Wij hebben in gezelschap van een lid der kommissie getracht het aantal deelnemers aan den stoet te tellen; zonder overdrijven mogen wij dit schatten op 1200 a 1500. Ongeveer 40 maatschappijen waren opgekomen, De toejuichingen der ontelbare menigte, die zich op den doortocht verdrong, zeggen meer dan allen lof dien wij zouden kunnen maken en is ook de schoonste belooning voor het inrichtingskomiteit in het algemeen, en voor M. Ad. Pauwels, de ziel der onderneming, ín het bijzonder.
Plechtige zitting. - Na afloop van den stoet, begon ten half vier, in den de Beriotschouwburg, de toon- en letterkundige zitting, onder het voorzitterschap van Mgr Abbeloos, rector magnif. der Hoogeschool.
Het toonkundig gedeelte was toevertrouwd aan een symphonie-orkest en den Kring Pius IX. Koren en orkest kweten zich goed van hunne taak; de Piuskring stond onder de leiding van M. Vander Linden.
M.P. Willems, hoogleeraar, opende het letterkundig gedeelte door een welkomgroet, waarin hij, met het talent dat men hem kent, hulde bracht aan de stichters van Met Tijd en Vlijt, waarvan de eenige overlevende thans nog is Dr L. Delgeur, te Antwerpen. Spreker had ook een hartelijk woord voor die moedige Antwerpsche strijders de Laet, Coremans, De Beucker, den Nederduitschen Bond en wenschte ten slotte al de Vlaamsche maatschappijen te Leuven welkom.
Daarna aanspraak door den Hoog. eerw. h. Abbeloos, die ten slotte, ter gelegenheid van dit jubelfeest, het diploma van doctor honoris causa in wijsbegeerte en letteren uitreikte aan:
M. Jos. Alberdingk-Thijm, een der beste letterkundigen van Noord Nederland.
Mgr Everts, bestuurder van het klein seminarie van Rolduc.
Dr Renier Snieders, van Turnhout, den gekenden letterkundige, een der oudste leden van Met Tijd en Vlijt.
Den eerw. h. Guido Gezelle, den uitstekenden taalkundige en begeesterden dichter.
Den eerw. h. Claeys, pastoor te Oostacker en lid der koninklijke Vlaamsche Akademie.
Midden van geestdriftige toejuichingen werden deze diplomas uitgereikt; de nieuwe doctors werden langs alle kanten geluk gewenscht.
Een woord van dank werd daarna uitgebracht door Mgr Everts en door M. Jos. Alberdingk-Thijm, door dezen leste in eene zeer humoristische en diep gevatte rede. De eerw. h. pastoor Claeys droeg met onuitsprekelijk gevoel een gedicht voor, de Wijding der Zee, dat een perel te meer is aan de kunstkroon van dezen dichter.
M. Plessiers, eerste schrijver van het genootschap wierp daarna in eene keurige redevoering eenen blik op de geschiedenis van het genootschap en bracht eene warme hulde aan de nagedachtenis van wijlen A. Rodenbach.
Met de uitreiking der eeremetalen aan de deelnemende maatschappijen eindigde deze belangrijke zitting.
Het Banket. - Onmiddellijk na de zitting - het werd reeds laat - had in de groote zaal der Algemeene Studentenmaatschappij. Vaartstraat, een luisterrijk banket plaats.
Ongeveer 300 deelnemers verdrongen zich rondom de vier rijen tafels, terwijl de eere-tafel ingenomen werd door de hoogleeraren-bestuurleden en de nieuw benoemde doctors honoris causa.
De spijskaart was goed gevuld en de dienst wel verzorgd.