leggen, kwam er bij mij eene vraag op: voor wiende spiegel in dat huis mocht zijn?
Een man en eene vrouw, beide prachtig gekleed, kwamen in het bovenste glas te voorschijn. Het onderste gedeelte stelde eene kamer voor, welker wanden met gouden leder waren bedekt; aan den eenen kant hing een spiegel van denzelfden vorm als dien, waar ik in staarde.
Een kristallen luchter met waskaarsen hing te midden der kamer en versierde de plaats, welke rijk bezet was met eiken houten meubelen.
Aan de tafel, waarop in zilveren schalen allerhande fruit en vruchten pronkten, zaten in breede stoelen man en vrouw. Deze laatste schonk eenen roomer vol, uit eene glazen kanne, die buitengewoon kunstig met fijn metaal scheen bewerkt te zijn.
Ik aanschouwde met lust dit voor mij nieuwe, doch tevens prachtig tafereel, en vroeg mij af, welk tijdvak zulk een rijkdom aan den dag legde!
Daar veranderde op eens het gezicht der kamer en de spiegel gaf een kamp te aanschouwen, waarboven de Oostenrijksche vlag wapperde.
Geheel een legertros met tenten, wagens, en het onmisbaar oorlogstuig kreeg ik te zien, waartusschen het wriemelde van drommen voetgangers en paardevolk. Tusschen de ruiters, op zware paarden gezeten, erkende ik alras den man, die daar straks met zijne vrouw verscheen, doch deze was thans uit het bovenvak verdwenen.
Dit verraste mij, derhalve verlangde ik te weten waar zij verbleven was.
Eensklaps staat dezelfde vrouw, maar in eene veel eenvoudigere kleeding dan daar straks, en met treurigen aanblik in de oogen voor het wonderglas.
Beneden geeft het een tafereel weer, zooals er alleen in oorlogstijd of wen de vijand nadert kan plaats vinden.
In het huis, dat ik voor mij zag, is alles in rep en roer; alles staat overeind: pakken, kisten staan gereed om geladen en weggevoerd te worden.
Langzaam wordt dit volbracht en ik zie langs binnen- of afgelegene wegen, wagens met allerhande goeds beladen, de sporen volgen die naar het diepste der bosschen voeren. Het alles afgewisseld met vrouwen en kinderen, die schapen, koeien of ander gered vee voor zich uit stuwden.