gezellige praatjes en naïeve spelen bij, en om het gansche tooneel te volmaken, namen de kasteelbewaarders plaats op een der platvorms van het gebouw en blaasden op hunne bazuinen het sein van den terugkeer der jacht naar het kasteel.
Maar nu was het waarlijk puik om zien! De jachtstoet kwam aangereden met vooraan Liederick en Idonea! Graziana, Idonea en Rithilda, ware zinnebeelden der ‘Gratiën’ kwamen na hunne ouders op fijne hakeneien aangereden.
Liederick, forsig en gespierd, met een deftig en gebiedend voorkomen; vrouw Idonea in het volle harer herfstelijke schoonheid, uit wier donkere blauwe oogen goedheid en aantrekkelijkheid straalden: Idonea, de oudste der drie dochters, het levendig beeld harer moeder in lentetijd; Graziana, tenger, keurig en fijn van lijf, met zachte trekken waarop zich zoete droomen schenen te weerspiegelen; Rithilda, lang en slank, met schoon en scherp afgeteekend wezen, overlommerd van bruine haren, en dikke wenkbrauwen, waaronder donkere bruine oogen fonkelden, onwillekeurig, maar in vrouwelijken vorm, aan het deftige en gebiedend voorkomen haars vaders denken doende; maakten, gevolgd door eene schaar van edele amazonen, het eerste gedeelte des stoets uit.
Hierop volgden de zonen des Forestiers met eene rei van edellieden, jagers en na deze het gansche gedoen van jachtknechten en prachtige jachthonden; dit alles in vroolijken gang gesteld door het onophoudend fanfarenspel der trompen, en het gejubel en gezang van het volk van Harelbeke!
Onder de Forestierszonen, onderscheidde zich bijzonderlijk Joseram, de oudste die eens zijnen vader als leenhouder zou opvolgen.
Joseram was als man wat Rithilda was als vrouw. Ook oefende hij op allen eenen zeer beduidenden invloed uit.
Zijne broeders, welke allen de goede inborst hunner edele ouders schenen te bezitten, brachten eene gevoelvolle en broederlijke hulde aan hem, wiens karakter en merkwaardige bekwaamheden, niet alleen zijnen voorrang van geboorte, als de opvolger huns vaders deden beschouwen.
Het geschal der jachttrompen werd met altijd toenemend gekletter der kasteelbazuinen beantwoord, zoodat bij het naderen der prinselijke woning de kasteelbazuinen en de