voor hij zich zelfs reizen naar het buitenland heeft getroost. Thans heeft hij een eerste gedeelte daarvan uitgegeven, dat opgenomen is in no 2 van deel V der derde reeks van de ‘Bulletins de l'Académie royale de Belgique.’ Dit eerste gedeelte heet ‘Les commencements de l'école flamande antérieurement aux van Eyck,’ en aan het vroeger bekende over dit onderdeel der kunstgeschiedenis wordt hier veel toegevoegd uit officiëele bescheiden of uit de door den schrijver zelf onderzochte handschriften met miniaturen; tevens worden de verschillende gelijktijdige scholen die men wel eens meende dat ze samenvielen, met zorg en onder aangeven van redenen uit elkander gehouden; dit is vooral het geval met de Keulsche en Limburgsche scholen.
Het werk van den heer Wauters belooft door het wegruimen van vroeger bestaande dwalingen en het te voorschijn brengen van nieuwe bouwstoffen voor de geschiedenis van de Vlaamsche schilderschool, van blijvende waarde te zullen worden.
- Breydel en De Coninck. - De jury, geroepen om den kampstrijd te beoordeelen voor het monument van Breydel en de Coninck, te Brugge, heeft uitspraak gedaan:
De eerste prijs en de uitvoering, met 5 stemmen tegen 2, aan het ontwerp nr 6, opgemaakt door de heeren Paul De Vigne, beeldhouwer te Brussel en Louis Delacenserie, bouwmeester te Brugge.
Tweede, eene premie van 5,000 franks, aan de heeren H. Pickery, beeldhouwer te Brugge, en J. Naert, bouwmeester te Brussel.
Derde, eene premie van 4,000 fr., aan de heeren H. Pickery, beeldhouwer te Brugge, en J. Naert, bouwmeester te Brussel.
Vierde, eene premie van 3,000 fr., aan den heer Boucquet, te Ardoye.
- Te Vlissingen zal een gedenkteeken worden opgericht, ter eere van Betje Wolf en Aagje Deken, de schrijfsters van Sara Burgerhart.
Het gedenkteeken zal eene fontein zijn, waarop in medaljons, door den heer Collinet vervaardigd, de portretten der beide schrijfters zullen prijken.