plaats, bestaande uit De Laarzen van hooi. Al de aanwezigen juichten den jongen Victor toe, welke de hoofdrol in 't stukje vervulde. Nog verscheidene malen tijdens dien winter gaf men er vertooningen, waaraan Driessens een werkelijk deel nam.
In 1841 werd hij door de militieloting aan de maatschappij onttrokken om bij het 8e linieregement te worden ingelijfd.
Tijdens zijne militaire loopbaan te Gent, alwaar het regiment in garnizoen lag, bewerkte hij dat er in de caserne eenige soldaten de handen in elkander sloegen, met het inzicht er tooneelvoorstellingen te geven, welke geregeld alle weken in 't Vlaamsch of in 't Fransch plaats hadden. Zijne rolverdeeling kwam hierop neer, dat hij bij gebrek aan tooneelspeelsters een paar tamboers der compagnie de vrouwenrollen toekende.
Reeds het volgende jaar mocht hij vaarwel zeggen aan het soldatenleven en kwam hij naar Antwerpen terug. Onmiddellijk bracht hij een tooneelmaatschappij tot stand in De Vos op de Groote Markt. Drie jaren later, in 1845, werd hij lid van de maatschappij De Hoop, welke destijds reeds eenige befaamdheid had verworven en het lokaal ‘Het Wafelhuis’ tot tooneelzaal bezat. Het was in deze laatste maatschappij dat Driessens gelegenheid vond zijn aangeboren talent te laten ontwikkelen.
In 1850 kwam door zijn toedoen de maatschappij ‘De Dageraad’ tot stand, welke heden ten dage nog in vollen bloei is. Van toen af begon zijn naam algemeen gekend te worden, want in dezen tooneelkring vond hij gelegenheid zijne kennis tot rijpheid te laten gedijen. De stukken, welke ter opvoering werden voorgelegd, waren van beter gehalte dan die, welke Driessens tot dan toe had gespeeld. Daarenboven beschikte deze maatschappij over eene uitgestrekte tooneelzaal - ten minste voor dien tijd - namelijk het Théâtre des Variétés. Beurtelings trad hij als hoofdpersoon op in Het Wonderjaar, Menschenliefde, Tanchelm, De Voddenraper, Paljas, e.a.
Trots een aantal hinderpalen en tegenkantingen bracht hij zijn sedert lang gevormd ontwerp in 1843 tot stand: het stichten van een Nationaal tooneel met een stedelijk hulpgeld. Vier jaren later zegde hij zijne betrekking vaarwel aan het