| |
| |
| |
Kroniek.
Letter- en tooneelkunde. - Prijskampen.
- Conscience's Taal-. Tooneel- en Letterkundig Genootschap te Blankenberge. - Prijskamp van alleenzangen en van kluchtliederen op Zondag 8 Februari 1885.
Uitgeloofde prijzen. - Alleenzang (romance of aria).
1e Prijs, een zilveren vergulden eerepenning en 25 fr. in geld; 2e, een zilveren eerepenning en 15 frank; 3e, een bronzen eerepenning en 10 frank.
Kluchtliederen (zonder spraak):
1e Prijs, een zilveren vergulden eerepenning en 20 fr. in geld; 2e, een zilveren en 15 frank; 3e, een bronzen en 10 frank.
De prijskamp zal plaats hebben in de schouwburgzaal, ten Stadhuize, op zondag 8 Februari 1885.
Tot dezen prijskamp worden uitgenoodigd al de Vlaamsche liefhebbers zoo van binnen als buiten Blankenberge.
De uit te voeren stukken (woorden, muziek en pianobegeleiding) moeten uiterlijk op 20 Januari 1885, vrachtvrij besteld worden, aan den heer L. Konkelberge, voorzitter van het Conscience's Taalgenootschap. Molenstraat 17, te Blan kenberge.
De prijzen zullen na het afloopen van den prijskamp aan de overwinnaars worden uitgereikt.
- De jury gelast met het oordeelen der laatste wedstrijden onder de leden der maatschappij van den Vlaamschen Broederbond heeft uitspraak gedaan. In het deftige vak, alleen- of tweespraken, is de eenige prijs, zijnde een zilveren eermetaal, toegekend aan het stuk getiteld: Vader en zoon. In het boertige vak, zelfde voorwaarden en prijs, werd het handschrift met name Soort bij soort als het verdienstelijkste aangewezen. Beide stukken hebben voor schrijver den heer Hendrik Verwatermeulen, die in den Algemeenen Wedstrijd voor het vervaardigen eens blijspels, insgelijks den eersten prijs behaalde.
- Een boek van het grootste belang, dat de Vlaamsche zaak onberekenbaar nut kan aanbrengen, ontbreekt tot heden
| |
| |
aan onze letterkunde. Om in deze leemte te voorzien, noodigt de maatschappij de Vlaamsche Broederbond, op voorstel van haren eerevoorzitter, baron Octaaf van Caloen de Basseghem, de letterkundigen van België uit in den algemeenen prijskamp tot het vervaardigen van: De Geschiedenis der Vlaamsche Beweging, in alle hare vertakkingen, sedert het jaar 1830.
De mededingende handschriften moeten vóór 1 December 1885, vrachtvrij besteld worden aan den heer eerevoorzitter van den Vlaamschen Broederbond, Ontvangerstraat, nr 6, te Brugge.
Het bekroonde werk blijft de eigendom der maatschappij, die het recht heeft het te doen drukken. In dit geval zal het Bestuur met den schrijver eene overeenkomst maken.
Den bekroonden schrijver zal een verguld eermetaal en eene som van 500 frank geschonken worden.
Een jury, bestaande uit 5 leden, door het bestuur der maatschappij aangeduid, zal de ingezonden werken beoordeelen.
- Bij koninklijk besluit van 18 December 1884, zijn benoemd tot leden van den jury gelast met de toewijzing van den vijfjaarlijkschen prijs der Nederlandsche letterkunde voor het 7e tijdvak:
De heeren J. Fuerison, hoogleeraar te Gent; doctor Nolet de Brauwere van Steeland, lid der Koninklijke Belgische Academie, letterkundige te Vilvoorden; L. Roersch, id., hoogleeraar te Luik; M. Rooses, letterkundige, te Antwerpen; J. Van Droogenbroeck, id., te Schaarbeek; E. Van Driessche, id., te Elsene; P. Willems, lid der Koninklijke Belgische Academie, hoogleeraar te Leuven.
Ziehier de lijst der werken door het hoogere bestuur onderworpen aan den jury, gelast met de toewijzing van den vijfjaarlijkschen prijs der Nederlandsche letterkunde:
Mev. Van Ackere, Jongste Dichtbundel. - A. Beernaert, Kunstdroomen. - Id. Fantazie en Leven. - J. Van Beers, Gedichten. - J. Brans, Limburgsche Schetsen. - L. Buyst, Willem Sanger. - Jan Boucherij, Twee Novellen. - L. Callant, Vlaanderen. - Id. Lentebloemeken. - Caluwaert, De Zwarte Hoeve. - H. Conscience, Geld en Adel. - Mev. Courtmans, De Hoogmoedige. - Van Cuyck, Onder Vrienden. - Id. Twee Huwelijken. - Id. Tot Andenken. -
| |
| |
S. Daems, Luit en Fluit. - P. Denys, Een handdruk aan Vrienden. - J. De Geyter, De Wereld in! - G. Gezelle, Liederen, eeredichten en reliqua. - P. Geiregat, Volksverhalen. - Id. Vergeet-mij-nietjes. - K. De Gheldere, Landgedichten. - C. Hansen, Transvaal. - Van Haesendonck, Willem Volckerick. - Id. Lotgevallen van mijn Pistool. - Id. Kermisgasten. - F. Heuvelmans, Jan Blokker. - Hilda Ram, Een klaverken uit 's Levens Akker. - L. Janssens. In den Schutpennick. - L. De Koninck, Het menschdom verlost. - H. Ledeganck, Wel en Wee. - Juffer V. Loveling, Polydoor en Theodoor, enz. - Id. Fideel en Fidelineken. - Id. De Muisjes. - Id. De Sledevaart. - Id De Spinnekop. - Id. Josijntje. - P. De Mont, Lorrely. - Id. Lentesotternijen. - Id. Idyllen. - Id Idyllen en andere gedichten. - V. Dela Montagne, Gedichten. - Id. Vlaamsche Pseudoniemen. - G. Van Oye, De Nixe. - Id. Daphne. - A. Pauwels, Iets over Zuid-Afrika en de Transvalers. - Dr Peeters, Betty. Schetsen uit het leven der zinneloozen. - Plancquaert, De Franschen in Vlaanderen. Remo, Meer Licht. - G. Rens, Mijmeringen. - Rotiers, Jeugdig Groen. - De Rycker, Het Grondwettelijk bestuur van het oude Gent. - G. Segers, In de Kempen - J. Slachmuylders, Uit 's Levens volle bron. -
P. Styns, Typen. - Tetaert, Gedichtkrans. - Teirlinck-Styns, Arm Vlaanderen. - Id. Uit het Leven van ons Volk. - Id. Bloemenleven. - Id. Aldenardiana. - Van der Ven. Uit het dagelijksch leven. - K. Versnaeyen, Lange Jan. - Id. De Brugsche Primus. - Dr De Vos, Langs ruwe paden. - Id. In de Natuur. - De Vreeze, Gedichten voor de Jeugd. - V. Van de Walle, Blauwe Bloemen. - Id. Zeven Volksgedichtjes. - De Weerdt, Elfde reeks nieuwe Liedjes. - A. Weustenraad, Gedichten.
De Belgische schrijvers van Nederlandsche werken in 1880, 1881, 1882, 1883 en 1884 in Belgie of elders uitgegeven en in bovenstaande lijst niet opgenoemd, worden verzocht vóór 1 Februari aanstaande een exemplaar van die werken te sturen aan het ministerie van landbouw, nijverheid en openbare werken (afdeeling: Letteren, Wetenschappen en Schoone Kunsten).
- Voor den prijskamp door het Gouvernement uitgeschreven voor het opstellen eener Vlaamsche spraakkunst, geschikt voor het middelbaar onderwijs, zijn twee werken ingekomen: 1o Nederlandsche spraakleer door J. Van Beers, professor aan het Koninklijk Atheneum van Antwerpen; 2o Nederlandsche spraakleer, opgesteld naar het voorgeschreven plan van het Staatsbestuur. ten gebruike van het middelbaar en normaal onderwijs, door P. Aerts, leeraar aan 's rijks middelbare school van Zout-Leeuw, en Th. De
| |
| |
Doncker, leeraar aan rijks middelbare school van Meenen.
- De heer P. Willems, professor bij de katholieke hoogeschool te Leuven, werd in zitting van 5 Januari, l.l. tot bestuurder der klas van letteren bij de Koninklijke Academie van België van 1886 benoemd.
- Het tijdverloop van inzenden der antwoorden bestemd voor den prijskamp van 25,000 fr. ingesteld door den koning, is verstreken. Er zijn 59 werken ingekomen. De prijskamp loopt ditmaal over de aardrijkskunde en de prijs zal toegekend worden aan de beste verhandeling om deze wetenschap te verspreiden. De jury zal eerlang benoemd worden.
De uitslag van den prijskamp van 1881 is nog niet gekend. De heer Dirks, de vermaarde ingenieur van den Hollandschen waterstaat, maakt deel van den jury voorgezeten door den heer d'Elhougne; hij heeft sedert lang zijn onderzoek geëindigd, maar zijne collega's van den jury zijn ten achter.
- Zooals wij gemeld hebben zal de dichter Pol de Mont in den loop van dit jaar eenen nieuwen bundel uitgeven, getiteld Krokusbloemen - en niet Cameeën, zooals enkele bladen hebben gemeld.
Op Zaterdag 20 December laatstleden, heeft die vruchtbare schrijver eene voordracht gehouden in den Gentschen studentenkring 't Zal wel gaan, bestaande uit eenige zijner nieuwe gedichten. De grootste bijval viel hem aldaar ten deel.
- In het laatst December-nummer van The Athenaeum van Londen is, evenals in vroegere jaren, een algemeen overzicht verschenen van de letterkundige geschiedenis van alle Europeesche landen gedurende het afgeloopen jaar.
Het artikel voor de letterkunde in Noord-Nederland is weder aan den heer E. Van Campen opgedragen en dat over de letterkunde in België (Fransch en Nederlandsch) aan de heeren Emiel de Laveleye en Paul Fredericq, professors bij de hoogescholen van Luik en Gent.
- In het nieuwverschenen deel van Prof. Jan ten Brink 's Literarische Schetsen en Kritieken, zijnde verspreide stukken dagteekenende van 1878 en 1879, komt onder anderen eene bijdrage voor over het Nederlandsch Congres van Mechelen.
| |
| |
- De heer J. ter Gouw, de schrijver der lijvige en zoo geleerde Geschiedenis van Amsterdam, is dezer dagen ter gelegenheid van zijn zeventigsten verjaardag, met allerlei huldebewijzen vereerd. Onder anderen besloot de gemeenteraad van Amsterdam, dat hem een jaarlijksch eerepensioen van 800 gulden zou worden toegekend.
- Dezer dagen verscheen de tweede aflevering van het Etymologisch Woordenboek der Nederlandsche Taal, door Dr. Johannes Franck, privaat docent aan de Hoogeschool te Bonn (Pruisen). Zij gaat van het woord Bont tot het woord Fries. Onmisbaar is dat Woordenboek voor alle ernstige beoefenaars der Nederlandsche taal.
| |
Toonkunde.
- Met genoegen hebben wij bemerkt dat in de Tablettes du Musicien, te Brussel verschenen, het welgelijkend portret voorkomt van Peter Benoit, vergezeld van eene levensbeschrijving. Men weet dat verleden jaar de Tablettes het portret bevatten van Richard Wagner.
- Ten bewijze dat onze Vlaamsche muzikale beweging meer en meer in aanzien stijgt bij den vreemde, mogen wij hier vermelden, dat de leider dier beweging, onze medewerker Peter Benoit, door den Minister van Frankrijk tot Officier d'Académie benoemd is. Onze hartelijke gelukwenschen aan den Meester voor deze onderscheiding.
- De heer Edmond Vander Straeten, die zich reeds zoo verdienstelijk maakte door zijne werken, Le Théâtre villageois en Flandre en Les musiciens néerlandais en Italie, heeft dezer dagen een nieuw boek van omstreeks 500 blz. in 't licht gezonden: Les musiciens néerlandais en Espagne (deel VII van zijne Musique dans les Pays-Bas avant le XIXe siècle.)
| |
Beeldende kunsten.
- De nu verschenen dubbelaflevering (3 en 4 jaargang 1884) van het Album der Antwerpsche Etsers bevat eene reeks van twaalf platen, waaronder zich ongemeen schoone bevinden. Het puik der Antwerpsche schilders heeft er aan medegewerkt, namelijk Fr. Lamorinière, P. Verhaert, Th. Verstraeten, J. Seghers, L. Abry, Alfred Elsen, G. Vanderveken, F. Lauwers, E. Nicolié, J.G. Bos en L. Brunin. Onder de liefste stukjes zullen wij noemen het kleurig en mollig portret van den
| |
| |
grooten schilder Gallait. De poging van den Etserskring, om de oefening van en den smaak voor de etskunst weder hier te lande te verspreiden, heeft reeds tot schitterende uitslagen geleid. Wij wenschen den kring en zijn Album geluk daarover.
Wereldtentoonstelling van Antwerpen. - De Nederlandsche Staatscourant van 14 dezer bevat het voigende koninklijk besluit van 13 Januari 1885.
Op voordracht van onzen Minister van Binnenlandsche Zaken van 10 Januari 1885, no 1, kabinet;
Hebben goedgevonden en verstaan:
1o de behartiging der belangen van de Nederlandsche kunstenaars ter tentoonstelling van schoone kunsten in 1885 te Antwerpen te houden, op te dragen aan twee commissies, waarvan de eene in Nederland, de andere in België, beide onder leiding van een commissaris-generaal zullen werkzaam zijn, met dien verstande dat aan de commissie in Nederland wordt toevertrouwd de aldaar te bezorgen keuring der in te zenden kunstwerken, volgens de bedoeling van het bepaalde sub 1 van art. 5 van het algemeen reglement voor die tentoonstelling; en aan de commisste in België alles wat betreft het in ontvangst nemen van voormelde kunstwerken en hunne plaatsing op de tentoonstelling en het noodige arrangement, en zoo noodige decoratief der Nederlandsche afdeeling van voornoemde tentoonstelling volgens het bepaalde sub 2 van evengenoemd reglement; een en ander volgens de desgeraden door onzen Minister van Binnenlandsche Zaken daaromtrent te geven voorschriften.
2o te benoemen:
a. | tot Commissaris-Generaal, voorzitter van ieder der beide commissiën M.C.J.E. graaf Van Bylandt, lid van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland, te 's-Gravenhage; |
b. | tot leden der commissie in België werkzaam, de heeren E.J. Boks te Antwerpen, J.H.L. De Haas te Brussel, J.Th. Kruseman te Brussel, W. Roelofs te Brussel: |
c. | tot leden der commissie in Nederland werkzaam, de heeren: Aug. Allebé, te Amsterdam, J.J. Van de Sanden Bakhuyzen te 's-Gravenhage, C. Cunaeus te Amsterdam, L.H. Eberson te Arnhem, Bart Van Hove te Nieuweramstel,
|
| |
| |
| Josef Israëls te 's-Gravenhage. J.H. Maris te 's-Gravenhage, J.H. Maschaupt te Amsterdam, Ch. Rochussen te Rotterdam, C. Ed. Taurel te Amsterdam, H.A. Van Trigt te Amsterdam, J.H. Weissenbruch te 's-Gravenhage. |
- Het comiteit voor de oprichting van een standbeeld aan Dr Jozef Guislain, te Gent, heeft besloten eenen prijskamp te openen voor de uitvoering van dit gedenkteeken, waaraan alle Belgische kunstenaars uitgenoodigd worden deel te nemen.
De prijskamp zal den 31 Maart aanstaande gesloten worden. De werken der mededingers moeten voor dien dag gezonden worden aan den poortier der hoogeschool van Gent, Volderstraat.
De kunstenaars, die verlangen mede te dingen, kunnen zich wenden tot doctor B.C. Ingels, geneesheer van het Guislainsgesticht te Gent, waar zij eene photographie van doctor Guislain en alle andere stukken, die zij kunnen nuttig achten voor de uitvoering van hun werk, kunnen bekomen.
- De jonge kunstschilder Edgard Farasyn maakt eene kopie naar het tafereel van Abraham Janssens, Scaldis en Antwerpen voorstellende, die bestemd is voor een der zalen van het Antwerpsch raadhuis.
- De Brusselsche beeldhouwer Fraikin heeft het standbeeld van Leopold I, dat bestemd is voor de nieuwe zaal der Volksvertegenwoordigers, voltooid. Het zal er dit vervangen door Willem Geefs gebeiteld, en dat deerlijk gehavend werd door den brand van 6 December 1883.
De koning, de koningin, de graaf en de gravin van Vlaanderen bezochten voor eenigen tijd het werkhuis van den beeldhouwer om er het voltooide standbeeld te bezichtigen.
- In den Kunstclub te Rotterdam, heeft de marineschilder Mesdag eene reeks zijner tafereelen ten toon gesteld. De flinke zeeschilder vindt er veel bijval met zijne stukken.
- De Jurij voor de afdeeling der Schoone Kunsten bij de tentoonstelling van Antwerpen is benoemd. Antwerpen heeft er de meerderheid, natuurlijk niet tot ieders voldoening. Vooral Brussel is ontevreden en reeds is er gesproken van
| |
| |
niet deelneming. Nu echter schijnt men meer geneigd tot het oprichten van een tweede tentoonstelling die den naam zou dragen van ‘Onafhankelijkheid’.
- Op maandag 22 December ll. was er herkiezing van het bureel in het Kunstverbond. De Club Frison kreeg de neerlaag. De hr Delin, voorzitter, werd vervangen door den heer Frans Van Kuyck en de hr H, De Braekeleer ondervoorzitter door den heer De Jans. Tot schrijver werd de hr Verhaert benoemd.
De talentvolle stilleven-schilder Bellis heeft in het ‘kunstverbond’ te Brussel eene reeks zijner tafereelen ten toongesteld.
- De 9e tentoonstelling van den Brusselschen kunstenaarskring l'Essor is geopend sedert 10 Januari in het paleis van schoone kunsten.
- In de zitting van den gemeenteraad van Brugge van zaterdag laatst, gaf de heer schepen Ronse kennis van eenen brief van ridder de Moreau, Minister van landbouw, nijverheid, openbare werken en schoone kunsten, waarin aangekondigd werd dat het Staatsbestuur eene toelage verleent van 25,000 fr. voor het gedenkstuk aan Breidel en De Coninck.
De Minister vraagt om nog geene overeenkomst te sluiten met de heeren De Vigne et De la Censerie voor het maken der standbeelden, aangezien de koninklijke commissie der monumenten het nochtans reeds gewijzigd ontwerp nog niet heeft goedgekeurd; de commissie zou het gedenkstuk wat min prachtig willen, om de onkosten te verminderen en wat geld te sparen voor bijhoorigheden, zooals de omheining, lantaarns, enz.
- Over een nieuw zangspel, in muziek gesteld door den heer Karel Miry en vertoond op den Vlaamschen schouwburg te Brussel, lezen wij in de Zweep: Het operetje 't is uit Liefde, van Teirlinck-Stijns, muziek van K. Miry, heeft hartelijk doen lachen. Miry, de nog immer jeugdige frissche toondichter, schreef eenige zeer nette muziekstukjes: zijn Trommellied en 't is uit Liefde, vielen bijzonder in den smaak van 't publiek. Er werd hartelijk gelachen en toegejuicht, het schoonste bewijs dat onze Karel Miry nog altijd het publiek op iets aangenaams weet te vergasten.
| |
| |
| |
Vlaamsche belangen.
- Gedurende zijn kortstondig verblijf in het ministerie van openbare werken nam de heer Olin eenen maatregel, die voorzeker ieders goedkeuring moest wegdragen. Bij de examen der kandidaten voor het bestuur der posten en telegrafen, werd den jongen lieden vrijgelaten de moedertaal als hoofdtaal te beschouwen en het Fransch als neventaal. Deze week is reeds bewezen dat die maatregel goede vruchten heeft afgeworpen. De Vlaamsche jongelingen, die zich van hunne moedertaal bedienden, zijn, in den regel, uitstekend geslaagd. Hierin ligt een wenk besloten voor de bestuurders onzer middelbare scholen. Het is ontegensprekelijk dat in sommige onderwijs gestichten der Kempen, door priesters bestuurd, de Vlaamsche leergangen met voorliefde gegeven worden. Het oogenblik is gekomen om ook in ons officieel onderwijs hervormingen in te voeren. Veler toekomst hangt er van af.
- Beter laat dan nooit. - De Moniteur van Zondag 21 December, kondigde de vertaling af van den omzendbrief des heeren Thonissen, Minister van Binnenlandsche Zaken en Openbaar Onderwijs, nopens de wijze van verdeeling der schooltoelage. De Fransche tekst verscheen den Maandag 15 December, dus komt de Vlaamsche vertaling eene week nadien. Wij hopen dat de heer Thonissen nu den weg is ingeslagen, dien zijn voorganger, de heer Jacobs, had gevolgd. De Vlamingen, zonder onderscheid van denkwijze, zullen hem daarvoor dankbaar wezen. Echter drukken wij den wensch uit dat de Vlaamsche vertaling gelijktijdig met den Franschen tekst moge verschijnen.
| |
Sterfgevallen.
- De heer Gustaaf Coryn, bureelhoofd bij het provinciaal bestuur en adjunct-griffier van den werkrechtersraad, is Maandag, 12 Jan uaai in den ouderdom van 54 jaar, te Gent overleden.
De heer Coryn was een vurig voorstander der belangen onzer moedertaal; hij heeft zich ook zeer gunstig als tooneelschrijver doen kennen. Hij was werkend ondervoorzitter der Vereeniging van onderlingen bijstand der muzikanten van Gent. Hij mocht aanzien worden als de stichter en de ziel dier schoone en nuttige instelling. De heer Coryn is ook een ieverig lid geweest van de Fonteinisten, de Broedermin en het Vondelsgenootschap te Gent.
|
|