de Vlaamsche natuur hunne begeestering vinden! Wanneer zullen de Vlamingen hun land en hunne taal eens altemaal zoo vurig beminnen als de Duitschers, de Engelschen en de Franschen de hunne?... Ach! waren er meer Emil Clausen!
Een woord nu over de allerbeste zijner schilderijen.
De Vlaswiedsters is niets meer noch min dan een meesterstuk, waarmee ons gemeentebestuur de stedelijke verzameling zou moeten verrijken. Een twaalftal vrouwen en mannen zijn bezig met het pas opschietend vlas van onkruid te reinigen. Ehwel, slechts de ervaren hand van den heer Claus was in staat om zulke verbazende verscheidenheid daar te stellen in gelaatstrekken, houding en gebaar van zooveel figuren. Elk is een type.
De Herfst is eene bezielde fotografie eener brok natuur, schoon en waar te gelijker tijd.
Novembernevel beviel ons insgelijks uitermate. Die eindelooze weide met haar grazend vee, die van kille vochtigheid verzadigde lucht, het schilderachtig groepje van jonge en oude herders, die daar zitten of staan te bibberen rond een houtvuurtje, dat niet opvlammen wil: wees zeker dat het een beeld is uit de Camera obscura eens kunstenaars.
De Distels, Leieboorden, Janneken en Mieken, Bij Winterdag en Weg in 't Koren, welke fraaie stukken alle vijf! Men zou de bezitters er van benijden, als dat zoo leelijk niet ware.
De Baanwachter wierp eenen vreemden toon tusschen de min of meer bekende noten, maar geenen wanluidenden evenwel. Hoe uitstekend was de diepte daar aangebracht!
Een Minnepraatje is mede een uitmuntend tafereel, een verrukkelijk hoekje, gestoffeerd met twee zeer nauwkeurig opgemerkte figuren, vol belang.
De Koewachters - een oude en een jonge - trokken ook aller aandacht door de schalksheid, die er uit sprak.
Een heerlijk landschap droeg voor titel Het Opkomen der Maan terwijl de schilder zijne ervarenheid in het levendig weergeven van loof en bloemen aan den dag legde in Bij de oude Brug.
‘Een allerliefst paneeltje’, een ‘echt dichterlijk stukje’, zoo noemde ieder dat arme meisje, dat daar droomend tusschen de rijke korenaren doorwandelde. Als effect was 't heel aardig.
Eindelijk willen we nog in ieders herinnering terugroepen het waarlijk schoone doek In den Hooitijd. Met het oog daarop