| |
| |
| |
Kroniek.
Letter- en tooneelkunde. - Prijskampen.
- Aan den dichtbundel Rijzende Blaren van Jan van Beers is de vijfjaarlijksche prijs van Nederlandsche letterkunde (1880-1884) toegewezen, met 5 stemmen tegen 2, gegeven aan Mej. Hilda Ram voor haar Klaverken uit 's levens akker.
- Koninklijke Akademie van België. - Prijs De Keyn. - De Belgische Akademie heeft in hare zitting van 13 April, kennis gekregen van het verslag van den jury, gelast met de beste werken aan te duiden voor het volksonderwijs, in 1884 verschenen. De jury stelt voor, met eenparigheid, de prijzen De Keyn toe te wijzen aan:
Den heer Ernest Discailles, professor hij de hoogeschool van Gent, voor zijn werk over Willem de Zwijger en Marnix van St-Aldegonde.
Den heer L. Fredericq, professor bij de hoogeschool van Luik, voor zijn boek: Anatomie et physiologie humaine.
Mej. V. Loveling, voor hare Verhalen voor kinderen.
De heer J. Mac Leod, professor bij de normaalschool van Brugge, voor zijn boek: De Werveldieren.
- Ziehier den uitslag van den kampstrijd voor tooneel te Dendermonde:
Drama. - 1e prijs, aan ‘Thalia,’ van Amsterdam, met De Oude Kassier; 2e, tooneelafdeeling der ‘Zanglust,’ van Gent, met Het Geheim of de Dochter van den kapelmeester (naar Schiller); 3e, aan ‘Willem Ogier,’ van Antwerpen, met Mathilda of een Vrouwenhart. - Blijspel. - 1e prijs, ‘de Taalzucht,’ van Mechelen, met De duivel op 't dorp; 2e, tooneelafdeeling der ‘Zanglust,’ van Gent, met Hij is niet jaloersch, neen 't is 't katje, 3e, ‘de Toekomst,’ van Mechelen, met Eene misgreep.
Drama. - Gouden medalie voor den besten tooneelist: den heer Remes, van ‘de Morgendster,’ van Brussel. - Blijspel. - Gouden medalie voor den besten tooneelist: den heer D.C. De Boer, van Amsterdam.
- De dichters Jan van Beers en Nicolaas Beets zijn, de eene tot briefwisselend, de andere tot geassocieerd lid benoemd van de Belgische Akademie te Brussel.
| |
| |
- Met genoegen vernemen wij dat ook de gekende tooneel- schrijver en speler Felix van de Sande tot Ridder de Leopoldsorde benoemd is.
| |
- Banket ter eere van Pieter Geiregat.
Allerbest gelukt, gansch broederlijk en vriendelijk, was het banket, Zaterdag 18n April in het Hôtel Royal den heer Geiregat aangeboden, bij gelegenheid zijner benoeming tot ridder der Leopoldsorde. Een vijftigtal dischgenooten waren opgekomen, waaronder verschillige uit andere steden.
Het mocht eene echt letterkundige en artistieke vereeniging heeten. Verscheidene onzer beste Nederlandsche schrijvers, alsook eene menigte Gentsche artisten, waren opgekomen om een bewijs van achting en vriendschap te geven aan hem, die voor allen, die zich in het geestesleven bewegen, immer de gemoedelijkste makker en de dienstwilligste vriend was.
De heer schoolopziener Block, die het banket voorzat, wierp in zijn toast een blik op het welvervulde leven van den schrijver, wees op alles wat hij voortbracht als novellist, tooneeldichter, kunstcriticus en dagbladschrijver, en loofde vooral zijn streven naar zedelijkheid in zijne schriften, waardoor bij grootste diensten aan de volksbeschaving had bewezen.
De heer A. Vandermeulen bood hem in hartelijke bewoordigingen eene sierlijke kroon aan, in naam van al de inschrijvers op het banket.
Hierop stelde de kunstschilder Maeterlinck een dronk voor, als dank van de artisten voor de diensten, hen door den heer Geiregat in zijne hoedanigheid van dagbladschrijver bewezen.
De heer Jozef Van Hoorde gaf lezing van de brieven en telegrammen van personen, die, het feest niet kunnende bijwonen, den heer Geiregat hunne gelukwenschingen aanboden, namelijk van de heeren Lippens, burgemeester, de Maere-Limnander, Wagener, Th. Coopman (Brussel), Emiel Van Goethem, Julius de Vigne, Rolin-Jaequemyns, Désiré Delcroix, J. Van Droogenbroeck, burgemeester Buls, Félix Cogen, en anderen. Ook brieven van gelukwenschen van wege de Taal is gansch het Volk en het Crombrugghe's Genootschap waren den heere Geiregat geworden.
De heer Van Hoorde, na eene hulde aan zijnen kollega en
| |
| |
vriend Pieter Geiregat, stelde een dronk in aan de personen vreemd aan de stad, die het feest bijwoonden.
De heer P. Geiregat bedankte over zooveel vriendschaps-bewijzen. Hij sprak woorden van erkentelijkheid jegens degenen, die dit feest te zijner eere hadden ingericht, en hen die hem gelukwenschen hadden gestemd.
Nog spraken de heeren advokaat Périer, hoogleeraar Fredericq, Teirlinck (van Brussel, die een naamdicht voordroeg), en door den heer Geiregat aan zijnen vriend Jozef Van Hoorde.
In allen werden aan het talent en het minzaam karakter van Geiregat andermaal hulde gebracht.
Zelden zagen wij een vriendenfeest, waar alles zoo gemoedelijk en opgewekt toeging. De heer Geiregat zal zeker van dit schoon feest een hartelijk aandenken behouden.
Twee dichtstukken werden voorgelezen, wij laten ze hier volgen.
Dronk aan Pieter Geiregat ter gelegenheid zijner verheffing tot Ridder der Leopoldsorde. Gent. - Feestbanket 18 April 1885.
Wat is schooner om te aanhooren
Dan de teedre kindermond,
Voor wie gij de liefste maarkens,
Ja de wijste lessen vondt?
Wat is zoeter om te voelen
Dan het moederlijk gemoed,
Dat ge weet zoo mild te stichten
Door verhalen wonderzoet.
Wat is heerlijk boven alles
't Is de geest des koenen mans,
Dien ge weet door kunst te boeien,
Vol van Vlaamschen Dichterglans!
Wat is rijker af te luistren
Dan des volkes minnend hart,
Dat ge door het blijde spelen
Moedig troost in leed en smart.
Kind en moeder, man en Vlaming
Voegen hunne stemmen saam,
Om u, Dichter, toe te juichen
Luid te zeegnen uwen naam.
| |
| |
Komt u thans het kruis versieren,
Langverdiende Vorsteneer,
't Volk komt met zijn liefde u vieren,
Die verdient gij evenzeer!
Broeders, hoog het glas geheven,
Vlaandren schonk hij schat op schat.....
Klinkt en drinkt: de Dichter leve!
Heil den Ridder Geiregat!
Naamdicht op Pieter Geiregat, Ter gelegenheid zijner verheffing tot Ridder der Leopoldsorde.
Pieter Geiregat, u, dichter vol gloed
In ons Vlaandren, zend ik mijn broedergroet!
Edelmoedig schenkt ge ons sprookjestuilen,
Tegen vreemd broeikaskruid te ruilen...
Eere kome u toe, u, dichter vol gloed;
Ridder Geiregat, ontvang mijnen groet!
Gansch mijn kinderziele komt gij roeren,
En mijn mannenhart ten plichte voeren;
In uw dichtverhalen zoo lief en teer
Ruischt uw wonderzoete ziele weer!
Eer en deugd en reinheid, moederbloemen,
Glans en moed der vaadren woudt gij roemen!
Aan den Ridder, dichter vol kracht en vol gloed,
Trots van Vlaandren, zend ik mijn broedergroet!
Gent. - Feestbanket, 1885.
- Bij den Antwerpschen uitgever Lod. Janssens verschenen de twee eerste afleveringen der Dicht- en prozawerken van Jan Van Rijswijk, die tevens dagbladschrijver en volks-spreker was. Deze uitgave wordt door zijnen zoon, advokaat Jan Van Rijswijck, bezorgd; en Max Rooses zal er eene levensbeschrijving aan toevoegen.
- Met genoegen kondigen wij aan, dat Pol de Mont twee bundels in gereedheid brengt, een lyrischen en een epischen. Zij zullen verschijnen bij de bekende uitgevers-maatschappij Elzevier, te Rotterdam, en voor titel dragen: 1o Fladderende Vlinders, lyrische poëzie; verzameling rondeelen, villanelles, sonnetten, refereynen, pantoenen, gazelen, ritornellen, terzinen, antiekpenningen.
| |
| |
2o In Noord en Zuid, epische poëzie, waarin onder meer zullen voorkomen: Vogelkensidylle, Op Schaatsen, Meditatie van Noldus Snoeck, enz. De eerste bundel bevat gedichten van 1881-1885, de tweede van 1883-1885.
- De Antwerpsche dichteres Hilda Ram, wier eerste bundel gedichten: Een klaverken uit 's levens akker, zoo welwillend ontvangen werd, zal eerlang een tweede werk in het licht geven, bevattende hare verspreide en nog onuitgegeven gedichten.
Verder worden aangekondigd, om eerlang uitgegeven te worden, de gedichten van Jan Boucherij.
- Van de pers is gekomen, opschoon Hollandsch papier met zorg gedrukt: Reinaart de Vos, in Nieuw-Nederlandsch met de regels van den middeleeuwschen versbouw in Dietsch en Duitsch en onderzoek naar de quantiteit in Oud-Duitsch en Gothisch, door Julius De Geyter.
- Door de Akademie werd het prijsschrift bekroond van den heer J. Van Droogenbroeck, den gekenden Vlaamschen dichter, over de vraag: Men verlangt eene studie over de toepassing der regels van de Latijnsche en Grieksche metriek op de Nederlandsche poëzie.
| |
Toonkunde.
- Het Uitvoerend Comiteit der Wereldtentoonstelling heeft zich verstaan met de Antwerpsche Toonkunstenaars-Vereeniging voor 35 concerten, te beginnen van de maand Juni. Zij zullen plaats hebben in de feestzaal of in den tuin en bestuurd worden door Peter Benoit en gedeeltelijk door de heeren Huberti, Wambach, Blockx en andere jonge komponisten. Elk programma zal samengesteld zijn uit werken van eene zelfde school of nationaliteit.
Ook zullen er vier festivals zijn, ingericht, onder bestuur van Peter Benoit, door de Muziekmaatschappij. Een zal gegeven worden bij het sluiten van het muziekcongres en gewijd zijn aan den Oorlog. Eindelijk de Muziekschool zal in de feestzaal drie groote concerts geven, alsook de Symfonie-maatschappij.
- Men zegt dat de cantate voor de onthulling van het standbeeld van Lieven Bauwens te Gent, getoondicht wordt door den gekenden maëstro K. Miry, op woorden van den heer De Vreeze. Voor de uitvoering, welke zeer grootsch zal zijn, is de medewerking gevraagd van de zangkringen der stad.
| |
| |
- Het kinderoratorio De Wereld in, van De Geyter en Peter Benoit, zal onlangs te Brussel worden uitgevoerd door de leerlingen der gemeentescholen, en in het Nederlandsch, dank aan de bemoeiingen van den Burgemeester Karel Buls.
Deze frissche en levendige kinderkantate wordt in het kort voor de 35e maal in Holland ten gehoore gebracht, een bewijs hoezeer dit werk van Benoit bij onze noorderbroeders gesmaakt wordt. Ook de uitvoeringen der Rubenskantate aldaar hebben reeds het getal 30 overschreden.
- Internationaal toonkundig kongres van Antwerpen. - De omzendbrief betreffende het Internationaal Toonkundig Kongres van Antwerpen meldde, dat de zittingen van dit kongres zouden plaats hebben vier dagen voor de gemeentefeesten dier stad; wij brengen heden ter kennis van het publiek dat het kongres zal gehouden worden gedurende deze feesten, zonder eenige verandering aan de vastgestelde datums (van 8 tot 11 Augusti.)
De menigvuldige bijtredingen, die het inrichtingskomiteit uit alle landen zijn toegekomen, doen voorzien dat dit internationaal wetenschappelijk muziekkongres wel het voltalligste zal zijn, dat ooit ergens tot stand kwam.
De personen, welke hunne bijtreding nog niet ingezonden hebben en nochtans verlangen deel te nemen aan het kongres, hetzij als toehoorder of als redenaar, worden verzocht zich vóór den 15 Mei aanstaande te laten inschrijven.
Gedurende het kongres zullen in eene der zalen van den Cercle Artistique tentoongesteld worden, wetenschappelijke en letterkundige werken meêgedeeld door de leden van het kongres, en betrekking hebbende op zijne werkzaamheden.
- Op Zaterdag 2 Mei werd te Amsterdam door de Muziekvereeniging Musis Sacrum op een concert het oratorio Mozes op den Nijl, van onzen stadgenoot Emiel Wambach, voor een talrijk publiek op verdienstelijke wijze uitgevoerd.
| |
Beeldende kunsten.
- De Gentsche schilder, Felix Cogen, aan wien reeds zoovele vereerende onderscheidingen te beurt vielen, heeft van wege de Oostenrijksche Kunstvereeniging van Weenen de hoogst vleiende uitnoodiging ontvangen, om bij gelegenheid van haar vier-en-dertig-jarig
| |
| |
bestaan eene bijzondere tentoonstelling in haar prachtig lokaal van die werken te houden, waarover hij beschikken kan. Het is maar tot groote meesters in de kunst dat zulke uitnoodigingen worden gericht en dit is een bewijs te meer, hoe hoog men ook in Oostenrijk oploopt met het talent van den Gentschen schilder van het visschersleven.
- Eenige gunstig gekende kunstenaars der jonge Vlaamsche School hebben eene kunstgalerij gemaakt in de Beddenstraat, 11, alhier. Den 3n Mei werd de tentoonstelling geopend met werken van Emiel Claus, E. Farasyn. G. Geefs, Fr. Hens, Th. Verstraete, Eug. Joors, Fr. Joris, Fr. Lauwers en F. Simons, allen namen, die reeds eenen goeden klank hebben in de kunstenaarswereld. Wij raden dan ook de liefhebbers aan deze tentoonstelling een bezoek te brengen. Naar wij vernemen zullen de werken alle maanden door nieuwe vervangen worden.
- Tegenover het gebouw der wereldtentoonstelling van schoone kunsten zal er een onafhankelijke tentoonstelling der Vlaamsche Schilderschool ingericht worden. Uitnoodigingen worden aan de kunstenaars gezonden. De ingezonden werken worden door een te benoemen Jury gekeurd. Ziehier eenige bijzondere punten uit het voorloopige reglement: Voor ieder aangenomen werk wordt, om de instellingskosten te dekken, vijffrank betaald. Wordt het schilderstuk verkocht zoo rekent de commisse 20% op den verkoopprijs. Elk verkocht werk mag onmiddellijk door den kooper weggehaald worden. De schilder mag een nieuw tafereel inzenden zonder nieuwe geldelijke bijdrage te moeten storten.
- Het gedenkteeken der Fransche Furie, in Antwerpen opgericht, tegenover den Nederlandschen schouwburg, is gansch afgewerkt. De HH. Georges Geefs beeldhouwer en Van Dijck bouwkundige, die te zamen het ontwerp voor dit gedenkteeken maakten, halen alle eer van hun werk. Wat echter onbegrijpelijk voorkomt is, dat er van officiëele zijde zoo maar niet het minst gewag wordt van gemaakt. Zeker uit eerbied voor de Franschen, die ter gelegenheid der wereldtoonstelling, Antwerpen bezoeken zullen. Natuurlijk hoe demoediger en eerbiedvoller voor die heeren hoe beter. Een hunner deed immers ons volk de eer aan op het banket
| |
| |
der drukpers te drinken aan de vereenigde Fransche en Belgische departementen!
- Van de 2300 ingezonden tafereelen van Belgische schilders voor de algemeens kunsttentoonstelling werden er slechts 325 aangenomen. 't Is een ware slachting geweest. En na een overzicht van de aangenomen stukken zal wellicht menigeen uitroepen ‘Lieve hemel, wat moeten de 1975 andere geweest zijn’, tenzij aangenomen wordt wat men nu langs verschillende kanten fluistert: dat er met erg veel partijdigheid werd te werk gegaan; dat.. dat.. enz. Zoo 't al waar is wat er verhaald wordt, moeten er inderdaad onnoemlijke dingen gebeurd zijn. Zoo zou onder ander een jurylid van Brussel, een zeer bekend man, stukken geweigerd hebben zonder zelfs te zien, alleen op het noemen van den naam. Men vertelt nog.... 't Is beter niet langer in dien poel te plassen; de Jury is ontbonden en de potten zijn toch gebroken. Wie er 't fatsoen van betalen zal blijft nog te zien. Zoo het onze school maar niet is....
- De stad Richmond (staat Virginia) Amerika, richt een prijskamp in voor het denkmaal van gen. E. See, waaraan de kunstenaars van alle landen deelnemen kunnen. De ontwerpen moeten naar Richmond vóór 1 Januari 1886 ingezonden worden.
- Te Amsterdam heeft de kunstvereeniging Picturia eene tentoonstelling geopend van schilderijen van N. Neil. meesters. In den Catalogus, die 307 nummers bevat, komen de best bekende namen voor.
- Te Amsterdam is een nieuw geïllustreerd tijdschrift verschenen bij den uitgever De Lange, getiteld: Uit en thuis. Dit tijdschrift staat onder redactie van A. Nuyens en is gewijd aan uitspanning en gezelligheid.
| |
Vlaamsche belangen.
- De schrijfwijze der namen van de Vlaamsche gemeenten. - Het is algemeen gekend dat er eene groote verwarring bestaat in de wijze, waarop de namen van vele Vlaamsche steden en dorpen worden geschreven. Dat gebeurt sedert zeer vele jaren en heeft meer dan eens aanleiding gegeven tot klachten. Reeds over veertig jaren heeft men zich met die zaak bezig gehouden en op verscheidene letterkundige Con- | |
| |
gressen, onder anderen nog op het laatst gehouden Congres te Brugge, werden wenschen uitgedrukt om aan dien toestand een einde te zien komen. Het was altijd te vergeefs.
Nu vernemen wij dat het Staatsbestuur in het kort maatregelen zal nemen tegen die verwarring, die met den dag aangroeit. Zoo wij goed ingelicht zijn, heeft de heer Th. Coopman een werk gemaakt over de rechtschrijving der namen van al onze Vlaamsche gemeenten. Dat werk werd ten volle goedgekeurd door den heer Vandenpeereboom, Minister van spoorwegen, posten en telegrafen. Deze heeft het verzonden aan zijnen collega, den heer Thonissen, Minister van binnenlandsche zaken en openbaar onderwijs, met verzoek er zijne officieele bekrachtiging te willen aanhechten. Het is te hopen dat de heer minister Thonissen het voorbeeld zal volgen van Minister Vandenpeerenboom en beiden die hervorming zullen tot stand brengen, die van groot gewicht is voor onze moedertaal.
De vraag is nu te weten of daartoe een koninklijk besluit voldoende is, dan wel of de Kamer van volksvertegenwoordigers zal moeten tusschenkomen.
Wat er van zij, men ziet dat die zaak ver gevorderd is. Volgens de aangenomen voorstellen van den ontwerper, moet de Vlaamsche schrijfwijze onzer gemeente-namen gevolgd worden in al de officiëele stukken, zelfs in de Fransche.
- De letterkundige vereeniging Snellaertskring te Gent, heeft aan de Kamers een vertoogschrift gezonden, waarin geklaagd wordt over de slechte toepassing der wet van 17 Aug. 1873 en gevraagd, dat voortaan bij het geven der plaatsen in de rechterlijke macht in het Vlaamsche land, er ernstig gelet worde op de bekwaamheid der kandidaten ten opzichte der Nederlandsche Taal. Tevens verzoekt deze kring, dat in beide Staatshoogescholen een leerstoel voor het strafrecht en de strafrechtspleging in de Nederlandsche taal zou worden opgericht.
|
|