderdom - zei De Vries op het laatste Nederlandsch Congres - de ouderdom komt op wollen sokken, en wanneer ik kom te sterven, wanneer de krachten mij begeven, wat dan? Er was iets ongemeen aandoenlijks, zegt de Gids, 12e afl. van 87, in de wijze waarop De Vries sprak over dat werk, waaraan hij zijne beste levenskrachten heeft gewijd, en dat of dreigt onvoltooid te blijven, of welks voltooiing hij althans niet meer zal beleven, tenzij allen, die van de nationale beteekenis van dezen arbeid doordrongen zijn, zich aaneensluiten en in de beurs tasten. De Vries vroeg geldelijke hulp, ten einde in staat te zijn, de jonge taalbeoefenaars, die zich onder zijne leiding willen scharen, in de zaak in te wijden, hen te oefenen en aan het werk te zetten.’ Thans, nu weder een nieuwe medewerker is toegetreden, ‘worden wij opnieuw herinnerd aan de schuld die op ons rust. Wij geven vaak hoog op van onze liefde voor onze taal, wij willen zelfs de mogelijkheid niet aannemen, dat aan ons recht van bestaan als zelfstandig volk zou kunnen worden getwijfeld; welnu hier is eene gelegenheid om te toonen, dat het ons ernst is met die liefde, dat wij de krachtige uiting van ons zelfstandig leven, onze eigen levende taal, in eere willen houden.’ | |||||||||||||||||||||||||||||
[pagina 304]
| |||||||||||||||||||||||||||||
Vlaamsche belangen.De Walenbond, of beter de Fédération des Ligues Walonnes, van het arrondissement Brussel heeft de volgende beslissingen genomen: 1. - Al de eischen der Vlaamschgezinde partij bestrijden, welke de verkregene uitbreiding der Fransche taal in België zullen miskennen en welke niet zullen gesteund zijn op dit princiep van rechtvaardigheid (?) en gezonde volksgezindheid (??), dat de bevolkingen, welke het Fransch niet verstaan, het recht hebben de eerste beginselen van het onderwijs in hunne taal te ontvangen en zooveel mogelijk bestuurd en voor het gerecht behandeld te worden in deze zelfde taal - te gelijk met het Fransch. 2. - De verkregene rechten verdedigen der ambtenaars van den Staat en der provinciale of gemeentebesturen - verkregene rechten welke zouden kunnen gekrenkt worden door de maatregels betreffende het gebruik der talen en namelijk de wetten van 17 Augustus 1873, van 22 Mei 1878 en van 16 Juni 1883. 3. - De verspreiding begunstigen der Fransche taal welke reeds de gewone taal is van de verlichte klassen van het land, zoowel in de Vlaamsche provinciën als in de Waalsche, en welke, door hare algemeenheid (?) meer geschikt is dan het Nederlandsch, niet alleen om tot voertuig te dienen der denkbeelden van vooruitgang, maar nog om de betrekkingen met het buitenland te vergemakkelijken en te ontwikkelen. De Bond zal trachten zijn program te verwezenlijken door de gewone verspreidingsmiddelen; door het orgaan der drukpers, door het zenden van verzoekschriften aan de beraadslagende vergaderingen, en ook door zijne tusschenkomst in de kiesworstelingen: 1e Door, bij omzendbrief, de leden der verbondene Waalsche maatschappijen aan te manen kandidaten aan te bieden in de politieke vergaderingen. 2o Door, aan de kiezers van de verschillende partijen, de kandidaten te doen kennen, welke zijn program zullen bijgetreden zijn en deze welke het zullen verworpen hebben. Dit program komt nagenoeg eene halve eeuw te laat, om in ons land nog uitvoerbaar te zijn; in de jaren 40 ware zulks nog mogelijk geweest. Doch sedert dien tijd is, dank aan den Vlaamschen taalstrijd, overal de volksgeest ontwaakt en niet langer zou onze bevolking, die de meerderheid in het land uitmaakt, zich door de minderheid straffeloos laten tergen. Men vraagt ons verontwaardiging over dat program; wij hebben slechts medelijden met de opstellers ervan. Wel is waar is dat program eene oorlogsverklaring, doch wij zijn te sterk geworden om ons daarover te verontrusten. Integendeel, die oorlogskreet zal de lauwen onder de Vlamingen verwarmen en de slapers wakker maken. | |||||||||||||||||||||||||||||
Nieuwe Uitgaven.
|
|