Daarbij zal een keus der schoonste Vlaamsch-Nederlandsche volkszangen, alsmede nog onbekende werken onzer oude Vlaamsche Clavecinisten: Van den Gheyn, Boutmy, Kraff, Raick, Fiocco, Trazegnies, Staes, van Meert, Kennis, enz. een programma volledigen, dat behalve met kunstbelang nog de verdienste der nieuwigheid zal aanbieden.
Het doel dezer openbare oefeningen laat zich raden. Zij stellen ons in staat de redelijke richting te waardeeren, aan de studiën der muziekschool gegeven. Zij bewijzen de rechtzinnigheid eener inrichting, strekkende om het muzikaal gevoel te ontwikkelen van een ras, dat onder dit opzicht bijzonderlijk is begaafd.
Het onderwijs dier muziekschool is verre van beperkt te zijn in den kring der nationaliteit. De proeven der klassen van orgel, viool, verfijnden zang, pianoforte, strijk- en blaasinstrumenten, alsook die van kamermuziek en orkest, zullen bewijzen, dat benevens het onderwijs en de opvoeding sui generis, de studie van al de scholen verplichtend is voor al de leerlingen der hoogere leergangen.
Het heden onbetwiste grondbeginsel, waarop het onderwijs der Antwerpsche muziekschool berust, is dat der nationaliteit in de kunst, als grondslag en vertrekpunt genomen van eene muzikale opvoeding, die den kunstenaar in staat stelt de kunstuitingen van andere volken te voelen en te waardeeren. Ook zullen wij later omstandig terugkomen op hare inrichting, hare methodologie en de leiders, volgens welke de studiën geregeld worden. Dat overgroote werk is gezamentlijk voltooid door den bestuurder, de leeraren en de oud-leerlingen der muziekschool.
De openbare oefeningen zullen in twee categoriën verdeeld worden: dagoefeningen voor de lagere leergangen, en avondoefeningen voor die der middelbare en hoogere leergangen.
Het is dus eenigermate eene volledige tentoonstelling onzer muziekschool, waartoe de toonkundigen en het muziekminnend publiek worden uitgenoodigd.