II.
Prudens van Duyse's Nagelaten Gedichten. 10e deel. Roeselare, De Seyn-Verhougstraete. Prijs: 2,50 fr.
‘Rijminvallen’ is de titel van het 10de en laatste deel der nagelaten gedichten van Prudens van Duyse. Het bestaat uit zeven boeken, elk van 100 kleine stukken, benevens, als slot, een veertigtal op- en grafschriften. Onnoodig hier aan te stippen, dat in dit boekdeel alle soorten van personen, zaken, voorvallen, ook de meest uiteenloopende, worden behandeld. Deze bonte verzameling getuigt eens te meer - zooals wij het overigens reeds herhaaldelijk zegden - dat van Duyse niet slechts in alle dichtsoorten te huis was, maar tevens eene vruchtbaarheid bezat, die aan het onbegrijpelijke grenst.
Tusschen dien grooten hoop van puntdichten, woordspelingen, snedige antwoorden, grafschriften, enz. zijn er voorzeker een getalletje, welke wij als gezocht of gewrongen mogen beschouwen. Doch zulks moet ons niet verwonderen; 't is geen gemakkelijk werk ‘geest te verkoopen.’ Overigens het vele goede, dat ons hier aangeboden wordt, weegt ruimschoots op tegen de zwakke, minder gelukte rijminvallen.
En dat eene menigte dezer gedichtjes wezenlijk goed zijn, zouden wij door het overdrukken van een groot getal voorbeelden willen bevestigen; maar de beperkte ruimte van den ‘Bode’ dwingt ons die taak aan den lezer zelven over te laten.
Wij bezitten in onze tegenwoordige letterkunde weinig dichters, die met gelukkig gevolg zich op deze dichtsoort toeleggen of het vroeger hebben gedaan. Ook daarom moeten wij deze rijke verzameling van rijminvallen den Nederlandschen lezer ten zeerste aanbevelen.
Onder opzicht van stoffelijke verzorging is dit 10e deel zijne voorgangers waard. Het strekt den uitgever tot eere, dat hij onvermoeid voortgaat de voorbrengselen van den Vlaamschen geest in een puik gewaad zijnen taalgenooten aan te bieden. Hij vinde zijne belooning in de ruime ondersteuning, welke wij zijn streven uit ganscher harte toewenschen. Waar schrijver en uitgever hunnen plicht doen, daar mag het lezend publiek den zijnen niet vergeten!
Frans de GHENT.