| |
| |
| |
Kroniek
Letter- en tooneelkunde.
- Van onzen medewerker Jacob Stinissen, inspecteur van het lager onderwijs, te Borgerhout-Antwerpen, zijn verschenen, te Gent, bij Ad. Hoste, Gedachten over opvoeding en onderwijs, vooral met het oog op de lagere school; prijs bij inschrijving fr. 1.50 buiten inschrijving fr. 2.
Van denzelfden schrijver zullen eerlang het licht zien Gedichten voor Huis en School, met eene ets, door eenen onzer beste kunstenaars.
De bundel zal ruim 200 bladzijden tellen en verdeeld zijn, in 5 rubrieken: A. Rond den Heerd; B. In de School; C. Natuurbeelden; D. Onze Mannen; E. Hier en daar.
- In de zitting van 10 Mei is Mgr. Van Weddingen, de geleerde schrijver en dichter, gekozen tot lid der Koninklijke Akademie van België; verder is gekozen tot briefwisselend lid derzelfde Akademie, Dr. Aug. Snieders, letterkundige te Antwerpen (klasse van letteren en wetenschappen).
- Bij koninklijk besluit van 10 Mei is eene kommissie benoemd, gelast met het onderzoek van de officiëele naamlijsten der gemeenten en gehuchten van het land en met het voorstellen eener onveranderlijke spelling der plaatsnamen.
Zijn benoemd tot leden dezer kommissie, de heeren E. Coremans, volksvertegenwoordiger; N Hennequin, directeur bij het ministerie van oorlog; D. Delcroix, afdeelingsoverste bij het ministerie van landbouw, nijverheid en openbare werken; A. De Grave, provinciale griffier van Oost-Vlaanderen: T. Coopman, bureeloverste bij het ministerie van spoorwegen, posterijen en telegrafen; F. De Potter, letterkundige te Gent; G. Adriaens, bibliothekaris der middenkommissie van statistiek, bij het ministerie van binnenlandsche zaken en openbaar onderwijs.
De kommissie zal haren voorzitter benoemen.
De heer Adriaens, voornoemd, zal het ambt van sekretaris waarnemen.
- Bij koninklijk besluit van 10 Mei is de beslissing van den jury bekrachtigd waarbij de prijs des konings, van 25,000 fr., is toegekend aan het werk van den heer P. De Mey,
| |
| |
ingenieur van bruggen en wegen, te Brugge, getiteld: Studie over het beheer der zeekust en over de zeehaven van België.
- In de bekende reeks Onze hedendaagsche letterkundigen liet Prof. Jan Ten Brink van Leiden de levensbeschrijving verschijnen van Fr. Haverschmidt, die vooral in Noord-Nederland zeer beroemd is als de humoristische studentendichter, gekend onder den pseudoniem van Piet Paaltjes.
- Van de Romantische werken van Dr. Jan ten Brink is afl. 25 verschenen, zoodat het geheel nog 5 fl kompleet zal zijn. Deze afl. loopt tot bl. 96 van de rom. Het verloren kind.
- Een nieuwe Vlaamsche studentenkring is, nevens ‘Onze Taal,’ ter hoogeschool van Luik tot stand gekomen. Hij heeft tot naam: De Blijde Avondgasten, en zijne strekking is wel samengevat in zijne leus: Flesch en Blijdschap!
- Naar we vernemen zal de letterkundige vereeniging van Gent, de Taal is gansch het Volk, eerlang haar 50jarig bestaan op plechtige wijze herdenken.
Men spreekt van het uitschrijven van eenen prijskamp op letterkundig gebied bij die gelegenheid.
- Wij hebben den omzendbrief vóór ons liggen van den hr. bestuurder van den Nederlandschen Schouwburg van Antwerpen. Daaruit vernemen we, dat er in het afgeloopen tooneeljaar 103 vertooningen gegeven werden, waarvan 12 met opschorsing van abonnement.
81 verschillende stukken werden er opgevoerd.
In dit getal tellen we slechts 31 oorspronkelijke stukken; de 50 overige zijn vertalingen, als: 31 Fransche, 16 Duitsche, 1 Engelsch en 2 Italiaansche. Onze Nederlandsche kunst is dus verre in de minderheid.
Volgens het getal bedrijven is die toestand nog al erger: 177 oorspronkelijke bedrijven tegen 483 vertaalde!
Is onze taal dan toch zóó arm aan stukken?
En moet ons tooneel zijn repertorium gedurig vullen met vreemde, vertaalde stukken?
't Is droevig!
- Ziehier den uitslag van den prijskamp van deklamatie en zang, door de Willems-Fonds-Afdeeling van Oudenaarde uitgeschreven:
I. Het Lied. - Prijzen: 1. Yde, van Deinze; 2. Goorickx, van Kortrijk. - Eervolle meldingen: 1. de Borchgraeve, van Wacken; 2. Altrowie, van Mechelen.
II. Kluchtlied. - Prijzen: 1. Vercammen, van Antwerpen;
| |
| |
2. Saverys, van Deinze. - Eervolle meldingen: 1. De Vynck, van Gent; 2. Van Assche, van Oicke.
III. Boertige alleenspraak. - Prijzen: 1. Van Poucke, van Antwerpen; 2. Beckaert van Wacken. - Eervolle meldingen: 1. Morel, van Gent; 2. Van Halst, van Oycke.
IV. Deftig vak. - Prijzen: 1. De Vynck, van gent; 2. De Schutter, van Lier; - Eervolle meldingen: 1. D'Hulster, van Brussel; 2. Symaeys, van Brussel; 3. Tydgadt, van Gent; 4. Lambrechts, van Lier; 5 Desart, van Ronse.
Aan de heeren Poot, van Brussel, en Queckers, van Lier, die zich op bijzondere wijze in verschillende vakken onderscheidden, werd eenparig een algemeene prijs toegekend.
- Midden april had op den Nederlandschen Schouwburg te Antwerpen de eerste opvoering plaats van Schulden der Eer, comedie in vijf bedrijven, door Paul Billiet.
Het is een stevig ineengezet stuk, zegt de Kleine Gazet, rijk aan handeling en aan afwisselende karakters. In zijn geheel en zijne onderdeelen is het met zorg en goeden uitslag bestudeerd, en stellig een der degelijkste oorspronkelijke tooneelwerken, die wij hier te lande zagen opvoeren.
De schrijver werd met warm handgeklap op het tooneel geroepen en oogstte aldus eenen alleszins verdienden bijval in.
- Omtrent hetzelfde tijdstip had te Amsterdam in den Koninklijken Schouwburg de eerste vertooning plaats van twee oorspronkelijke tooneelstukken, die beide eenen grooten bijval hebben verworven, namelijk Oom Frederik, tooneelspel in 5 bedrijven, door den heer Huf Van Buren, den gekenden roman- en tooneelschrijver; en De student thuis, blijspel in 3 bedrijven, door den heer Frederik Van Eeden, student te Amsterdam.
Eenige dagen later werden beide stukken met denzelfden bijval te 's Gravenhage opgevoerd.
| |
Vlaamsche belangen.
- Door koninklijk besluit van 4 April wordt verordend, dat voortaan de Belgische muntstukken een Fransch ofwel een Vlaamsch opschrift dragen zullen. Dit is nu wel een stap ter bevordering der Vlaamsche eischen, maar of deze stap strookt met den geest onzer tweestammige natie is eene vraag, die niet dan ontkennend kan beantwoord. De Vlamingen vergen niet meer dan gelijkheid en het ware dus volgens veler zienswijze verkieslijker, dat de opschriften der munten in de twee talen waren.
- Zaterdag, 24 April, hield in Zetternamskring te Gent de
| |
| |
heer Gittée, leeraar te Ath, eene voordracht over Folklore. De folklore, d.i. volksleer, is eene nieuwe wetenschap, omvattende wat het volk weet of wat men aangaande het volk weet, dus volksgeloof en volksgebruiken, sproken en volksvertelsels, volksliedjes en raadsels, spreekwoorden, gewoonterecht, enz., enz.
Na gezeid te hebben wat die wetenschap is, en gesproken te hebben van haren oorsprong en ontwikkeling in Duitschland, Engeland en Frankrijk, waar de grootste geleerden in zake van taalkunde en beschavingsgeschiedenis in maatschappijen, tijdschriften en afzonderlijke werken hunne beste krachten voor dezelve over hebben, toonde spreker dat zij ten onzent, en vooral bij de Vlamingen, meer belangstelling verdient dan tot nu het geval geweest is. Daarom wees hij met veel bijzonderheden op haar nut voor de wetenschap, voor het behoud van den volksgeest, voor de versterking van de vaderlandsliefde.
Kortom, eene voordracht die als vulgarisatiewerk eene groote waarde heeft, en voor de meeste toehoorders eene openbaring was.
- Men leest in The Academy van Londen:
‘Wij zijn gelukkig te vernemen, dat het boekje Milton and Vondel, onlangs door den heer George Edmundson uitgegeven, niets anders is dan de voorlooper van een uitgebreid werk, welk voor de eerste maal aan Engelsche lezers eene studie over Vondel en zijne Hollandsche tijdgenooten zal aanbieden.
‘Ziehier den titel van het aangekondigde werk: Vondel and his Times,; a Biographical, critical and historical account of the Prince of Dutch poets, the Golden Age of Dutch Literature and the Heroic Era of Dutch greattness.’ (Vondel en zijn tijd; biographische, kritische en historische verhandeling over den prins der Nederlandsche dichters, het gulden tijdvak der Nederlandsche Letterkunde en den heldentijd der Nederlandsche grootheid).
Ook in Noord en Zuid zal dit boek van den heer Edmundson met belangstelling verwacht worden.
In Duitschland heeft Vondel ook reeds de aandacht der geleerde wereld getrokken, blijkens het werk van Prof. Alex. Baumgartner, dat onlangs in 't Nederlandsch vertaald werd onder den titel van Joost van den Vondel, zijn leven en zijne werken.
| |
Beeldende kunsten.
- Tentoonstellingen. - Uit
| |
| |
twee zuiver Vlaamsche steden, Gent en Mechelen, ontvangen wij een omzendbrief, uitsluitelijk in het Fransch opgesteld, betrekkelijk eene tentoonstelling van Schoone Kunsten, welke aldaar zal plaats hebben. In Gent zal de 33e driejaarlijksche tentoonstelling den 15n Augustus geopend en den 24n Oktober gesloten worden. Al de kunstwerken moeten vóór den 18n Juli e.k. ingezonden zijn.
In Mechelen zal de tentoonstelling van den 4n tot den 25n Juli plaats hebben. Van den 10n tot 20n Juni moeten de stukken ingezonden worden.
- Te Amsterdam wordt op 27 September van dit jaar eene tentoonstelling geopend van kunstwerken van levende meesters.
Die tentoonstelling zal kunstwerken omvatten op het gebied van schilder- teeken- bouw- beeldhouw- en graveerkuust, vervaardigd zoowel door Binnen- als Buitenlandsche levende meesters.
Alle werken kunnen ingezonden worden door den maker zoowel als door den bezitter, indien slechts in het laatste geval, schriftelijk van de toestemming des makers blijkt.
De werken moeten toekomen tusschen 23 Augustus en 7 September en geadresseerd zijn ‘aan de commissie voor de tentoonstelling van kunstwerken van levende meesters, Amsterdam, gebouw der tentoonstelling.’ Alles wat na 7 September middernacht, toekomt zal afgewezen worden. De inzendingen behooren vrachtvrij te geschieden. Na afloop der tentoonstelling worden de werken zoo spoedig mogelijk vrachtvrij teruggezonden. Ieder kunstwerk moet vergezeld zijn van den brief waarin vermeld staan de naam, voornaam en woonplaats van den inzender. Hetzelfde moet voorkomen op de achterzijde van het kunstwerk. Van de verkoopbaar gestelde voorwerpen moet tegelijker tijd de prijs worden opgegeven.
Door het gemeentebestuur worden zes gouden stedelijke medailles, ieder ter waarde van 100 gulden, beschikbaar gesteld ter bekroning der best geoordeelde stukken. Deze bekroning zal geschieden door een jury van 7 leden. De tentoonstelling wordt den 30 October gesloten.
Voor alle verdere inlichtingen wende men zich tot de commissie der tentoonstelling.
- Te Kortrijk wordt er ook door de zorgen der Maatschappij van Schoone Kunsten eene tentoonstelling ingericht. De
| |
| |
tentoonstelling wordt geopend op 22 Augusti en gesloten op 30 September daaropvolgende. De werken moeten gezonden worden aan de besturende commissie der tentoonstelling, en ten laatste op 15 Juli toekomen.
De commissie neemt alle kosten van vervoer op zich, onder voorwaarde dat al de werken zullen toegestuurd worden per ijzeren weg, tarief 2. Er zal een tombola ingericht worden.
- Het schepenkollegie van Brussel heeft aan den heer de Lalaing het schilderen van een allegorisch tafereel opgedragen, dat bestemd is voor den grooten trap van het stadhuis. Het zal de allegorische voorstelling zijn van het gemeentelijk gezag.
- De tentoonstelling voor bouwkunde is op 2 Mei geopend. Zij is zeer belangrijk. Er is een verzameling van meer dan 200 teekeningen, die voortkomen uit de stedelijke archieven van Gent; zij geeft de geschiedenis te zien der Gentsche burgerlijke bouwkunde van 1626 tot op onze dagen.
- In het stedelijk museum van Verviers heeft men het tafereel van M. De Pratere ‘het kanaal te Nieuwpoort’ geplaatst. Dit doek werd door de Maatschappij van Schoone Kunsten te Verviers, aangekocht op hare laatste tentoonstelling.
- Ter gelegenheid der Rubensfeesten werd de heer Max. Rooses gelast eene beschrijving te leveren van de werken van den grooten kunstenaar. Thans zijn de eerste afleveringen verschenen van ‘L'oeuvre de P.P. Rubens, histoire et description de ses tableaux et de ses dessins, par Max. Rooses, conservateur du musée Plantin Moretus à Anvers. Phototypies par J. Maes.’
Het werk zal zeer belangrijk zijn, daar de schrijver zich ten doel stelt niet slechts de werken van Rubens zelf te behandelen, maar ook die, waarbij de meester medewerkers had of welke onder zijn toezicht werden afgewerkt. Daar deze laatste zeer groot in getal zijn, is het geen geringe taak, welke de h. Rooses op de schouders heeft genomen; er valt echter niet te twijfelen dat zij goed volbracht zal worden.
- Op 20 Juni wordt er te Namen eene tentoonstelling van schoone kunsten geopend.
Alle Belgische en vreemde kunstenaars worden uitgenoodigd er deel aan te nemen. Daar de sluiting op 15 Juli vastgesteld is, kunnen de stukken, die te Namen tentoongesteld waren
| |
| |
zoo de kunstenaar het verlangt, bij tijds naar de tentoonstelling van Gent gezonden worden.
- Het is dus eindelijk beslist dat het Steen zal hersteld worden. Een krediet van honderd duizend franks is voor dit doel gestemd. Des te beter. Te hopen is het dat men nu maar snel aan het werk zal gaan, opdat er geene stokken meer in het wiel kunnen gestoken worden, als bij voorbeeld het geval is met de benoemingen onzer koninklijke academie. Wanneer wordt daar een beslissing over genomen, en zal men eens onbeschroomd vooruit durven gaan? Dit uitstellen en nog uitstellen wordt een schandaal. Men gelieve niet te vergeten dat Brussel nog altijd gereed staat om een fermen beet in den kaas te geven. Er dient opgepast, voor het te laat is.
| |
Sterfgevallen.
- Uit Parijs komt de tijding, dat de Heer C. Busken Huet aldaar plotseling is overleden. Op velerlei gebied, maar vooral op dat der letterkundige kritiek, mag zijn dood als een groot verlies beschouwd worden, wijl hij nog in de volle kracht zijner werkzaamheid was.
De Heer Busken Huet stamde af van de 17e eeuwsche refugiés en werd den 28 Dec. 1826 te 's-Gravenhage geboren. Na zijne studiën te Leiden, Lausanne en Genève, werd hij in 1851 Waalsch predikant te Haarlem. Na met zijne Brieven over den Bijbel een ijverig aandeel te hebben genomen aan den strijd over de destijds opkomende moderne richting op godsdienstig gebied, nam hij in 1862 zijn ontslag en wijdde zich van toen af aan de journalistiek, eerst van de Haarl. Ct. en na 1868 te Batavia aan de Java-Bode en het Algem. Dgbl. voor Ned-Indie. In 1876 kwam hij weer in Europa terug en vestigde zich toen te Parijs.
Gedurende eenige jaren was Busken Huet ook in de redactie van De Gids. Vele van zijne daarin geplaatste letterkundige beschouwingen, alsmede die welke later in andere bladen en tijdschriften verschenen, zijn thans vereenigd in de reeks Litterarische Fantasiën en Kritieken (21 deelen bij H.D. Tjeenk Willink, te Haarlem). Werken van grooter omvang zijn: Van Napels naar Amsterdam, Parijs en Omstreken (premie voor Het Nieuws v/d D. 1878), Het Land van Rubens en vooral zijn laatste werk Het Land van Rembrand, Studien over Noord-Nederlandsche beschaving in de 17e eeuw.
- Isidoor Dubrucq, de gekende Gentsche beeldhouwer, overleed Vrijdag, 30n April, nauwelijks 42 jaren oud. Zijn
| |
| |
afsterven is een waar verlies voor de Vlaamsche kunst, want Dubrucq was een harer beste beoefenaars. Hij was leerling van A. Van Eenaeme, een andere Gentsche verdienstvolle beeldhouwer, die sedert jaren overleden is. Als de voornaamste werken van Dubrucq somt men op, de grafmonumenten van Minard, van Nap. Destanberg en van G. Corijn, de borstbeelden der Heeren Delcroix, in leven voorzitter der koninklijke Koormaatschappij, graaf De Kerkhove de Denterghem enz. alsmede kleinere werken van hooge verdienste, waaronder eene Mignon van groote kunstwaarde.
In de laatste driejaarlijksche tentoonstelling te Gent bekwam Dubrucq de gouden medalie voor twee beeldjes die zeer opgemerkt werden. Thans had hij het borstbeeld onder handen van Mevrouw We De Kerkhove de Denterghem, doch zijne ziekte liet hem niet toe zijn werk te voltooien.
Ook als tooneelliefhebber was Duburcq verdienstelijk. Hij was vroeger een der beste spelers van de Fonteinisten.
Bij zijne kunstgaven bezat Isidoor Dubrucq een open karakter, eenen fijnen satyrischen geest; om zijne rondborstigheid was hij van allen gekend en bemind: hij telde dan ook slechts vrienden.
- Mevrouw Bosboom-Toussaint is op 13 April l.l. na eene zeer korte ongesteldheid overleden te 's Hage.
Anna Louisa Geertruida Toussaint stamde van vaders- en moederszijde van Fransche vluchtelingen af. Zij werd te Alkmaar, waar haar vader lector in de scheikunde was, geboren den 16 September 1812, en huwde in 1851 den heer Bosboom. Met eene novelle ‘Almagro’ trad zij in 1837 voor het eerste in het openbaar op. Daarop volgde de roman De Graaf van Devonshire, terwijl zij door Het huis van Lauernesse haar roem voor goed vestigde.
Sedert heeft hare vruchtbare pen schier onafgebroken kunstwerken voortgebracht, wier hooge waarde niet enkel binnen onze grenzen werd erkend maar ook in het buitenland, door Fransche, Duitsche of Engelsche vertalingen. Hoe zij hier te lande werd geëerd en gevierd, bleek weinig jaren geleden, toen zij haar 70 verjaardag mocht vieren, en Nederland's kunstenaars en kunstenaressen haar huldigden als de eerste Nederlandsche schrijfster, de leden van ons Vorstenhuis er eene eer in stelden, haar blijken te geven van hunne waardeering. Deze kleine vrouw, zoo teer van gesteld, die hare gezondheid steeds moest ontzien, bezat een rijken geest,
| |
| |
een ongemeen talent en zelfs op hooger jaren gekomen, bleef haar oog helder, hare phantasie levendig, haar vernuft vindingrijk.
Aan de zijde van den innig met haar naar geest en hart verbonden echtgenoot, heeft mevrouw Bosboom-Toussaint een hoogst gelukkig leven geleid, gewijd aan de schoone en edele kunst, en door hare geestesvruchten heeft zij zich eene onvergankelijke eerzuil gesticht in de galerij van Nederlands kunstenaars.
| |
Nieuwe Uitgaven.
| K.L. Ledeganck's Volledige Dichtwerken, in chronologische orde verzameld, vermeerderd met eenige onuitgegeven of in vroegere uitgaven niet opgenomen gedichten. Voorzien van aanteekeningen, levensbericht en opgaven van varianten, en versierd met 3 verschillende portretten des dichters. Groot-8o, 216 blz. Roeselare, Deseyn Verhougstraete. Prijs: 3.75 fr. |
- | Jules Verne. De Vondeling van het fregat Cynthia. In-8o 236 blz. met talrijke houtgravuren. Rotterdam, Jac. G. Robbers. Antwerpen, Jan Boucherij. Prijs: 2.50 fr. |
- | Het gulden Boeksken, Gedichtjes voor kinderen door A. van Hasselt. 3e druk. Kl. 8o 56 blz. Roeselare, Deseyn-Verhougstraete. Prijs: fr. 0,40. |
- | Tante Clara, tooneelspel in 3 bedrijven en een voorspel, door vrouw Anna Slimbroeck-De Peuter. In 8o 84 blz. Roeselare, Deseyn-Verhougstraete. Prijs: fr. 1.50. |
- | Portretten van Jan van Beers, Frans de Cort, Th. van Rijswijck, J. Nolet de Brauwere van Steeland, K.L. Ledeganck, Prudens van Duyse, Mev. Courtmans-Berchmans, Mev. van Ackere-Doolaeghe. Met de levenschrijving op de achterzijde. Roeselare, Deseyn-Verhougstraete. Prijs per portret: fr. 0.10. |
- | Geïllustreerde Encyclopedie, afl. 157 en 158. Rotterdam, uitgeversmaatschappij Elsevier; Antwerpen, Jan Boucherij. Prijs per afl. 25 cents. |
- | Praktische aanwijzingen over den snoei der fruitboomen en de fruitkweek onder glas door Fred. Burvenich. Zesde uitgave, met 209 houtsneefiguren. In 8o. 340 blz. Antwerpen, Jan Boucherij. Prijs: fr. 3.50. |
|
|