portret: wel zijn er goede hoedanigheden in, maar het herinnert ons te veel, als schildering en kleur, het portret van M.J. in de driejaarlijksche tentoonstelling.
M. Siberdt is altijd schrikkelijk ordinair in zijne portretten.
We groeten het portret van M.K. door M. Correns en gaan stilzwijgend voorbij.
Bij de genre- en binnenzichtschildering moeten wij weer vooreerst M. Verhaert melden met een flink gekleurd en geschilderd stukje: Koffiedrinken. Vol gloed en warmte en uiterst kundig getoetst mag dit tafereeltje genoemd worden.
Jammer dat er in de schildering en de kleuren van M. Portielje van die onderscheiding niets te vinden is; er is anders veel geest en opmerking in zijne twee tafereeltjes.
Zelfde opmerking voor wat de schildering en de kleur van M. De Braekeleer betreft; zonder onderscheiding zijn de twee stukken die hij tentoonstelde.
M. Bource zou meer mogen veranderen. Zeker, dat jonge meisje is aanlokkelijk; er is vaardigheid in de schildering en frischheid in de kleur; het ongeluk echter is, dat men op den duur vooraf zal weten te zeggen, wat de tafereelen van M. Bource voorstellen zullen.
M. Van Havermaet doet een kleinen zijstap met zijne Melkboerin. Dit tafereel is keurig geschilderd en mag welgeslaagd genoemd worden.
Veel overeenkomst met de vorige schilderij heeft het tafereel van M. Godding: Weggejaagd. Wij zagen beters van hem, vooral als kleur, welke al te purperachtig is.
Meldenswaardig zijn de studiehoofden van M. De Jans, die ons wat vreemd van kleur voorkomen, beneven, het studiehoofd van M. Boom, dat ons echter niet zoo goed beviel als zijn tafereel uit Moscou, waarop onder andere de figuurtjes uiterst keurig geschilderd zijn.
Jammer dat wij dit niet zeggen kunnen van de twee schilderijen, eveneens uit Moscou, van M. Houben; zij zien er erg alledaagsch uit.
Het figuur op het groot tafereel van M. Van Engelen is nog al flink geschilderd; maar met den dekoratieven achtergrond kunnen wij geenen vrede hebben. Wij zien dan ook liever zijn klein tafereeltje: Bric-à-Brac, dat geestig getoetst is.
Indien M. Lambeaux bij deze laatste hoedanigheid eene juistere en flinkere teekening voegde en zijne kleur wat meer onderscheiding bijzette, dan zouden zijn Lezer en zijn Bezoek aan het museum met lof mogen vermeld worden.
Aimez-vous la pommade? On en a mis partout, zou men van de schildering der heeren Van der Ouderaa, Cap en Plumot kunnen zeggen. Vooral deze laatste heeft jammerlijke tonen en zoeterige penseelstreken op zijn tafereel. Maar enfin, het publiek vindt het lief, evenals het de misbakelde figuren op de schilderij van M. Cap geestig vindt. Wanneer