den heer Rosseels, al is hij 't daarmede niet eens. In een klein land stelt het repertorium grooter eischen, omdat het publiek kleiner is, en oorspronkelijke stukken die in den smaak vallen worden zeer dikwerf opgevoerd. De gewraakte toestanden berusten alle op de geldkwestie, en volkomen kan spr. zich met het betoog des vorigen sprekers vereenigen. Van het tooneel is niets meer te eischen, zoolang 't in de ongunstige omstandigheden blijft als de tegenwoordige.
De heer Rosseels betoogt dat men in België de Hollandsche stukken niet kent en in Holland niet de Belgische; over het geheel worden de oorspronkelijke stukken veronachtzaamd.
De heer Jan C. de Vos vroeg: waarom alles te wijten aan de tooneeldirecteuren. Ligt 't niet ook aan de tooneelschrijvers? De heer Rosseels veroordeelde zoo de draken, de stukken met groot effect. Maar in die soort stukken wordt in menig tooneel 't meest aan de dramatische eischen voldaan. Wat de directeuren aangaat, kan men hen verwijten dat zij niet ter wille van tooneelschrijvers geld verknoeien. Toch meende spr. door eenige voorbeelden als zijne meening te moeten te kennen geven, dat Het Nederl. Tooneel in de beoordeeling van ter opvoering aangeboden oorspronkelijke stukken niet den weg gaat die ter bevordering van de oorspronkelijke tooneellitteratuur kan leiden. Zou de Tooneelschool niet oorspronkelijke stukken op de jaarlijksche examen kunnen opvoeren? Kan het Tooneelverbond niet een kleinen schouwburg huren?
Enkele opmerkingen door eenige sprekers over hetgeen reeds was gezegd gingen vooraf aan een betoog van den heer Hoste, dat de heer Rosseels, wat Vlaanderen betreft, ongelijk heeft, want de tooneelbesturen willen wel, maar de oorspronkelijke tooneelarbeid ontbreekt en het publiek kan niet worden gedwongen. Te Brussel wordt veel gedaan ter bevordering van oorspronkelijke tooneellitteratuur, en het geld, met de gewraakte draken gemaakt, heeft gestrekt om de verliezen der oorspronkelijke stukken te dekken.
De heer Rössing, het herhaalde reizen zeker afkeurende, acht een enkele reis toch goed, ook om de critiek van het publiek. Te Utrecht trekt een draak, te Groningen niet; in Den Haag spelen de artisten beter dan hier, omdat het publiek hooger eischen stelt. Wat de oorspronkelijke stukken betreft, er gaat geen dag om of er komt ten minste één in, en alle worden beoordeeld.
Dat de geldkwestie, subsidie, de geheele kwestie be-