| |
Kroniek.
Letter- en tooneelkunde.
- Prijskampen. - In den wedstrijd van tooneelkunde van den Vlaamschen Broederbond van Brugge, werden de eerste prijs (een verguld eermetaal en 500 fr.) aan het stuk Teleurgestelde Hoogmoed, van den heer H. Verwatermeulen, en een tweede prijs (een zilveren eermetaal) aan het stuk Dynamiet, van den heer Hipp. Ledeganck, toegewezen.
| |
| |
- Ziehier den uitslag van den dubbelen prijskamp voor tooneelletterkunde en tooneelspeelkunst, uitgeschreven door de maatschappij De Jonge Tooneelliefhebbers van Brussel:
Voor tooneelletterkunde: 1e prijs aan Aug. Hendricx, met de Verboden Vrucht; 2e prijs aan M. de Lattin met A. B. C.; 3e prijs aan M.H. Ledeganck met Getoetst.
Voor den tooneelprijskamp: 1e prijs aan de Verbroedering van Antwerpen; 2e prijs in verdeeling aan Vreugd en Deugd van Lokeren en de Olijftak van Antwerpen; 3e aan Taal en Kunst te Gent.
Beste tooneelspeelster Mevr. De somme-Gassée; beste liefhebster Mevr. Dusse Kramers; beste tooneelliefhebber J.B. Verhoeven.
- De November-aflevering van De Gids bevat, onder anderen, eene uitvoerige letterkundige kroniek, waarin eene zeer afkeurende recensie voorkomt van Luit en Ftuit, van F. Daems, monnik der abdij van Tongerloo, en eene zeer waardeerende boekbeoordeeling van Een klaverken uit 's levens Akker, door Mej. Hilda Ram, van Antwerpen.
- In den Nederlandschen Schouwburg te Brussel heeft men het vaderlandsche drama in vijf bedrijven, Stella of Brussel in 1719, van de heeren Teirlinck-Styns (muziek van Hendrik Waelput) opnieuw ten tooneele gevoerd. Dit drama speelt in den tijd van Anneessens. Ook de lieve operette van dezelfde schrijvers: 't Is de liefde (muziek van Miry) staat er op het programma.
- Van Julius Hoste, hoofdopsteller der Zweep, zal in Brussel worden opgevoerd een nieuw geschiedkundig drama in 5 bedrijven, getiteld Waterloo. De Heer Karel Miry schreef voor dit stuk een 50 tal muzieknummers, koren, liederen en melodramen.
- Een nieuwe bundel Tooneelstudiën de zesde, van den gunstig gekenden schrijver Félix van de Sande, is te Antwerpen bij Lod. Janssens uitgegeven. Het boek telt 200 blz. druks en 32 blz. muziek, en kost 3 fr.
- Wij meenen de liefhebbers van alleen- en tweespraken genoegen te doen met te melden dat de heer Lod. Janssens, van Antwerpen, er dit jaar verscheidene heeft uitgegeven, van den gunstigen gekenden tooneelschrijver Felix Van de
| |
| |
Sande. Ziehier eenige titels: ‘'k Ben van daag getrouwd,’ alleenspraak; - ‘Eerste Meinacht,’ id. - ‘Baas Politiek,’ id. - ‘'k Heb de kramp in mijn Been, “tweespraak;” de Twee Lotelingen,’ id. enz.
- De 37 eerst ingekomene lijsten der nationale inschrijving voor het praalgraf van Hendrik Conscience, hebben de som van ongeveer vijftien duizend vijf honderd frank opgebracht.
- Wij vernemen met genoegen, dat het nieuw tooneelstuk van den heer Emiel van Goethem, Het schoonste meisje van Brussel, ernstig ter studie ligt en eerlang op den Nederlandschen Schouwburg van Brussel zal vertoond worden. De heer Steenebruggen is met het maken der muziek gelast.
- De aloude maatschappij, ‘De taal is gansch het volk,’ te Gent, die opklimt tot op de eerste dagen der Vlaamsche Beweging te Gent, is uit haren sluimer der laatste jaren gewekt en schijnt nu een nieuw tijdperk van bloei en leven te zullen intreden.
Op de veertiendaagsche zittingen worden telkens verslagen uitgebracht door de leden, wier getal merkelijk is aangegroeid, over de laatstverschenen tijdschriften van Noord en Zuid. Alzoo houden de leden zich door gezamenlijke werking stipt op de hoogte der letterkundige beweging van Vlaamsch-België en Holland.
Dit schijnt ons een navolgingswaardig voorbeeld voor de Vlaamschgezinden van Antwerpen, van Brussel, van Brugge en van elders. Het is niet genoeg Nederlandschgezind te zijn, men moet ook zorgen dat men weet wat er in de Nederlandsche wereld zooal gebeurt; anders blijft de liefde voor het gemeenschappelijk vaderland zuiver platonisch en nog al onvruchtbaar.
Overeenkomstig een vroeger besluit der Maatschappij, werd hare rijke boekerij, nagenoeg 3000 werken tellende, aan de Bibliotheek der Gentsche hoogeschool in bruikleen afgestaan. Aldaar zal zij niet alleen ten dienste van de leden, maar ook van het groot publiek staan.
Onlangs werd de Universiteitsboekerij met de bibliotheek van wijlen Prof. Heremans verrijkt. Op korten tijd is daar aldus het aantal der Nederlandsche werken, waaronder zich reeds de rijke verzamelingen van wijlen Dr Snellaert, Ferd.
| |
| |
Van der Haegen en anderen bevinden, buitengewoon aangegroeid. Met het oog op de onlangs ingerichte Normale Afdeelingen van Germaansche talen en geschiedenis is zulks een zeer verheugend feit.
In eene harer laatste zittingen heeft de Maatschappij De Taal is gansch het volk haar bestuur als volgt samengesteld: Voorzitter, de heer de Maere Limnander, in vervanging van Prof. Heremans; Ondervoorzitters, de heeren Blom en Paul Fredericq, deze laatste in vervanging van den heer Julius Vuylsteke, die den wensch uitgedrukt heeft niet in aanmerking te komen; Secretaris, de heer Vercoullie; en boekbewaarder, de heer Dr Am. De Vos.
- Vereeniging van Nederlandsche Letterkundigen. - Op Zaterdag 15 Nov. werd te Amsterdam eene vergadering gehouden van Nederlandsche Letterkundigen uit Noord en Zuid, met het oog op het stichten van een verbond, dat hunne gezamenlijke belangen zou behartigen.
Een twintigtal belangstellenden waren opgekomen. Ter bespreking werd gebracht een ontwerp van reglement, opgesteld door de heeren Schimmel, Taco de Beer en prof. van Geer.
Dit reglement was tweeledig. Vooreerst de algemeene verordeningen en dan bijzondere schikkingen voor eene te stichten voorzorgkas.
De commissie van redactie van het reglement had bijtijds aan de schrijvers van Noord en Zuid een afdruk gezonden van haar ontwerp, en de letterkundigen tot bijtreding uitgenoodigd.
Uit het Noorden hebben een vijftigtal zich als lid laten inschrijven. Uit Zuid-Nederland slechts twee.
De Vereeniging van Noord- en Zuid-Nederlansche letterkundigen heeft haar ontstaan te danken aan eene beslissing, genomen in het Mechelsche taalkongres. Daar ontwikkelden de heeren Jan ten Brink en van Eck elk een voorstel om een bond te stichten in den aard der Fransche Societé des Gens de Lettres, welke voor doel zou hebben de zedelijke en stoffelijke belangen der schrijvers te behartigen en tusschen hen nauwere aansluiting tot stand te brengen.
Eene eerste poging werd hiertoe beproefd, een jaar geleden, maar gaf niet den gewenschten uitslag, waarschijnlijk
| |
| |
omdat het doel der vereeniging toen niet nauwkeurig genoeg omschreven was. Een tweede ontwerp leidde tot de vergadering van 15 dezer en tot het stichten van den Bond.
Het nieuwe, thans aangenomen reglement noemt als werkkring der Vereeniging: de behartiging der belangen der letterkundigen, zonder deze nader te omschrijven. De latere vergaderingen zullen voor taak hebben de werkzaamheden, onder die rubriek vervat, te bepalen. Ieder die 2 gl. 50 per jaar betaalt en de letterkunde beoefent of beschermt, wordt als lid aangenomen.
Eene enkele werkzaamheid werd reeds in de eerste vergadering goedgekeurd - het stichten namelijk eener voorzorgskas, bestemd om voor de letterkundigen, die ertoe bijgedragen hebben, of voor hunne nabestaanden een kapitaal te vormen, dat uitgekeerd wordt wanneer ouderdom of ziekte hen niet langer de krachten laat tot winstgevenden arbeid, of wanneer de dood ze aan hun gezin ontrukt. Het minimum der jaarlijksche storting is bepaald op 10 gulden.
Het reglement der Voorzorgskas werd met de meeste nauwgezetheid opgesteld door Prof. van Geer van Leiden en door hem met veel talent ter vergadering toegelicht.
Ten slotte werd het bestuur der Vereeniging benoemd. Het bestaat uit de heeren Schimmel, Voorzitter; Taco de Beer, Secretaris; Mr van Sorgen, penningmeester; Prof. Jan ten Brink, Prof. van Geer, Max Rooses en H. de Veer, leden.
Wij dringen ten sterkste aan bij de Zuid-Nederlandsche Letterkundigen, opdat zij dit middel om in nauwer betrekking tot de Noord-Nederlandsche kunst- en taalgenooten te komen, niet onbenuttigd zouden laten. Van hen zal het afhangen of de Vereeniging enkel voor Noord-Nederland zal werken of te gelijker tijd nut zal stichten in Noord en Zuid.
| |
Toonkunde.
- Internationaal Toonkundig Kongres. - Den 11n November laatstleden is te Antwerpen, in het lokaal van den ‘Cercle artistique, littéraire et Scientifique’ door den heer Ed. Pecher, voorzitter dier maatschappij, het Inrichtings-Komiteit van het internationaal toonkundig Kongres van 1885 ingesteld.
Dit komiteit is ingericht onder het eere-voorzitterschap van de HH. Gouverneur der provincie, burgemeester der
| |
| |
stad, en voorzitter der maatschappij ‘Cercle artistique, littéraire et Scientifique.’
Het telt onder zijne leden de HH. Schepenen der Schoone Kunsten en van Openbaar Onderwijs, de vertegenwoordigers der bijzonderste muzikale instellingen en genootschappen der stad, verscheidene voorname muziekbeoefenaars en letterkundigen, verder vier vertegenwoordigers der plaatselijke drukpers, waarbij er twee door het Comiteit der Antwerpsche drukpers zijn aangeduid.
Tot werkende voorzitters zijn gekozen: de HH. Peter Benoit, bestuurder der Antwerpsche Muziekschool, Franz Lutens voorzitter der Muziekafdeeling van den ‘Cercle Artistique’ en Leo de Burbure, lid der koninklijke Akademie van Schoone Kunsten van België. De schrijvers zijn de HH. J. Ed. Croegaert, muziekbestuurder van den ‘Cercle artistique’ en Edm. Grandgaignage, algemeen schrijver derzelfde maatschappij.
De zitting werd geopend door eene redevoering van den heer Pecher, waarin deze de eerste geschiedkundige punten van het kongres van 1885 vaststelde en een overzicht maakte der handeling van het regelingsbureel sedert dezes instelling.
De heer Peter Benoit, die na hem het woord nam, deed de voordeelen uitschijnen, welke er voor de stad Antwerpen, uit dit werk zullen vloeien, met het oog op de muzikale Vlaamsche beweging.
De schrijver Mr Grandgaignage gaf daarna lezing van eenen omzendbrief en van een reglement, beide door het regelingsbureel van het kongres ontworpen.
Deze dokumenten werden goedgekeurd.
Vóór het sluiten der zitting, drong de voorzitter van den ‘Cercle artistique’ bijzonderlijk aan op het denkbeeld, welk tot grondslag heeft gediend bij de opvatting van het kongres, dat is: aan de verschillige muzikale krachten van Antwerpen een terrein te bezorgen, bij middel van het kongres, waarop zij allen eensgezind tot de verheerlijking der Moederstad zouden kunnen bijdragen, en medewerken in het algemeen belang der muzikale kunst en wetenschap.
- In de zitting van 3n December ll. van de koninklijke Akademie van België hebben de vereenigde afdeelingen, die
| |
| |
de Klas der Schoone Kunsten uitmaken, met eenparigheid van stemmen der aanwezige leden het voorstel aangenomen, om bij het Staatsbestuur den wensch uit te drukken, dat de toelagen, welke verleden jaar aan de nationale muziekfestivals werden ontnomen, opnieuw zouden worden toegekend.
Dit voorstel, door M. Peter Benoit, bestuurder der Antwerpsche Muziekschool gedaan, werd door de tegenwoordige leden der muziekafdeeling warm ondersteund, en wel door de heeren Gevaert en Samuel, wederzijdsch bestuurders der conservatoriums van Brussel en Gent, en Ridder Leo de Burbure, komponist en muziekkundige te Antwerpen.
Men weet dat de regelmatige inrichting dezer nationale muziekfeesten, waarvan Peter Benoit een der bijzonderste stichters is geweest, over 15 jaar door het Staatsbestuur besloten werd.
Die feesten hebben beurtelings plaats gehad:
In 1875 te Gent, onder het bestuur van Ed. de Vos.
In 1876 te Antwerpen, het bestuur van Peter Benoit.
In 1877 te Luik, het bestuur van Theod. Radoux.
In 1878 te Brugge, het bestuur van Leo van Gheluwe.
In 1879 te Bergen, het bestuur van J. Van den Eede.
In 1881 te Brussel, het bestuur van Henry Warnots.
In 1882 te Gent, het bestuur van Hendrik Waelput.
Laat ons hopen dat het Staatsbestuur den door de Akademie uitgedrukten wensch zal willen bijstemmen, daar de festivals ontegensprekelijk veel hebben bijgedragen tot bevordering der nationale toonkunde.
- Te Brussel is er spraak van de oprichting van een nieuwen kring, onder den titel van: Vereeniging der jonge komponisten. Het voornaamste doel zal bestaan in het openbaar doen uitvoeren der nieuwe werken van alle toonkunstenaars, die nog geene 35 jaar oud zijn. Op die wijze zal deze nieuwe maatschappij een grooten dienst bewijzen aan de nationale muziekkunst, iets waarin ongetwijfelfd alle kunstminnaars haar zullen willen ondersteunen. De sekretaris is Eugeen Dubois, Anderlechtstr. 127 te Brussel.
- De gekende orgelmakers Pieter Schijven en 5Co van Brussel, hebben overgrooten bijval ingeoogst te Parijs bij de inhuldiging van een nieuw orgel, door hen vervaardigd voor
| |
| |
de Paters van het H. Sakrament. De grootste orgelisten van Parijs, MM. Midor, Dallier, Carvallo hebben met genoegen den uitmuntenden klank van dit nieuwe speeltuig vastgesteld.
- De heer K. Van der Sloten, van St-Martens-Laathem, die reeds een goeden naam heeft verworven onder onze Vlaamsche toondichters. heeft twee kerstliederen uitgegeven op Vlaamsche en Fransche woorden. Die zangstukken schijnen ons geroepen tot eenen grooten bijval. De muziek er van is eene bekoorlijke melodie, met eene lichte begeleiding, eenvoudig, zangerig, gelijk het past aan een godsdienstig stuk, gemakkelijk dus om aan te leeren. Onder de vele kerstzangen, welke reeds bestaan en wier getal nog ieder jaar wordt vermeerderd, zal het nieuwe werk van den heer Van der Sloten zeker eene schoone plaats innemen.
De kerstliederen zijn uitgegeven bij den heer E. Cnudde, Lange Steenstraat, te Gent.
| |
Beeldende kunsten.
- Bij gelegenheid van de driejaarlijksche tentoonstelling, die dit jaar te Brussel heeft plaats gehad zijn, bij koninklijke besluiten van den 22 November, benoemd tot kommandeur der Leopolds-orde, de heeren P. Bossuet, kunstschilder, oud bestuurder der koninklijke Akademie van Schoone Kunsten te Brussel; P. Clays, kunstschilder, lid der koninklijke Akademie van België; tot officier, de heer Alex. Markelbach, kunstschilder te Brussel; tot ridders, de heeren K. Brunin, beeldhouwer te Brussel; E. Carpentier, kunstschilder te Cuurne, bij Kortrijk; Frans Courtens, kunstschilder te Brussel; Felix Cogen, kunstschilder te Brussel; graaf J. de Lalaing, kunstschilder te Brussel; Ed. Serrure, provinciaal bouwmeester te St-Nikolaas.
- De prijskamp van Rome voor de beeldhouwkunde zal in 1885 op 6 april aanvang nemen.
- In den prijskamp Godecharle zijn de prijzen als volgt toegekend geworden; voor de schilderkunst aan den Heer W. Van Strijdonck voor zijn tafereel Tobias; voor de beeldhouwkunst aan M.P. Dubois voor zijn Hippocrenes en voor de bouwkunst aan M, V. Horta, voor het plan van een parlement.
| |
| |
- Te Gent werd den 1n November ll. een muzeum van oudheidskunde geopend. Vele belangwekkende voorwerpen van allen aard zijn er verzameld. Het mag een waar geluk heeten dat die archeologische schatten voor iedereen aan het licht zijn gebracht. Het is de Heer Hermann van Duyse die bestuurder van dit muzeum werd benoemd.
- De Museums van Antwerpen hebben in het afgeloopen jaar verschillende hoogst merkwaaardige hoofdstukken bijgewonnen. Zoo vinden we voor het Museum van oude meesters een Helschen Breughel, Vlaamsche kermis, gift van den betreurden vriend August Michiels: Zoo de ouden zongen, zoo piepen de jongen, van J. Jordaens; een Landechap van J. Van Goyen; een Mansportret van C.G. Dietrich; een Dorpskermis van J. Molenaer en een van J. Van Craesbeeck, Herbergkrakeel; deze 5 schilderijen werden aangekocht. De bekende schilderij uit het stadhuis van Antwerpen: Het vonnis van Salomo, door F. De Vriendt, genaamd Frans Floris, werd naar het Museum overgeplaatst.
Voor het hedendaagsch Museum van Antwerpen werden stukken aangekocht van F. De Braeckeleer. F.A. De Bruycker, Alfr. Stevens, T. Fourmois en E.J. Verboeckhoven. Het prachtstuk van K. Verlat, De steenkar, werd door vereerders van den schilder geschonken.
Het Museum der academiekers heeft de aanwinst gedaan van eene potloodteekening van J.D. Ingres.
De commissie van het werk van Rubens heeft een groot aantal lichtbeelden, gravuren en zoogenoemde Rubensbeeldekens aangekocht, zoodat deze verzameling op het einde van 1883 uit 510 stukken bestond.
Het weêrgaloos Plantijn-Museum heeft ook een aanzienlijk getal boeken en gravuren aangekocht, zoodat deze reeds zoo rijke boekerij met den dag nog in belangrijkheid toeneemt.
De rustelooze bewaarder, de heer Max Rooses, heeft tevens in den loop van 't jaar een puikwerk uitgegeven, namelijk de Levensbeschrijving van Plantijn, opgeluisterd met talrijke platen uit de beroemde drukkerij.
Thans bezorgt de geleerde schrijver eene uitgaaf van Plantijns briefwisseling voor de Antwerpsche Bibliophilen.
| |
| |
| |
Vlaamsche belangen.
- Ter gelegenheid van het gulden Jubelfeest der Brusselsche Hoogeschool, werd door Em. Hiel eene cantate gedicht, die door Huberti op toon werd gebracht. Die zang, om uitgevoerd te worden, is eerst in 't Fransch vertaald! En die vertaling is gezongen geworden!!!
De aangehaalde reden is, dat er geen Vlaamsche zangers genoeg zijn. - Zoo, zoo! En de leden van den koorkring Onder ons, en van den Benoit's kring, en van den Gentschen Weergalm, en van de zangafdeeling van de Jonge Tooneelliefhebbers, enz., ten minste wel 400 kunstenaars, tellen die dan niet? - En de muziekschool van Schaarbeek?
Overigens, is het wel noodig dat al de zangers het Nederlandsch machtig zouden zijn? - Er zijn er zooveel die Italiaansch zingen zonder er een woord van te verstaan.
Moedwillig is het, dat zij de Vlaamsche woorden door Fransche vervingen en het verwondert ons dat de dichter onder die voorwaarden zijne medewerking niet geweigerd heeft. Nu, indien hij geweigerd had, zouden zij misschien heel eenvoudig bij een Franschen rijmelaar gegaan zijn. Ware het beter geweest? - Wij denken ja, want nu zal het publiek zegggen: ‘De eerste woorden waren Nederlandsch, maar die waren zoo leelijk, dat men ze vertaald heeft.’ - Zoo dus, eene vlaamsche kantaat, door den flamingant Hiel gedicht, door den flamingant Huberti getoonzet, door den flamingant Antheunis in het Fransch vertaald, door den flamingant Blauwaert in het Fransch gezongen, in den flaminganten-tempel het Alhambra, op kosten der studenten, waarvan een groot getal Vlaming van oorsprong, zooniet van harte zijn, en van de stad Brussel, waar meer dan 60 duizend ingezetenen niets dan Vlaamsch verstaan, is dat niet overheerlijk?
Maar de Vlaamschgezinde studenten der Hoogeschool zijn niet werkeloos gebleven. Zij zijn tegen die onbillijke en grievende handelwijze opgekomen, en hebben hun protest op de hoeken der straten van Brussel aangeplakt. Daarvoor verdienen zij dank en hulde. Wij laten hier dat protest volgen:
Vlaamsche Studenten!
Heden viert de Vrije Hoogeschool van Brussel haren vijftigsten verjaardag.
| |
| |
Het Studentenverbond, met het inrichten der jubelfeesten gelast, besloot in zitting van 25 Mei laatstleden, de twee landstalen ambtelijk te gebruiken, zooals bij vroegere feesten ook geschiedde.
Krachtens dat besluit, verschenen, in beide talen, de oproep aan de Brusselsche Studenten en de inschrijvingslijsten. Sedert dien, ondanks ons herhaaldelijk aandringen, werd er niets meer in het Vlaamsch gedaan: alles is in het Fransch alleen.
Vlaamsche Studenten!
Onze plicht als Vlaming gebiedt ons Onthouding.
Onthouding, omdat een ware Vlaming geen deel kan nemen aan feesten waarin zijne moedertaal verbannen wordt.
Onthouding, omdat het verbond zijne verplichting jegens ons onder de voeten trapt.
Het jubelfeest van het vrije oordeel zullen wij vieren, maar nooit op feesten, waaruit wij op Waalsche valsche wijze verwijderd worden.
Vlamingen!
Zooals wij nu om den tuin werden geleid, zoo wordt gij sedert 54 jaren bedrogen en bespot. Wetten worden ten uwen voordeele gestemd en niet toegepast:
Het Bestuur, Fransch!
Het Gerecht, Fransch!
Het Onderwijs, Fransch!
Vlamingen!
Al dergelijk onrecht zult gij voortaan aan de kaak stellen, zooals wij heden de trouwloosheid van het Studentenverbond aan den schandpaal hechten.
Gedaan te Brussel, 16 November 1884.
J.K. BEVING,
Student in de Geneeskunde.
MAURITS JOSSON.
Student in de Rechten.
GUSTAAF SCHEPENS,
Student in de Apothekerij.
| |
Nieuwe uitgaven.
| Rijzende Blaren. Gedichten door Jan van Beers. Met zes penteekeningen door Jan van Beers, zoon. Gent, Ad. Hoste. Antwerpen, Jan Boucherij. Royaal-8o, 156 blz.
fr. 8,00. |
- | De Archipel in vuur en vlam door Jules Verne. Rotterdam, Jacs. G. Robbers. In-8o, 224 blz., met eene menigte houtgravuren en een kaartje.
fr. 2,50. |
- | De Nachtraven, Roman door Aug. Snieders. (Uitgave van het Davidsfonds).
fr. 3,00. |
|
|