| |
Vlaamsche Landdag te Brussel.
Den Zondag, 5 Februari l.l.: had om 11 1/2 ure 's morgends in de schoone en groote Scalazaal te Brussel, de Vlaamsche Landdag plaats, dien wij vroeger hebben aangekondigd.
Zonder overdrijven, mag het getal personen die den Landdag bijwoonden, op twee duizend gerekend worden. De zaal was stampvol.
Aan het bureel zaten de heeren D. Goffin, Van de Voorde, Daerden, P. Defreyn, Vlieberg, A. De Muynck, T'Sjoen, L. De Veen, F. Verstraeten, Beerens, P. De Smedt, G. Steentjes, De Gheldere, Haerynck, Van der Wee, Colassin, G. Schepens en Josson.
Het ambt van secretaris werd waargenomen door de heeren Hiel, zoon, en D'Hondt.
Op de estrade, waar het bureel had plaats genomen, prijkten, voor het minst, een dertigtal vaandels en kartels van Brusselsche vereenigingen. De verzameling van banieren en eereteekens vormde een overheerlijk vaderlandsch trofee. Er waren waarlijk echte pronkstukken onder; één echter trok bijzonder onze aandacht, niet door zijnen rijkdom, maar wel door zijnen eigenaardigen vormen krachtig opschrift. Boven het wapen van Vlaanderen leest men de woorden: Vrij of dood.
| |
| |
Dat is een bewijs, dat in het centrum der verfransching ook de hevigste en hardnekkigste Vlamingen huizen.
De geestdrift in de zaal was algemeen.
De heer Goffin die, in de afwezigheid des heeren Dr Kops, het ambt van voorzitter waarneemt, leest eenen brief voor van dezen laatsten, waarbij hij zich verontschuldigt de vergadering niet te kunnen bijwonen.
Daarna spreekt hij de openingsrede uit.
In eene kloeke en zuivere taal, schetst hij het ontstaan van den Dietschen strijd; hij wijst erop, dat onze beweging, die door den duur wel ietwat scheen te verflauwen, opnieuw werd aangevuurd, en onze moedige Vlamingen weer fier en dreigend het hoofd oprichten, tengevolge van het stichten van Waalsche weerstandsbonden te Brussel en te Luik.
't Is dus grootendeels aan het rumoer welk de Walen gemaakt hebben, te danken, dat die krachtige beweging ontstaan is ten voordeele der wetvoorstellen Coremans en De Vigne, wetvoorstellen strekkende tot het volledigen der wet van 1873, betreffende het Vlaamsch in de rechtszaken, en die, over vier jaar voorgedragen, weêr dreigen schipbreuk te lijden.
Om die beweging meer eenheid, bijgevolg meer kracht bijtezetten, was het noodig eene plechtige algemeene vergadering van Vlamingen, uit alle gouwen, te beroepen, zonder om te zien tot welke partij de bijtreders behooren.
Dit verstond dan ook de Liberale Vlaamsche Bond, van Brussel, die den oproep deed, en vurig aandrong op de samenwerking van alle partijen, samenwerking, die maar al te zeer gebillijkt is door de houding onzer vijanden. Wat meer is, onze strijd is geen partijstrijd, maar een rassenstrijd, onafhankelijk van alle gezindheden. (Daverende toejuichingen).
Wat wij vragen, is niet overdreven; 't zijn geene voorrechten, geene hersenschimmige of zoogenoemde platonische bevredigingen welke wij erlangen; wat wij eischen is de volkomen gelijkheid van beide talen, niet bij wille, maar bij wetten! (Langdurige toejuichingen).
De wetten Coremans-De Vigne, dienen in dezen zittijd nog gestemd te worden om drie redenen: 1e omdat zij de oudste zijn; 2e omdat het geene politieke zijn, en 3e omdat zij het nauwst aan het bestaan onzer nationaliteit verbonden zijn. (Langdurig handgeklap).
Daarna, bedankt de heer Goffin de aanwezigen voor hunne talrijke opkomst, en vraagt, het ambt van voorzitter te mogen
| |
| |
afstaan aan den heer Haerynck, daar hij zelf verlangt deel te nemen aan de besprekingen. (Algemeene goedkeuringen).
De heer Haerynck geeft kennis van brieven en telegrammen van bijtreding, die aan het bureel door de volgende Heeren zijn toegezonden:
Nothomb, volksvertegenwoordiger van Turnhout; Vaucamps, senator te Brussel; Bilaut, volksvertegenwoordiger te Brussel; Crocq, senator te Brussel; Coomans, Jules de Borggraeve en de Mérode, prins van Rubempré, allen volksvertegenwoordigers.
Verders leest de heer Haerynck eenen telegram van den heer ingenieur Edmond Fabri, uit Gent, die als spreker voor Oostvlaanderen moest optreden, waarbij hij meldt in de volstrekte onmogelijkheid te zijn, naar Brussel te komen; hij leest ook eenen brief voor van het het algemeen bestuur van het Willemsfonds te Gent, waarin gezegd wordt dat het Willemsfonds den Landdag niet kan bijtreden, omdat het zich buiten alle politiek houdt! (Algemeen gelach).
De verzekering dat de heer Buls de beide ontwerpen stemmen zal, wordt ook door den beer Haerynck gegeven; die magistraat heeft immers reeds van over twee jaar dienaangaande zijn woord verpand.
Vervolgens wordt eene lange lijst, namen van maatschappijen bevattende, die bij den landdag vertegenwoordigd zijn, voorgelezen.
Uit Brussel: De Liberale Vlaamsche Bond v.h. Arr., die van het Kanton, die van St-Jans Molenbeek, en de lib. Vl. Voorwacht, De Studentenkring ‘Help U Zelf’ De Koninklijke Maatschappij de Wijngaard, De Jonge Tooneelliefhebbers, De Morgendstar, De Noordstar, De Kunstvrienden, De Vlamingen, De Brabandsche Leeuw (Elsene), De Distel, De vooruitstrevende Vlaamsche Studentenkring, De Benoit's kring, De koorkring ‘Onder Ons’ Het Willems-Fonds, (afdeeling Brussel) en (afd. Schaarb.-St-Joost.-t-Oode, De Nederlandsche Vereeniging, Hoop in de Toekomst, De Verbroedering, De Broedermin, Taal- en Liederkrans, De Vlaamsche Zangers, De Jonge Fanfaren, De Kinderen van Vlaanderen.
Uit Schaerbeek: De Vereenigde Vlamingen, De Jonge Tooneelliefhebbers, De Conscience's vrienden, Vrij Vooruit.
Uit Molenbeek: De Vereenigde Vlamingen, De Vlaamsche Leeuw, De Vrije Vlaamsche Leeuwen.
Uit Koekelberg: De Jonge Tooneelliefhebbers.
| |
| |
Uit Tienen: De Heidebloem.
Uit Leuven: De Vlaamsche Voorwacht, De Nederduitsche Burgerkring, De Jamarianen, De Antwerpsche Gouwgilde, studentenkring, De Brabantsche Studentengilde, De Limburgsche Gouwgilde, De West-Vlaamsche Gilde, De Oost-Vlaamsche Gilde, De Antwerpsche Strijderskring, De Brabantsche Strijderskring, De Limburgsche Strijderskring, De Oost-Vlaamsche Strijderskring, De West-Vlaamsche Strijderskring, De Nieuwe Mastentop, De Vlaamsche Bond.
Uit Tongeren: De Burgersbond.
Uit Gent: De Schoolpenning, St-Jozefskring, Oost-Vlaamsche Studentengilde, Philologisch Genootschap der Gentsche Hoogeschool, De Fanfaren van St-Jozefskring. De Snellaertskring, Zanglust, Vlaamsche Kiezersbond, Vlaamsche Grievenkomiteit, Davidsfonds, ‘'t Zal wel Gaan’ studentengenootschap, De Voorwacht der Vlaamsche liberale partij, De Tooneelmaatschappij voor Taal en Kunst, De Tooneelmaatschappij ‘Nut en Vermaak’ De Maria-Kring.
Uit Antwerpen: De Vlaamsche kring, Studentengenootschap, De Vlaamsche Wacht, De Vlaamsche Conferentie der Balie, Het Vlaamsch verbond, De Nederduitsche Bond, De Maatschappij voor Volksvoordrachten ‘Het Vlaamsche Volk,’ - ‘Willem Ogier’ tooneelafdeeling, ‘Jan-Frans Willems,’ letterk. vereeniging, De Gilde der Antw. Ambachtslieden, De Vrede, werkmansmaatschappij, Het Davidsfonds, De Burgerkring, De Winterflieren, De Vlaam. afd. v.d. katholieken Kring, De Burgersbond, De zangliefhebbers, De Vrije Antwerpenaren, De Burgerszonen, De Vlaamsche Bond, Maatschappij Ste-Catharina (Kiel), De Laurentius vrienden, Maatschappij Ste-Cecilia, (Kiel) De Kunstzucht, De Vondelskring, De Vlaamsche Wacht, Het bestendig Com. v.d. Studentenlanddag, De Conscience'skring, Tooneelkring ‘Vondel’ De Vereerders van Conscience.
Uit Berchem, bij Antwerpen: De liberale Bekwaamheidskiezers, De Nederduitsche Bond, De Vlaamsche Kring, De Vlaamsche Vrienden, De Volksvrienden.
Uit Borgerhout: De Onafhankelijke Bond, De Breydelszonen.
Uit Brugge: De Van Maarlandtszonen, studentengenoots. De Katholieke Burgersgilde, De Vlaamsche Broederbond, De oud-studenten van West-Vlaanderen, Davidsfonds, De Klauwaartsbond, De Donaasgilde, De Augustinusgilde, De
| |
| |
Bekwaamheidskiezers, St-Anna, De Bekwaamheidskiezers der Salvators-parochie, De Volksmeeting, De Volksmeeting.
Uit Roeselare: De Volksmeeting, De Moedertaal, De Vriendschap, Het Vlaamsch Woord (Grievenbond).
Uit Turnhout: Davidsfonds, Orpheus, Amicitia, Gilden van Ambachtslieden.
De afdeeling van het Davidsfonds te Lier, Mechelen, Berlaar, Boom, Geel, Heist op den Berg, Hoboken, Meerhout, Westerloo, Tongeren, St-Niklaas, Wetteren, Oudenaarde, Peer, Eekloo, St-Truiden, enz.
Uit Luik: Studentengenootschap ‘Onze Taal’ Het Kinkersgenootschap. De Fanfaren, (Millem). De Kluchtvrienden, (Bilsen). De Vlaamsche Kerels, (Eygenbilsen).
Verder nog: Nut en Vermaak, (St-Truiden). De Vlaamsche Eed der Kempen, (Peer). Studentengenootschap, (Wilrijck).
De Voorzitter maakt ook den aanwezigen bekend, dat de heeren senator Van den Bemden, de volksvertegenwoordigers Stroobant en Slingeneyer, de heeren Lambert Van Ryswyck, Julius Hoste en Pol de Mont in de zaal aanwezig zijn. (Donderende toejuichingen).
De heer Haerynck verklaart daarna, dat hij de sprekers voorop moet verwittigen, dat zij in hunne redevoeringen de politiek niet mogen aanraken, en dat hij ook niet dulden zal, dat er iets kwetsends gezegd worde tegen de Waalsche broeders. (Langdurige toejuichingen).
De heer Theelen, van Tongeren, zegt dat, wanneer hij het voornemen vormde op den Landdag te spreken, hij hoegenaamd aan de politiek niet heeft gedacht, maar wel aan zijne, dus onze, geliefde moedertaal.
Ik ben Vlaming, ziedaar mijne geloofsbelijdenis, roept hij uit, en overal, waar ik mij bevind, spreek ik van de wetten Coremans en Devigne; dat is een praktisch middel om ze populair te maken.
Men heeft schoon er tegen optewerpen, dat de waardigheid en de vrijheid van den advokaat er zich tegen verzetten, de bestuurders, de beambten en de betaalden moeten ten dienste van het volk zijn. (Goedkeuringen).
De tegenstand, dien men vindt bij de rechters, de avoués, de advokaten, de deur waarders, tot zelfs in het leger, is op niets anders gesteund dan op hun eigen gemak; iets wat vrij vreemd mag genoemd worden, daar allen bezoldigden, bijgevolg dienaars van het volk zijn.
| |
| |
Men spreekt van de vrijheid van den advokaat, inderdaad zij bestaat, zij is zelfs zoo groot, dat de kliënt volkomen afhangt van zijnen advokaat.
De advokaten, die altijd in het Vlaamsch pleiten, worden in sommige gerechtshoven, als het ware vervolgd; altijd verliezen zij hunne zaken, omdat zij zich van de volkstaal bedienen. Dat is een betreurenswaardig en laakbaar feit, waardoor de justicie zich verdacht maakt.
Men zegt, vervolgde spreker, dat wij oneenigheid zaaien door onze eischen, maar mijnheeren, wanneer de ouders aan het eene kind alles en aan het andere niets geven, dan zaaien zij zelf de verdeeldheid, maar niet de kinderen! Alles hangt dus af van onze wetgevers, van wie wij de stemming der wetten Coremans en De Vigne eischen moeten, tot heropbeuring onzer moedertaal.
Geene rust dus, vooraleer we zullen gewonnen hebben wat wij zoo krachtig gewild hebben. (Langdurige goedkeuringen).
De heer Theelen geeft daarna lezing van een aantal namen van Limburgsche letterkundigen en vereenigingen, die zich aansluiten bij den Landdag (Toejuichingen).
De heer Heuvelmans, advokaat te Antwerpen, en lid der Vlaamsche konferencie van de balie dier stad, komt in naam dezer vereeniging verklaren dat de 48 Antwerpsche advokaten die deze konferencie samenstellen, ten volle de beide voorstellen Coremans en De Vigne bijtreden. Hij wil, zegde hij, in geene verdere uitweidingen treden, bepaalt zich bij het aanstippen van het feit en eindigt met de verklaring afteleggen, dat gezegd korps reeds een vertoogschrift naar de Wetgevende Kamer heeft gestuurd, waarbij het dringend de stemming der beide wetsvoorstellen heeft gevraagd. (Daverend handgeklap).
De heer Peeters-Verellen, voorzitter van den Nederduitschen Bond van Antwerpen, spreekt in naam dezer machtige vereeniging met hare talrijke vertakkingen en ook in naam van een aantal bevriende kringen.
Namens die gansche reeks door en door Vlaamschgezinde maatschappijen, bedankt hij de Brusselsche broeders die, hoe liberaal dan ook, ditmaal alle politieke veeten van kant zetten en ons toeroepen: komt vrienden, reikt ons de hand, laat ons samenstrijden voor ons aller rechten, voor het heil van het algemeen.
Wij, Antwerpsche Vlamingen, vervolgt hij, hebben den
| |
| |
oproep met een poppelend en vreugdevol hart gelezen, en dan ook met eene gelijkaardige geestdrift beantwoord! O, samenstrijden voor de gemeenzame rechten, is niet alleen zoet, het is plicht.
Hebt dank dus, gij, Brusselsche broeders, hebt dank, en weest verzekerd dat gij ons altijd bereid zult vinden met u samen te strijden wanneer het geldt de verdediging, de handhaving onzer rechten. Rekent op ons gelijk wij op u rekenen! (Toejuichingen).
Vooraleer de tribuun te verlaten, zegt spreker, wil ik nog eene verklaring afleggen, welke ik zelf uit den mond van het Waalsche volk heb opgevangen: Niet alle Walen zijn tegen de Vlaamsche beweging; 't zijn enkel de grooten, maar het volk eigenlijk, is toegevend; het verstaat onze rechten en keurt onze eischen goed, omdat zij rechtvaardig zijn.
De stemming dier voorstellen hangt dus af van ons, en indien wij de wetten Coremans-De Vigne niet krijgen, is het de schuld van de kiezers, dus van ons.
Wij moeten dan strijden, onophoudelijk strijden, en, ter vollediging onzer rechtherstelling, bij het landbestuur eene wet vragen, waarbij de Grondwet niet langer eene doode letter blijve voor de Vlamingen. (Algemeene goedkeuringen).
Gent.
Karel Lijbaert, Jste.
(Slot in volg. afl.)
|
|