De Vlaamsche Kunstbode. Jaargang 13(1883)– [tijdschrift] Vlaamsche Kunstbode, De– Auteursrechtvrij Vorige Volgende Bladvulling. Professor in Gezondheidsleer. Het sneeuwt en het wintert daarbuiten zoo fel, Maar mij let geen guurheid van weder: Ik zit hier zoo prettig, zoo warm en zoo wel, Bij 't gloeiende stoofken ter neder. Mijn pijpken, mijn' sloffen, een knappende vuur - Kan 't hartje nog meer wel begeeren? En zeggen dat 'k zelve nog over een uur, De schâ van de stove deed leeren! ‘Het kunstmatig vuur toch, verzwakt - ik geloof - Gestel en gezondheid des menschen’... Wat wilt gij? 'k Wou toch om mijn gloeiende stoof, Een plaatsken daarbuiten niet wenschen. Ik zeg het in boeken en lessen wel voor; Maar... 'k zal het niet verder vertellen: 'k Stook voort maar mijn' kachel; - want 't kan er niet door. Mijn' les in praktijk eens te stellen... Theodule Van Hauwermeiren. Gent, 1883. Vorige Volgende