De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 13
(1883)– [tijdschrift] Vlaamsche Kunstbode, De– Auteursrechtvrij
[pagina 199]
| |
Poëzie.I
| |
[pagina 200]
| |
Het volk vereedlen, 't volk beschaven,
die taak, Mevrouw, begreept gij goed:
uw werk, vol dichterlijken gloed,
zal dit door alle tijden staven.
De strijd was hard, de levensstrijd;
het doel was grootsch, maar 't lag zoo wijd,
van meengen hinderpaal omgeven;
doch 't heeft u niet aan kracht gefaald:
Gij hebt de zegekroon behaald,
waarnaar Gij dorst manmoedig streven.
Leonard Buyst
Brussel, 1883. | |
II.
| |
[pagina 201]
| |
Wanneer op aarde 't Onrecht
Lijk kanker sluipt en woedt,
En voor zijn' wreede wetten
De waarheid bukken doet; -
Wen 'k list en lagen tarte,
Die 's levens strijd me biedt,
En wen een' sombre toekomst
Me dreigt in 't bang verschiet; -
Dan is 't de poëzije
Die mij het hart verlicht;
Zij is 't dan die mijn ziele
Naar hooger sferen richt.
En ben ik maar een rijmer,
Al zijn mijn' verzen schraal, -
Ik schrijf en ik blijf minnen
Mijn dierbre Moedertaal!
Theodule Van Hauwermeiren.
Gent, 1883. | |
III.
| |
[pagina 202]
| |
Naar buiten!... opsa, in het groen,
't Priëeltje lacht en biedt plezier:
Wat heeft een mensch nog meer van doen,
Een pijpken en een kanneken bier!
***
Bij winterkou, bij zomergloed,
Gezegend blijft ge, pijp en kan!
Uw geur, uw smaak maakt 't harte zoet
Van elken braven, blijden man...
O, mocht ook de arme werkgezel,
Die slaven moet soms als een dier,
Des avonds vinden, troostend wel,
Een pijpken en een kanneken hier!
EMIEL CALLANT.
Gent, 1883. | |
IV.
| |
[pagina 203]
| |
Ach, weezen, moeders kermen;
Waar vaders, zoons, waarheen?
Waar nu ons hert verwarmen,
Waar met ons lijden heen?
Vergeefs was al uw rampen,
U greep de wreede dood...
Gij vielt in nacht en rampen:
Waarom spaart ons de dood!
De grafkuil gaapt nog open.
De kist zinkt in den grond.
Verdwenen is ons hopen,
Ons hert zinkt in den grond.
Vaarwel, uit is uw lijden,
Gij, die in de aarde rust...
Vooruit, wij moeten strijden
Tot dat ons herte rust.
Vaarwel, tot wij u vinden
Hier in het kille zand;
En sluimren zoetgeminden,
Naast u in 't kille zand.
Gecomponeerd door Gustaaf Huberti.
|
|