| |
| |
| |
Kroniek.
Letterkunde.
- Een onzer oudste medewerkers, de Heer Désiré Claes, leeraar van Nederlandsche Letterkunde aan het Atheneum van Namen, zal een dichtbundel uitgeven, getiteld: In mijne ballingschap verzameld. Dit boek van 250 blz. zal bevatten: I. Zingdichten en Ontboezemingen; II. Hekel- en Gelegenheidsverzen; III. Verhalende poëzie. Al wie de vroegere bundels gedichten des heeren Claes gelezen heeft, zal ongetwijfeld zich ook dit nieuwe werk van den moedigen Vlaming aanschaffen.
- Het XIXe Kongres te Brugge. - Behalve eenige belangrijke vraagpunten, die de regelingskommissie aan de orde stelt, zijn o.a. de volgende voordrachten aangekondigd:
Schubart, Utrecht: De einduitslag der Nederlandsche Kongressen: het behoud der onafhankelijkheid van Zuid- en Noord-Nederland. - J. Brouwers, Iperen: Lierdicht op Alfons van den Peereboom. - Th Sevens, Kortrijk: Dichtstuk: Verbroedering. - L. de Baecker, St.-Winox-Bergen: Le vieux langage normand. Etude de philologie comparée. - J.A.F.L. van Heeckeren, Maastricht: De ontwikkeling van het denkbeeld der volksvrijheid in het Nederlandsche dicht. - Mr. D. van Eck. 's-Hage: Over de wijze van openbaarmaking van het verhandelde op het Kongres. - Dr. W. Doorenbos, Elzene: De waarde van kracht en kernachtigheid voor onze taal- en letterkunde. - A.C. van der Cruyssen, Brugge; Over het aanleeren eener tweede taal in de lagere school. - N.J. Cuperus, Antwerpen: Proeve eener turnvaktaal. - Dr. L.A.J. Burgersdijk, Deventer: Over het gebruik van oude, vooral Grieksche versmaten in Nederlandsche gedichten. - Dr. L.A.J. Burgersdijk: Over de metrische vertaling van Shakespeare's werken, door hem eerlang in het licht te geven. - H.J. Brouwers, Iperen: Het Nederlandsch in den mond en onder de pen onzer jonge onderwijzers. - Taco H. de Beer, Amsterdam: Over de beteekenis van de studie der tongvallen voor de kennis van taal en volk, en de eischen aan den beoefenaar dier studie te stellen. - Arthur Cornette, Antwerpen: Is het niet mogelijk en wenschelijk, dat in het
| |
| |
programma der scholen voor middelbaar onderwijs, eene plaats worde ingeruimd aan de studie der middelnederlandsche taal- en letterkunde? - Arthur Cornette: Over Petrus Montanus van Delft, als voorganger der nieuwere klankleer. - H.J. Brouwers, Iperen: Ipriani (van Alfons van den Peereboom). - F.S. van de Pavord Smits, Leiden: Over de gevolgen der verhuizing van het grootste gedeelte der Hervormde gemeente van Brugge naar Leiden. - Eerw. Hr. van Speybroeck, Brugge: Over West-Vlaandrens oude dorp- en stedenamen. - P. Denys, Komen: Over de kwestie van het rechtschrijven van plaatsen en gemeentenamen in België. - F.D.J. Moorrees, Predikant, Vianen: De Graftombe van Reinoud van Brederode in de kerk te Vianen. - L. de Baecker, St.-Winox-Bergen: Les descendants de Guillaume d'Orange, dit le Taciturne, dont une branche s'est fixée en France. - Paul Fredericq, Geni: Onze historische Volksliederen van vóór de hervorming. - Taco H. de Beer, Amsterdam: Over de verhouding van het nationaal tooneel in Noord- en Zuid-Nederland tot het nationaal tooneel in andere landen. - Taco H. de Beer: Over de opleiding van tooneelkunstenaars en over de Nederlandsche tooneelschool te Amsterdam. - P. Benoit: Onze muzikale eenheid. - Van der Sloten, St.-Maartens-Laathem: Over de hedendaagsche omwenteling der dramatisch lyrische kunst in verband met de Vlaamsche muziekschool. - Alb. Priem, Brugge: Kwestie van het Vlaamsch tooneel. - Hendr. Altenrath, Antwerpen: Onze kunst en kunstnijverheid. Wat ze eens waren, wat ze nu zijn en hoofdzakelijk thans missen. - W. Gosler, Uitgever, Haarlem: Kunst en reclame. - L. Schullman, Hilversum: Het standpunt van den schilder in verband met de tegenwoordige kunstrichting in Nederland. - J. Huf van Buren,
Tiel: Nederlandsch tooneel. - J.S. van de Pavord Smits, Leiden: Wat kan er gedaan worden om de Zuid-Nederlandsche boeken, vooral die uit de vorige eeuwen, meer onder de oogen van belanghebbenden te brengen? - E. van den Berghe, Laken: Wat dient er gedaan te worden om nuttige Noord-Nederlandsche boekwerken meer door ons Vlaamsche volk te doen lezen? - Julius de Geyter, Antwerpen: De taal van Zuid-Afrika.
We nemen deze gelegenheid waar, om onze lezers nog- | |
| |
maals dringend op te wekken aan het Kongres deel te nemen. Brieven voor lidmaatschap aan prof. Sabbe te Brugge, voor huisvesting aan dhr. Edw. Gailliard te Brugge.
- De gekende hoogleeraar en letterkundige J.A. Alberdingk Thijm te Amsterdam, die de gewoonte heeft, ter aanvulling der fraaie maar kleine boek- en prentverzameling der Rijks-Academie van beeldende kunsten, bij zijne lessen een ruim gebruik te maken van de boeken en platen uit zijne bijzondere bibliotheek, heeft deze laatste, bijna in haar geheel, in bruikleen afgestaan aan het rijk. De verzameling wordt ten dien einde naar het Rijks-museum overgebracht. Om eenig denkbeeld te geven van den omvang dezer boekerij, welke aldus, geheel belangeloos door professor Alberdingk Thijm voor alle kunstbeoefenaars beschikbaar gesteld is, deelen wij mede, dat zij ongeveer 22,000 deelen bevat, in de volgende tien categoriën te onderscheiden:
1. De meeste historische en theoretische werken, die, in vroeger en later tijd, in Nederland over de kunst zijn geschreven; biographieën, werken ook over scheeps- en vestingbouw.
2. Fransche, Duitsche en Engelsche over kunst, over de antieken, over de middeleeuwen, over de renaissance, enkelen over de modernen (o.a. de groote werken van Pugin, d'Azincourt, Viollet-Le-Duc, Otto. Reichensperger en Didron: talrijke monographieën van kerken, kasteelen, enz.
3. Nederlandsche plaatsbeschrijving, met platen, voor Holland, Zeeland, Uitrecht, Brabant, vrij volledig, ook de groote verzamelwerken: Tegenwoordige staat’ van Heusen en van Rhijn, Messager des Sciences historiques; werken van 't Historisch Genootschap, enz.
4. Geschiedenissen en beschrijvingen der landen in de vier werelddeelen; ook met platen.
Groote verzameling over ridderlijke instellingen, heraldiek-geschiedenis en theorie, numismatiek, zegelkunde, gildewezen enz. Costuumkunde, zeden en gebruiken.
5. Nederlandsche letterkunde; de poëzie van de twaalfde tot en met de negentiende eeuw, bijna compleet; ook veel proza.
Hierbij vele uitgaven, versierd met platen van tijdgenooten.
Groote verzameling historische werken over onze letterkunde.
| |
| |
Groote verzameling theoretische werken: Nederlandsche taal, rhetoriek, enz.
6. Vreemde letterkunde, middeleeuwsch en oud-Duitsch; de voornaamste klassieke Duitschers; wat middeleeuwsch Fransch en Engelsch; de XVIIe en XVIIIe eeuwen, eenige modernen.
Van de Italianen de voornaamste dichters.
Eenige vertaalde oosterlingen.
Spraakkunsten van de Europeesche talen en eenige Oostersche, ook dialekten, (de beste Hoogduitschers, ook geschiedenis, enz.)
7. Een weinig philosophie, natuurlijke historie, rechtsgeleerdheid en staatkunde.
8. Bijbels, oude asceten, legenden, liturgie, inconographie, kerkgeschiedenis, dogmatiek, en controvers.
9. Eene groote verzameling perkamenten, charters. Ook Mss. in oude banden en ongebonden: getijdeboeken, legenden, hymnen, ook echte stukken van historischen aard.
10. Plaatwerken: Agincourt, Fra Angelico, Hogarth, Quellinus, de Pugins en andere architectuurwerken, Piranesi.
Voorts 124 portefeuilles: met prenten, naar de voornaamste meesters der verschillende scholen (bijeengebracht om het onderwerp; minder om den ‘staat’ der gravures); met afbeeldingen van bouwwerken en hunne onderdeelen, meubeling, smeed- en drijfwerk, allerlei ornamentiek; gezichten op Nederlandsche en vreemde steden, met de plans, vele duizenden portretten, zeer veel over heraldiek, numismatiek, symbolographie; volksprenten, kinderprenten, spellen; arts somptuaires, godsdienstplechtigheden, duizenden historieprenten, bijbelprenten, heiligenprentjes, eenige teekeningen, enz. Ook calligraphie. En eindelijk eene verzameling zegels, in was, lak en gips. (Portefeuille.)
- Donderdag, 24 Juli heeft de onthulling van het monument ter nagedachtenis van Elisabeth Wolff - Bekker en Agatha Deken te Vlissingen plaats gehad. De heer Joh. Dyserinck hield de rede, waarin hij uitvoerig de verdiensten dezer begaafde vrouwen schetste en den invloed, dien zij op onze letterkunde hebben uitgeoefend. Ook aan hare liefde voor de vrijheid bracht spreker groote hulde.
De rede werd afgewisseld door koorgezang.
| |
| |
Na de rede begaf de commissie met het zangkoor, het muziekkorps der schutterij en de genoodigden zich naar het Betje-Wolffsplein, waar men zich schaarde om het monument. Daar voerde de voorzitter der commissie mr. G.M. de Stoppelaar het woord, die de twee dochters van wijlen dr. J. van Vloten en den heer Dyserinck uitnoodigde het monument te onthullen.
Het gedenkteeken bestaat uit eene fontein van groote afmetingen. Op het voetstuk aan de zuidzijde naar de Walstraat gekeerd, ziet men de bronzen buste van Betje Wolff, aan den tegenovergestelden kant die van Aagje Deken.
De twee andere vakken, Oost en West, zijn voorzien met deze opschriften:
Nationale Hulde
aan
Elizabeth Wolff, geb. Bekker
en
Agatha Deken
24 Juli - Vlissingen 1884
en de namen van eenige werken, door naar geschreven: Sara Burgerhart, Willem Leevend, Economische liedjes, Brieven en Liedjes voor het Vaderland.
Op het voetstuk rust de kom der fontein, versierd met acht leeuwenkoppen, die water spuwen in het reservoir, dat eene middellijn heeft van zeven Nederl. el; uit het midden van de kom rijst eene kolom, welker bovengedeelte een kroon draagt met vier leeuwenkoppen, uit wier geopende muilen ook door eene afzonderlijke leiding het water neerstort. Door de vijf meter hooge hoofdpijp, eindigende in genoemde kolom, spuit het water omhoog. Het reservoir is omringd door een aarden ring met planten versierd, en deze omgeven door een trottoir.
Bij deze gelegenheid wordt te Vlissingen ook eene tentoonstelling gehouden van boeken en voorwerpen, die op de schrijfsters betrekking hebben.
- Bij J.C. & W. Altorffer te Middelburg verschijnt Hulde aan Betje Wolff en Aagje Deken 24 Juli 1884 door Dr. Johs, Dyserinck.
| |
| |
Dit letterkundig geschrift bevat zoowel de toespraak van den redenaar bij gelegenheid der onthulling van het Monument ter eere van de beide Schrijfsters, als een even uitvoerig verslag der Tentoonstelling van bijna alles wat door de beide vriendinnen in het licht is gegeven, verrijkt met den tekst van onuitgegeven brieven, gedichten en andere hoogst belangrijke bescheiden, welke eene rijke stof opleveren voor de juistere kennis van het leven en de werken van Wolff en Deken, in gr. 8o. formaat met netten omslag. (prijs fr. 2,50).
- Tollens' Overwintering op Nova Zembla werd dezer dagen door D. van Pelt in 't Engelsch vertaald en te Londen uitgegeven onder den titel van Henry Tollens, The Hollanders in Nova Zembla.
- Voor de prijsvraag van de Association littéraire internationale, verleden jaar te Amsterdam uitgeschreven, over Holland en de vrijheid van denken en schrijven in de 17e en 18e eeuw, zijn zes antwoorden ingekomen. Drie dezer stukken zijn eene bekroning waard, waarbij dat van den heer J. Hora Siccama van Utrecht, een Nederlander, voor het beste gehouden wordt.
| |
- Vlaamsche belangen.
- De Minister Malou heeft aan de Bestuurders van Registratie en Domeinen den volgenden omzendbrief gezonden:
Brussel, 8 Juli 1884.
Heer Bestuurder,
Sedert eenige jaren worden in de Vlaamsche provinciën de jonge lieden van Waalschen oorsprong als surnumerarissen aangenomen, wanneer zij, in den algemeenen prijskamp eenen behoorlijken rang bekleedende, nadien, binnen een tijdsbestek van achttien maanden, met welgelukken een onderzoek over de Vlaamsche taal hebben doorstaan. Dit stelsel levert ernstige bezwaren op, door eene reeds langdurige proef te kennen gegeven.
De toestand doet mij tot invoering van een ander stelsel besluiten.
De rangschikking volgens algemeene verdienste, zal, overeenkomstig den uitslag der wedstrijden, even als thans geschieden, maar de surnumerarissen bestemd om in het Vlaamsch land dienst te nemen, zullen uitsluitend, en volgens dezelfde rangschikking, genomen worden op eene bijzondere lijst, waarop zullen worden ingeschreven, behoudens de recipiendarissen van Vlaamschen oorsprong, zij die van Waalschen oorsprong zijn en vóor den algemeenen wedstrijd stellige bewijzen zullen hebben gegeven, dat zij de Vlaamsche taal genoegzaam machtig zijn.
| |
| |
Een onderzoek zal loopen over het spreken, het lezen, het vertalen, het ontleden van in 't Vlaamsch gestelde acten, het verklaren en vereffenen eener nalatenschap, mede in die taal vervat. De mededingers zullen tevens eenen Vlaamschen brief moeten opstellen.
De proef zal slechts eenmaal vóor iederen prijskamp mogen onderstaan worden.
Het nieuwe stelsel zal ter gelegenheid van den a. st. algemeenen wedstrijd niet volledig worden toegepast. Ten einde dien wedstrijd, die zoohaast mogelijk zal plaats grijpen, niet te moeten verdagen, heb ik de volgende overgangsmaatregelen getroffen.
Na den prijskamp, en ten laatste in de eerste dagen van Maart 1885, zullen de Waalsche jongelingen, die slechts behoorlijk zouden geplaatst zijn tot het bekomen eener aanstelling als surnumeraris in het Walenland, eene enkele maal worden toegelaten tot de proef over de Vlaamsche taal.
Indien zij bekwaam zijn om in het Vlaamsche land benuttigd te worden, zullen zij de aanstelling als surnumeraris bekomen.
In het tegenovergestelde geval, zullen zij zich bij den volgenden algemeenen prijskamp moeten aanbieden.
Ik verzoek u, heer Bestuurder, de ontvangers uit te noodigen het tegenwoordig aanschrijven onmiddellijk mede te deelen aan hunne bijzondere bedienden, die aan den a.s. algemeenen prijskamp wenschen deel te nemen.
De Minister van Finantiën,
MALOU.
- Uit goede bron vernemen wij dat de verschillige ministers met de beste inzichten bezield zijn voor onze Vlaamsche zaak, en zulks niet slechts door woorden maar ook door daden doen blijken.
- In de Kamer van Volksvertegenwoordigers werd de grondwettelijke eed in het Nederlandsch afgelegd door geheel de Antwerpsche afvaardiging, namelijk de heeren De Laet, Coremans, De Decker, Guyot, Meeus, De Winter-Lauwers, Osy en Minister Jacobs, alsook doortwee volksvertegenwoordigers van Brussel: MM. Stroobant en Vander Smissen. In den Senaat werd dit goede voorbeeld gevolgd door de Heeren Cogels en Vanden Bemden, van Antwerpen, Lammens en de Bethune van Kortrijk en Van Ockerhout van Brugge.
- Vlaamsche inschriften te Loches, in Frankrijk. - Een onzer vrienden, die Frankrijk bewoont, vond over eenigen tijd, te Loches, eene stad bij Tours, op een publiek gebouw de volgende inschriften, die er in het Vlaamsch of Neder- | |
| |
landsch, door zekeren Specholt in 1417, geplaatst werden. Ziehier deze inschriften:
Helpe God und Maria.
Specholt 1417.
-
Vive le noble duc de Ghulliers.
-
In den aperyl den xviiten dach,
Hoerdyc den eersten donderslach.
-
Ghelt, gheweld ende jonste
Breckt recht, crediet ende conste.
Specholt 1417.
Deze inschriften bevinden zich op eene brug van het kasteel te Loches. Zij duiden naar onze gissing den bouwer of metselaar aan der brug, zekeren Specholt, die in 1417 dit werk tot stand bracht. Hij was een Vlaming, maar onderdaan, zoo 't schijnt, van den hertog van Gulik, dien hij in een zijner inschriften hoog laat leven. Was hij een Gulkenaar, dan kan het wel niet anders of hij moet te huis behooren in het Vlaamschsprekend gedeelte van dit land. Wij zouden alzoo zijn geboortegrond moeten zoeken in den omtrek van Gangelt of Sittard. In allen geval is het merkwaardig dat een Vlaming in 't zuiden van Frankrijk, zijne indrukken teruggeeft op de muren van een publiek gebouw, in de taal zijner vaderen, eene taal die geheel vreemd was aan de bewoners van Loches.’
| |
Beeldende kunsten.
- Prijskampen. In den prijskamp van Rome voor de bouwkunde werd de 1e prijs toegekend aan M. Eugeen Dieltjens en de 2e aan M. Truyman, beide leerlingen der Antwerpsche Akademie.
| |
Nieuwe uitgaven.
| Arm Vlaanderen. Roman door Teirlinck-Stijns 2e deel. In-8o, 390 blz. Roeselare, De Seyn-Verhougstraete. |
| Bij inschrijving: 2,50 fr.
fr. 3,50 |
- | Dwaallichtjes. Een bundel novellen van Louise Stratenus en Cath. Alberdingk Thijm. Kl-8o, 236 blz.
Roeselare, De Seyn-Verhougstraete.
fr. 2,50 |
- | Dombey en Zoon door Charles Dickens. 2 deelen. In-8o, 230 en 224 blz. Elk met eene plaat en in gekleurdrukten omslag. |
| Per deel.
fr. 1,50 |
|
|