Tentoonstelling in den Kunstkring.
Er waren op de laatste tenstoonstelling eenige zeer schoone schilderstukken, maar tevens veel middelmatige. Wij beginnen met Emiel Claus, die eene danseres had tentoongesteld, welke zeer schoon van teekening en schildering is, doch als onderwerp geene belangstelling opwekt, want het is het portret van eene dame in danskostuum, die in rust staat. Claus heeft begrepen dat er van onze hedendaagsche danseressen, in hunne lichte kleeding bespottelijk ronddraaiende, niets te maken was, daarom heeft hij zeker de danseres in rust gekozen, waarschijnlijk ook om te toonen, dat hij een helder figuur op eenen helderen achtergrond kan doen uitkomen, waarin hij dan ook meesterlijk geslaagd is. Had onze talentvolle jonge kunstenaar eene Spaansche of Oostersche danseres in ernstige kleeding tot model gehad, dan zou hij de pirouettemaaksters van ons tooneel niet de voorkeur gegeven hebben. Wanneer de dans met ernstig kostuum en sierlijke gebaarden, de maat en uitdrukking van de muziek volgt, behoort hij tot de schoone kunsten: doch daartoe behoort niet de dans der acrobaten van onze balletten.
De Jans zond een zeer verdienstelijk portret, dat uitmuntend van schildering is. Ook het Turksch portret van Herbo is flink geschilderd. Verder moeten wij melding maken van de portretten van Cap, Redig, en Simons. Onder de landschappen verdienen in aanmerking te komen die van Mej Beernaert, J Guiette, Van Soom en Bullerkotter. De boerderij, door J. Lambeaux ingezonden, is eene goede compositie, en zeer verdienstelijk is de stal van O. Braekeleer. Zeer schoon zijn de koeien bij onweder van de Haas. De groote compositie van Van Engelen, getiteld ‘le quart d'heure de Rabelais,’ bezit veel verdiensten als teekening, doch als kleur is er, dunkt mij, geen eenheid genoeg in het schilderstuk De compositie van Montgomery is wel schoon, doch zijne rotsen en golvend water zijn altijd wat conventioneel. Talentvol is het schilderstuk van Serrure. Ook mogen genoemd worden de schilderstukken van Wolters, Godding, Siberdt, Verhaert, A. De Keyzer. H. de Cock en Fraustadt.
Ten slotte eene loffelijke vermelding voor het maanlicht van Moerenhout en dat van Nelis, als ook voor de schilderstukken van Portielje en Van Kuyck.
Twee schoone aquarellen werden ingezonden door Seghers.
Talentvol en goed gelijkend was de buste van Duwaerts; ook zeer verdienstelijk waren de groepen van Dupuis, Weyns en Van Beurden.
MODERATUS.